In memoriam: Roger Bourgeois, de laatste der ‘Vlaamse Demokraten’
De ‘vier musketiers’, vlnr.: Antoon Roosens, Daniel Deconinck, Staf Verrept (staand) en Roger Bourgeois.
foto ©
Roger Bourgeois speelde een belangrijke rol bij de linkse ‘Vlaamse Demokraten’ in de jaren ’60 van vorige eeuw.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp 27 januari overleed in Oordegem Roger Bourgeois. Begin mei van dit jaar zou hij 95 zijn geworden. Daarmee is, na Staf Verrept (1921-1985) en Antoon Roosens (1929-2003), nu ook de laatste van de ‘drie musketiers’ verdwenen, die halfweg de jaren ‘60 van vorige eeuw de grondslag legden voor de ‘Vlaamse Demokraten’.
De drie kregen, net als in de roman van Alexandre Dumas, spoedig gezelschap van een ‘vierde musketier’ toen Daniel Deconinck (1921-2004) de VU achter zich liet en zich met de Vlaamse Demokraten in een verkiezingsavontuur stortte dat hem zijn politieke loopbaan zou kosten. Van dat legendarische viertal was Roger Bourgeois ongetwijfeld de meest bescheiden man, een even stille als standvastige werker.
De vlijtige en plichtsgetrouwe Brusselse Vlaming van bescheiden afkomst ging professioneel eerst aan de slag bij Milac, de toenmalige katholieke actie voor dienstplichtigen. Van daaruit werd hij later vrijgesteld nationaal secretaris van de Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ). En vanaf 1953 werkte hij als arrondissementssecretaris voor de Vlaamse vleugel van de Christelijke Volkspartij (CVP) in het omvangrijke en ongesplitste arrondissement Brussel. Hij was daar toen eveneens voorzitter van de CVP-Jongeren.
Meer nog dan elders in Vlaanderen waren de Brusselse CVP-Jongeren zwaar ontgoocheld door ‘Hertoginnedal’, het compromis inzake taalgrens en taalregeling dat de ‘rooms-rode’ regering Lefèvre-Spaak in 1963 afsloot. De ex-kajotter in Bourgeois geraakte bovendien steeds meer gefrustreerd door de behoudsgezinde koers die de CVP toen in feite aanhield op sociaal-economisch vlak. In juni 1964 was voor hem de maat vol, en brak Bourgeois – zonder enig ‘vangnet’ – met de CVP.
Vlaams en sociaal manifest
Ondertussen waren – vooral door de ‘mokerslag’ van Hertoginnedal, én ondanks het massale en onverwachte succes van de massabetogingen in Brussel (1961 en 1962) en Antwerpen (1963) – drijvende krachten in de niet-partijpolitieke Vlaamse beweging aan het overwegen om toch de stap te zetten naar partijpolitiek engagement. Dat gold toen niet alleen voor VVB-kopstukken als Wilfried Martens of Maurits Coppieters, maar ook voor Staf Verrept en Toon Roosens, die zowat de motor waren geweest achter de drie ‘marsen’.
Na de zomer van 1964 riepen Roosens en Verrept samen met Bourgeois de ‘Vlaamse Demokraten’ in het leven met een Vlaams én sociaal manifest dat ruime weerklank vond, ook in de christelijke arbeidersbeweging in Vlaams-Brabant. In oktober 1964 ging het ‘sociaal-flamingantische’ drietal een stap verder. Samen met toenmalig VU-kamerlid Daniel Deconinck – die kort voordien in de gemeenteraadsverkiezingen in Brussel een onverwacht succes had behaald met een ruime Vlaamse lijst – kondigden ze aan dat ook bij de verkiezingen van mei 1965 zo’n verruimde lijst zou opkomen als een kartel van Volksunie en Vlaamse Demokraten.
