Aankomende immigratie uit Roemenië en Bulgarije zorgt voor ergernis
Maandag - Europadag
Het vrij verkeer van werknemers in de EU ligt onder vuur door de misbruiken, sociale fraude en integratieproblemen die het met zich mee brengt. Binnenkort worden de beperkingen op immigratie vanuit Roemenië en Bulgarije opgegeven, wat voor nog meer problemen kan zorgen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Kanslozenkaravaan uit Balkan komt eraan’ kopte De Telegraaf vorige vrijdag. De populaire Nederlandse krant beweert dat Roemenië zakkenrollers aanmoedigt om naar Nederland en andere rijke(re) EU-landen te komen. Het artikel gaat mee in de onvrede die leeft in Nederland over de immigratie uit Oost-Europa.
Na de grote uitbreiding van de EU in 2004 werd de Nederlanders voorgehouden dat slechts 4 à 8 000 Oost-Europeanen per jaar tijdelijk in Nederland zouden komen werken. Maar het waren er veel meer en ze lijken zich permanent te installeren. Op dit moment verblijven er 200 000 tot 300 000 Oost-Europeanen in dat land.
De vrije immigratie uit Oost-Europa heeft uitbuiting, sociale fraude, misdaad en het risico van zogenaamde ‘uitkeringsmigratie’ met zich meegebracht. Veel Nederlanders vrezen dat immigratie uit Bulgarije en Roemenië – landen die nog een stuk armer zijn dan pakweg Polen – deze problemen zal versterken.
Schengen
Roemenië en Bulgarije zijn sinds 2007 lid van de Europese Unie. Nederland zorgt er al jarenlang voor dat de voormalige Oostbloklanden geen volwaardig lid kunnen worden van de Schengenzone. Bulgarije en Roemenië zijn volgens Nederland (en sinds kort ook Duitsland) nog niet klaar voor toetreding tot het grenscontroleloos Schengengebied omdat de rechtstaat niet gewaarborgd kan worden door de aanhoudende corruptie in beide landen.
Hoewel de lidstaten voldoen aan de formele voorwaarden, zou het onverantwoord zijn mochten de Europese buitengrenzen bewaakt worden door soms corrupte en incapabele Roemeense en Bulgaarse grenswachters, luidt de redenering. Dat zou een vrije doorgang betekenen voor illegalen, wapensmokkelaars, drugs- en mensenhandelaars. Een dergelijk probleem stelt zich trouwens al in Griekenland waar andere EU-lidstaten de grenscontroles op zich hebben moeten nemen.
Lang werd Nederland met de vinger gewezen en populisme of zelfs xenofobie verweten. Zo nam het Europees Parlement in 2011 in grote meerderheid een resolutie aan waarin het Nederland veroordeelde vanwege het Schengenstandpunt. Vorig jaar werd echter duidelijk dat Nederland gelijk had in haar verzet tegen het opheffen van de grenscontroles.
De Europese Commissie stelde in een rapport dat de twee landen in feite nooit lid hadden mogen worden van de Unie. Noch in Roemenië noch in Bulgarije is de democratie stevig verankerd. Zo trok de Commissie openlijk in twijfel of de Roemeense autoriteiten überhaupt respect hebben voor de rechtsstaat en of de politici de betekenis ervan voor een democratie wel begrijpen. (Zie deze analyse van Volkskrant-journalist Marc Peeperkorn.)
Vrij verkeer
Los van de afspraken over grenscontroles, kent de EU in principe ‘vrij verkeer van werknemers’. Negen landen, waaronder Nederland en België kozen er echter voor om een overgangsperiode in te stellen, met strengere regels voor arbeidsmigratie, waardoor Bulgaren en Roemenen niet zomaar hier konden komen werken.
Volgens de Europese wetgeving mogen die beperkingen voor migratie uit nieuwe EU-lidstaten tot maximaal zeven jaar na toetreding tot de EU gelden. Op 1 januari 2014 komt dus een einde aan die periode. Dan mag geen enkele Bulgaar of Roemeen die wil werken in andere Europese lidstaat tegenhouden worden. Dat vooruitzicht opende het debat over intra-Europese migratie in enkele lidstaten.
