JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

arithmétique belge? – deel 1

zetelverdeling in het Europees Parlement

Hendrik Vuye30/7/2013Leestijd 5 minuten

Na de verkiezingen van 2014 zetelen er slechts 12 Vlamingen in het Europees Parlement. Op heden zijn dat er nog 13. Betaalt Vlaanderen hier een Belgische rekening?  Wie bepaalt hoeveel zitjes het Europees Parlement telt? Hoe zit het binnen België met de verdeling van de zetels onder Duitstaligen, Franstaligen en Vlamingen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het Europees Parlement telt momenteel 22 Belgische leden, namelijk 13 Vlamingen, 8 Franstaligen en 1 Duitstalige. Na de verkiezingen van 25 mei 2014 zullen er nog slechts 21 Belgische leden zijn. Er zal één Vlaamse verkozene minder zetelen. De Franstaligen en de Duitstaligen behouden hun zetels. Dit blijkt uit het KB van 6 juli 2013, gepubliceerd in het Staatsblad van 18 juli 2013. Een KB dat nagenoeg geen aandacht kreeg, daar de pers in die periode royaal in Fantasia-modus stond.

Evolutie aantal EP-parlementsleden

Het Europees Parlement werd voor het eerst verkozen in 1979. België had toen recht op 24 zetels. Bij de verkiezingen van 1994 en 1999 werden er zelfs 25 Belgische Europarlementsleden aangeduid. In 2004 opnieuw 24, in 2009 nog 22 en nu nog slechts 21.

In 1979 telde het Europees Parlement ‘slechts’ 410 zitjes, verdeeld onder 9 landen. Het huidige Europees Parlement telt 766 zitjes, verdeeld onder 28 landen.

Het verdrag van Lissabon (inwerkingtreding 1 december 2009) stelt dat het Europees Parlement maximum 751 leden telt. De burgers worden er degressief evenredig vertegenwoordigd, wat inhoudt dat er een correctie is ten voordele van de kleine lidstaten. Een lidstaat heeft recht op minimum 6 zetels. Maximaal kan een lidstaat 96 zetels hebben.

Op 28 juni 2013 bepaalde de Europese Raad de samenstelling van het Europees Parlement voor de zittingsperiode 2014-2019. Aan België werden 21 zetels toegekend, dit is een verlies van 1 zetel.

Niet alleen België verliest zetels. Duitsland valt terug op 96 zetels en verliest er 3. Andere landen verliezen ook 1 zetel: Oostenrijk, Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Griekenland, Hongarije, Ierland, Letland, Litouwen, Portugal en Roemenië. Geen enkel land krijgt een zetel bij.

Belgische regelgeving

Elke lidstaat bepaalt grotendeels zelf hoe het de verkiezingen organiseert. In België gebeurt dat door de wet van 23 maart 1989.

Volgens de laatste bevolkingscijfers gepubliceerd in het Staatsblad van 27 november 2012 (KB 19 november 2012), telt de Duitstalige Gemeenschap 76 141 inwoners. De wet van 23 maart 1989 geeft het Duitstalige kiescollege ambtshalve recht op 1 zetel. Deze ene vertegenwoordiger wordt rechtstreeks verkozen.

De verdeling tussen Vlamingen en Franstaligen gebeurt op grond van de bevolkingscijfers. Deze cijfers worden om de tien jaar vastgesteld bij een bevolkingstelling. Men houdt voor de verdeling dus geen rekening met het aantal kiezers, maar wel met het aantal inwoners. Zoals verder zal worden aangetoond is deze keuze niet neutraal.

Het aantal inwoners van Vlaanderen en Wallonië vaststellen is vrij makkelijk. Maar hoe gaat men tewerk in Brussel? Het aantal inwoners is daar ook bekend, maar hoe worden die verdeeld naar taalaanhorigheid? Te Brussel kunnen de kiezers immers zelf bepalen of ze tot het Franse kiescollege, dan wel tot het Nederlandse behoren. Dit doen ze de dag van de stemming. Wie stemt voor een Franstalige lijst, behoort tot het Franse kiescollege. Wie stemt voor een Nederlandstalige lijst, behoort tot het Nederlandse kiescollege. De kiezer beslist dus zelf of hij Nederlandstalig, dan wel Franstalig is en deze keuze valt onder het geheim van de stemming.

Om dit probleem op te lossen ventileert men de inwoners van Brussel op grond van de uitgebrachte stemmen bij de laatste verkiezing van het Brusselse Hoofdstedelijk Parlement. Bij de verkiezingen van 7 juni 2009 behaalden de Nederlandstalige lijsten 11,25%, de Franstalige 88,75%. Te Brussel vermengt men aldus twee criteria: men houdt weliswaar rekening met het aantal inwoners, maar de ventilering naar taalaanhorigheid gebeurt op grond van de wil van de kiezer bij de laatste verkiezing van het Brusselse Hoofdstedelijk Parlement. Ook dit criterium is, zoals verder zal worden aangetoond, niet politiek neutraal.

Even rekenen

De bevolking die men in rekening neemt voor het Franse kiescollege bestaat uit 3 471 565 Walen (wie hoofdverblijf houdt in Duitstalig België telt men niet mee, die hebben hun zetel al) en 1 012 547 Brusselaars. Totaal: 4 484 112.

