JavaScript is required for this website to work.
post

Bedankt, Pascal Smet!

onderwijshervorming

Daniël Walraeve3/12/2013Leestijd 3 minuten

Pascal Smet is de kwaadste niet. De socialistische minister van Onderwijs wordt verguisd omdat veel van zijn groots aangekondigde hervormingen de meet niet halen. Maar is niets doen altijd zo slecht?  

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Opnieuw groot plan begraven’, ‘Smet ziet weer een hervorming sneuvelen’, ‘Smet is grandioos gebuisd’: de toon was snel gezet toen duidelijk werd dat er deze legislatuur geen decreet meer zou komen over grotere scholengroepen. Een sterkere samenwerking tussen scholen in grote groepen die gemiddeld elk zo een 6000 leerlingen zouden tellen (en nooit minder dan 2000) was jarenlang een van de stokpaardjes van Pascal Smet. Volgens de onderwijsminister zouden de grote scholengroepen zorgen voor professionelere directies en snellere benoemingen voor jonge leerkrachten. Er komt uiteindelijk geen decreet meer, volgens Smet omdat het grote katholieke net op eigen houtje al naar grote scholengroepen evolueert en een decreet dus niet meer nodig is.

De meeste kranten grepen dit nieuws aan om alle ‘mislukkingen’ van Smet op te lijsten. De jonge minister beet al verschillende keren in het zand nadat hij met veel bombarie grote omwentelingen had aangekondigd. De teneur was telkens dat het uitblijven van een decreet een debacle was. De suggestie is dan dat een hervorming per definitie iets goeds is. ‘Een akkoord’ is immers altijd beter dan ‘geen akkoord’. Dit is een axioma van de Vlaamse verslaggeving: journalisten juichen vaak het bereiken van een akkoord toe, zonder echt veel aandacht te hebben voor wat er dan in dat akkoord staat. De cultus van het compromis vereist dat er een compromis is, en niet dat het ook een behoorlijk compromis is.

Zou een decreet over grote scholengroepen een goede zaak geweest zijn? Zoals Smet zelf al aangeeft in zijn verdediging, is het decreet niet nodig om de naar voor geschoven doelstellingen te behalen. Binnen de contouren van bestaande decreten kunnen scholen nu ook al kiezen voor vergaande samenwerking op bestuurlijk en zelfs financieel gebied. De meeste scholen maken vandaag dan ook deel uit van een ‘scholengemeenschap’. Het nieuwe juridische kader dat Smet in het leven wou roepen zou meer dwingend geweest zijn, en de samenwerking tussen scholen van bovenaf dirigeren. Vlaanderen zou volledig worden opgedeeld in ‘onderwijszones’ waar een ‘zonaal onderwijsforum’ (zonder rechtspersoonlijkheid) ruime bevoegdheden zou hebben, waaronder de spreidingspolitiek. Binnen de onderwijszones zouden grote scholengroepen vergaande bevoegdheden van de scholen overnemen. Hoewel Smet het steevast had over bijvoorbeeld de professionalisering van directies, zouden ook pedagogisch-inhoudelijke bevoegdheden worden ontnomen  aan de inrichtende machten van de scholen om overgedragen te worden naar het niveau van de scholengroep. Scholen die niet zouden toetreden tot een scholengroep, zouden bepaalde middelen en alle omkaderingsuren verliezen, wat voor zowat elke school neerkomt om financiële zelfmoord. Bovendien was het altijd Smets bedoeling om de scholengroepen netoverschrijdend op te bouwen, zodat het traditionele onderscheid tussen de diverse koepels op termijn zou worden weggewerkt.

Gelukkige mislukking

Het decreet over de grote scholengroepen wordt vandaag misschien wel voorgesteld als een kleine ingreep die zich in de feiten toch al voltrekt, louter gericht op bestuurlijke efficiëntie, maar in werkelijkheid lag een ingrijpende herverkaveling van het Vlaamse onderwijslandschap voor. Krachtlijnen: het schoolbestuur verder verwijderen van de basis, de eigenheid van individuele scholen maximaal wegwerken en het onderwijsbeleid strak centraal aansturen.

De evolutie binnen het katholiek onderwijs verschilt grondig van de plannen van Smet. Zo zullen de scholengroepen binnen het grootste vrije net altijd een en hetzelfde pedagogische project moeten hebben (wat netoverschrijdende samenwerking bij voorbaat lijkt uit te sluiten), wordt er geen minimumaantal leerlingen opgelegd en wordt er uitdrukkelijk gehamerd op de eigenheid van elke school. Het katholiek onderwijs lijkt de operatie vooral door te voeren omdat een aanzienlijk deel van de duizenden katholieke schoolbestuurders ondertussen een vergevorderde leeftijd heeft bereikt, en het eenvoudigweg niet mogelijk zal zijn om evenveel bekwame vervangers te vinden. De Guidmardstraat laat ook niet uitschijnen dat er plannen bestaan om bijvoorbeeld de spreidingspolitiek te centraliseren op niveau van de scholengroep. Dat er geen decreet komt zoals Smet dat voor ogen had, is dus wel degelijk een ‘mislukking’: de visie van de minister zal geen werkelijkheid worden op het terrein.

Maar dat betekent niet dat het een slechte zaak is. In het dossier van de scholengroepen is geen decreet opleggen gewoon de beste optie. Door geen decreet goed te keuren, wordt vermeden dat het Vlaamse onderwijs zonder een voorafgaand publiek debat wordt hertekend en vervormd tot een centralistisch structuur waar de basis nog minder vat op heeft. Minister Smet wordt nogal vaak de grond ingeschreven als een van de slechtste ministers van onderwijs van de laatste decennia, maar laten wij hier dan toch nog eens zeggen: bedankt, Pascal.

Personen

Daniël Walraeve (1988)  is het pseudoniem van een brave historicus die eigenlijk maar één onhebbelijk trekje heeft: hij is een onverbeterlijke consument van traditionele media. Elke dag leest hij zowat alle kranten en elke dag wordt hij dan weer vreselijk boos om een of ander editoriaal of ander naïef opiniestuk. Hij kan er zelf echt niets aan doen, tenzij er af en toe een stukje over plegen voor Doorbraak. Stokpaardjes zijn ideologie, identiteit en samenleven. 

Commentaren en reacties