Onoverkomelijk obstakel
Wat vervolgens gebeurde is een bijzonder onverkwikkelijk verhaal. Terwijl voorbereidende gesprekken liepen, dreigden extreem-rechtse elementen binnen en buiten de VU met een rechtse dissidente lijst indien de partijleiding zou instemmen met het kartel. En toen over de concrete lijstvorming moest worden gepraat bleek de torenhoge persoonlijke animositeit van VU-partijleider Van der Elst tegen Verrept een onoverkomelijk obstakel. Ook ‘de ironie van de geschiedenis’ liet zich gelden: dat ‘kartel-verkozenen’ in het parlement enige autonomie zouden genieten was voor de VU-leiding onaanvaardbaar … terwijl uitgerekend op die eis in 1948-’49 een structurele samenwerking van vooroorlogse Vlaams-nationalisten met de CVP was gestruikeld.
Het VU-VD-kartel kwam er niet, en Deconinck en de Vlaamse Demokraten besloten met een afzonderlijke lijst ‘Front van Vlaamse Demokraten’ op te komen. Dat werd een fiasco. Omdat de VU er in slaagde de meeste potentiële kiezers te overhalen tot een ‘nuttige’ stem, én omdat de ACW-top werkelijk alles (inclusief dreiging met broodroof) uit de kast haalde om de aantrekkingskracht van de Vlaamse Demokraten op de ACW-achterban te ondermijnen.
De Nieuwe
Na het catastrofale verkiezingsdébacle haakten Deconinck en later ook Verrept af. Roosens en Bourgeois sloegen nu met de Vlaamse Demokraten een uitgesproken linkse richting in. Bourgeois fungeerde eerst als hoofdredacteur van het VD-partijblad Richting en vanaf februari 1967 als voorzitter. Samen met Roosens evolueerde zijn kijk op ‘de Vlaamse kwestie’ in marxistische richting.
Op die grondslag zouden beiden – met een kwijnend aantal aanhangers – nog diverse initiatieven nemen. Zo werd onder hun impuls in maart 1967 het progressieve Demokratisch Aktiekomitee Vlaanderen (DAK) opgericht, dat een veelbelovende start kende maar vrij snel wegdeemsterde. Daarop richtten de Vlaamse Demokraten in juni 1968 samen met de (trotskistisch geïnspireerde) Socialistische Beweging Vlaanderen de Revolutionaire Socialisten op. Bourgeois verliet deze partij in 1969, toen ze in feite in handen was gekomen van de trotskistische 4de Internationale en in 1971 opging in de Revolutionaire Arbeidersliga (RAL).
Egmontpact
Eveneens samen met Roosens werd Bourgeois in 1977 een van de initiatiefnemers van Vlaamsgezind verzet tegen het Egmontpact, zowel via het brede Anti-Egmontkomitee als met het veeleer linkse Komitee voor Demokratisch Federalisme. Ook nadien bleef hij actief binnen de Vlaamsgezinde linkerzijde, onder meer in de NV De Nieuwe Pers, die het weekblad De Nieuwe uitgaf en in het Masereelfonds.
Nog later was hij samen met Roosens betrokken bij pogingen om linkse flaminganten buiten elk partijverband te bundelen, in 1987 met het Vlaams Progressief Alternatief en in 1994 met het Vlaams Demokratisch Appel. Geen van beide initiatieven slaagde er echter in om een brede basis te verwerven. Nadat hij vier decennia lang zijn onafscheidelijke compagnon de route was geweest, stopte Bourgeois na het overlijden van Roosens in 2003 met politieke activiteit.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Edi Clijsters is doctor in de politieke wetenschappen, oud-adjunct-hoofdredacteur van De Morgen en vertegenwoordigde de Vlaamse regering in Berlijn. Hij is kernlid van Vlinks en medewerker van het maandblad Meervoud.
De Italiaanse Portugees Antonio Tabucchi brengt een ode aan de grote dichter Fernando Pessoa, en doet dat met verve.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.