De bevolking die men in rekening neemt voor het Nederlandse kiescollege bestaat uit 6 356 108 Vlamingen en 128 351 Brusselaars. Totaal: 6 484 459 (59,12% van het totaal zonder inwoners Duitstalig België).

Op grond van deze verhoudingen hebben de Franstaligen recht op 8,18 zetels en de Vlamingen op 11,82. Nu het grootste niet vertegenwoordigde bevolkingsaandeel zich langs Vlaamse kant bevindt, krijgen de Vlamingen uiteindelijk 12 zetels en de Franstaligen 8.

Enkele reacties

Joëlle Milquet (cdH) was er als de kippen bij om te communiceren dat deze verdeling niet nadelig is voor de Vlamingen, maar wel voor de Franstaligen. Mochten er nog 22 zetels zijn, zouden de Franstaligen een zetel meer hebben gekregen dan bij de verkiezingen van 2009 en de Vlamingen een zetel minder. Dit is volgens Milquet ‘voornamelijk toe te schrijven aan de bevolkingstoename in het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad, waar men een toename van stemmen voor Franstalige lijsten vaststelt’.

Europees parlementslid Mark Demesmaeker (N-VA) blaast warm en koud. Hij staat achter de beperking van het aantal Europese parlementsleden tot 751, want het mag geen Chinees volkscongres worden. Hij stelt in een persbericht voor om geen rekening te houden met de inwonersaantallen, maar wel met de bij de laatste Europese verkiezing geldig uitgebrachte stemmen. Bij de verkiezingen van 2009 werden in het Nederlandse kiescollege 4 075 944 stemmen uitgebracht (62,39%, zonder Duitstalige kiezers), in het Franse 2 457 178 en in het Duitstalige 38 680.

Het Vlaams Belang vat de koe bij de horens met concrete voorstellen. Kamerlid Filip De Man en senator Bart Laeremans dienen wetsvoorstellen in die ‘meer rechtvaardige criteria’ hanteren. Volgens het Vlaams Belang is ‘de huidige verdeling van de zetels dus op driedubbele wijze in het nadeel van de Vlamingen, met name via de verzekerde Europese zetel voor de Duitstaligen, via de toewijzing van de zetels op basis van bevolkingscijfers in plaats van het aantal stemgerechtigden en tenslotte via het gebruik van een betwistbare taalsleutel in Brussel’. Volgens de criteria van dit voorstel komt men tot 13 Nederlandstalige zetels tegenover 8 Franstalige zetels. Het VB argumenteert dat ‘indien men van oordeel zou zijn dat de Duitstaligen een gewaarborgde Europese zetel moeten behouden, dan dient dit te gebeuren op het conto van de Franstaligen, aangezien de Duitstaligen deel uitmaken van het Waals Gewest’.

Merkwaardig is alvast dat het verlies van de ene Vlaamse zetel in het Europees Parlement de Vlaamse partijen van de institutionele meerderheid ijskoud laat. Blijkbaar went alles.

Milquet heeft gelijk … als men de criteria toepast van de huidige wet

Stel dat er, zoals dit nog het geval was in 2009, 22 zetels dienen verdeeld, dan komt men tot volgende zetelverdeling: 9 Franstalige, 12 Vlaamse en 1 gewaarborgde Duitstalige. Op dit punt heeft Milquet gelijk. Of België nu 21, dan wel 22 zetels moet verdelen, op grond van de criteria van de huidige wet verliezen de Vlamingen altijd een zetel.

De evolutie te Brussel, zoals deze blijkt uit de tienjaarlijkse volkstelling, is voor de Vlamingen nadelig. Het inwonersaantal stijgt er, terwijl het percentage behaald door Vlaamse lijsten bij de verkiezing van het gewestparlement verontrustend daalt.

 

Sedert 2003 verloren de Vlaamse lijsten maar even 2,94%. Dat kan tellen …

Als Joëlle Milquet de passie preekt, Vlaming let op je zetels !

En toch … De huidige verdeling van 12 Vlamingen, 8 Franstaligen en 1 Duitstalige is enigszins scheefgetrokken. 76 141 inwoners van de Duitstalige Gemeenschap zijn goed voor één zetel. Een Vlaamse zetel vertegenwoordigt daarentegen 540 372 inwoners en een Franstalige zetel zelfs 560 514 inwoners. Dit lijkt verdacht veel op een stukje Belgische rekenkunde.

Wat gebeurt er wanneer men bijvoorbeeld rekening houdt met het aantal kiezers in plaats van het aantal inwoners? Dan is het evident dat het gewicht van Brussel daalt. Zo waren er bij de laatste verkiezingen voor het Brusselse parlement slechts 574 793 kiesgerechtigden, een cijfer dat merkelijk lager ligt dan de 1 140 898 inwoners. De keuze tussen beide criteria is dus zeker niet politiek neutraal.

 

Daarom morgen, in het tweede deel, aan analyse van de criteria van de huidige wet. Tevens een bespreking van de standpunten van N-VA en Vlaams Belang.

 

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Hendrik Vuye is doctor in de rechten, master in de criminologie en master in de filosofie. Hij is gewoon hoogleraar Staatsrecht en Mensenrechten aan Universiteit Namen

Commentaren en reacties