Code Oranje
Lodewijk Asscher, de Nederlandse minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en lid van de PvdA, schreef vorig weekend samen met de Britse publicist David Goodhart een opiniestuk in de Volkskrant. Hij waarschuwt voor de negatieve aspecten van het vrije verkeer van werknemers en gaf zelfs een ‘code oranje’ af – zoals wanneer het water in de rivieren te hoog staat en de dijken op doorbreken staan.
‘Sinds 2001 [is] er een aanzienlijke stroom arbeidskrachten uit Midden- en Oost-Europa naar landen als Duitsland en Nederland op gang gekomen. (…) Achteraf bezien, is er te weinig aandacht besteed aan de omvang van die stromen.’ Het probleem is, volgens de sociaaldemocraat, dat deze immigranten worden uitgebuit door malafide uitzendbureaus en dat ze de zwakste Nederlandse burgers verdringen op de arbeidsmarkt.
Maar dat zijn niet de enige problemen. In Elsevieranalyseerde EU-specialist Carla Joosten scherp de negatieve kanten van het vrij verkeer: ‘Vrij verkeer van personen geldt als een van de verworvenheden van de Unie. Iedere EU-burger kan werken en studeren in elk EU-land. In de praktijk leidt het ertoe dat ook burgers zonder werk of studie rondtrekken, met als gevolg allerlei overlast, zoals criminaliteit. Dat vrije verkeer van personen dreigt nu te verworden tot vrij verkeer van armen: vooral van Roma.’
VK, Duitsland en België
Ook in het Verenigd Koninkrijk is de sfeer rond immigratie uit Oost-Europa zeer gespannen. In 2004 koos het VK ervoor om geen overgangsperiode in te stellen en de eigen arbeidsmarkt per direct open te stellen voor de nieuwe lidstaten in Midden- en Oost-Europa. Dat had een behoorlijk dramatisch effect: in de zes jaar daarna arriveerden er ongeveer 1,5 miljoen mensen vanuit die landen.
De misbruiken die gepaard gaan met zo’n toevloed aan nieuwe inwijkelingen zorgen voor grote ergernis. Bijvoorbeeld het feit dat de nieuwkomers, zonder belasting te hebben betaald, gebruik kunnen maken van de gezondheidszorg of een sociale uitkeringen kunnen krijgen, steekt veel Britten de ogen uit.
In Duitsland draait het debat rond ‘armoede immigratie’ (Armutseinwanderung). Vooral het groeiend aantal Roma zorgt er voor ergernis. De Duitse minister van Binnenlandse Zaken Hans-Peter Friedrich (CSU) vroeg zich onlangs af: ‘Betekent het recht van vrije vestiging in Europa dat mensen overal uit Europa, die denken dat ze van een sociale uitkering in Duitsland beter kunnen leven dan in hun eigen landen, naar Duitsland komen?’
Kamerlid Zuhal Demir (N-VA) berekende dat de het aantal Oost-Europeanen dat in België werkt de voorbije vier jaar fors steeg. Vorige week werd bekend dat in ons land 7% van de startende zelfstandigen uit Roemenië komt, in Brussel is dat zelfs een kwart. Volgens N-VA kamerlid Karel Uyttersprot misbruiken heel wat nieuwkomers het zelfstandigenstatuut om bepaalde sociale verplichtingen te ontlopen. Het Vlaams Belang besluit daaruit dat de Europese lidstaten de inwijking vanuit de andere Europese landen autonoom zouden moeten kunnen afremmen, of zelfs stopzetten.
Het probleem met vrij verkeer van personen in de EU is vooral dat het niet goed omkaderd kan worden. Er mag geen juridisch onderscheid gemaakt worden tussen ‘eigen’ burgers en EU-burgers waardoor het sociale zekerheidsstelsel en de bijstand losgekoppeld worden van de nationale gemeenschap. Bovendien mogen lidstaten EU-burgers geen verplicht integratie parcours opleggen, wat zeker bij Roma onvermijdelijk lijkt, maar eigenlijk voor alle nieuwe immigranten gewenst is.
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Categorieën |
---|
Sander Roelandt (1989) is medewerker in het Europees Parlement en volgt er verschillende economische commissies.
Marianne Thyssen is het slachtoffer geworden van een Tjevenstreek: de haar toegekende Europese portefeuille is niet zo dik als verwacht.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.