JavaScript is required for this website to work.
post

Broeders in de misdaad

Vooruitblikken in het verleden

Paul Cordy20/9/2018Leestijd 4 minuten
Generaal Heinz Guderian in Tolotschin, later tijdens de invasie van de
Sovjetunie.

Generaal Heinz Guderian in Tolotschin, later tijdens de invasie van de Sovjetunie.

foto © Reporters

Het niet-aanvalspact tussen de Sovjetunie en nazi-Duitsland was meer dan een defensieve zet van Stalin, het was het begin van een tijdelijk bondgenootschap waarbij intensief werd samengewerkt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het blijven griezelige beelden. Een straat ergens in Brest-Litovsk, nu Wit-Rusland, toen Polen. Op een geïmproviseerd podium staan drie generaals, de Duitsers Heinz Guderian en Mauritz von Wiktorin en de Rus Semjon Krivosjein. Ze schouwen een overwinningsparade. Voor hen marcheren de Duitse troepen voorbij die enkele dagen voordien Brest-Litovsk veroverd hadden. De Russische troepen deden niet mee omdat ze te moe waren na een snelle opmars. Maar de soldaten van het Rode Leger waren wel zo attent een houten triomfboog te bouwen, versierd met rode sterren en swastika’s, waar de Duitsers dan onder konden marcheren.

We schrijven 22 september 1939. Drie weken geleden was nazi-Duitsland Polen binnengevallen. Op 17 september was ook het Rode Leger de grens met Polen overgestoken. Hoewel de officiële overgave nog twee weken op zich liet wachten, was al lang duidelijk dat Polen nooit op kon tegen de Duitse oorlogsmachine en de steun die deze kreeg vanuit het oosten. De opmars verliep bijzonder vlot, zo vlot zelfs dat Guderian al verder stond dan hij had moeten zijn. Brest-Litovsk lag immers achter de demarcatielijn die Duitsland en de Sovjetunie hadden afgesproken. De dag na de parade maakte Guderian dan ook rechtsomkeer naar het stuk Polen dat door Duitsland bezet moest worden.

Duivelspact

Dat Sovjets en Duitsers elkaar op die plek ontmoetten was natuurlijk het gevolg van het Ribbentrop-Molotovpact dat slechts een maand voordien gesloten was, het resultaat van een maandenlang diplomatiek steekspel tussen Frankrijk, Groot-Brittannië, de Sovjetunie en Duitsland omwille van de agressieve expansie van Duitsland. Het geknoei van beide eerstgenoemden deed het voornemen om met de Sovjetunie een effectieve dam tegen die expansie op te werpen mislukken. Als gevolg daarvan vonden Duitsland en de Sovjetunie elkaar – eigenlijk moeten we zeggen: vonden ze elkaar weer – en sloten dus dat pact dat officieel het ‘Non-agressieverdrag tussen Duitsland en de USSR’ heette.

De Sovjetunie en haar verdedigers hebben dit pact altijd voorgesteld als een noodzakelijke verdedigingslijn voor de USSR. Dankzij het pact zou een agressie van Duitsland voorkomen zijn en kocht Stalin ademruimte en tijd. De bufferzone waarin het pact voorzag zou dan noodzakelijk geweest zijn om meer ruimte tussen de Sovjetunie en Duitsland te creëren. Wat natuurlijk een beetje eigenaardig was, want dankzij het pact hadden Duitsland en de Sovjetunie net zoals in 1914 weer een gemeenschappelijke grens. De enkele honderden bijgewonnen kilometers vielen ook totaal in het niets in vergelijking met het uitgestrekte grondgebied van de Sovjetunie – wat in 1941 ook bleek, want op een tweetal weken tijd viel dat hele gebied in Duitse handen. De Duitse historicus Werner Maser toonde trouwens aan dat Duitsland in 1939 niet eens in staat was de Sovjetunie aan te vallen.

Een noodzakelijk kwaad, dat pact? Of moeten we eerder spreken van een bondgenootschap tussen twee totalitaire schurkenstaten? Het bovenstaande verhaal is natuurlijk een mooie illustratie dat de verhouding tussen beide landen wel een stuk beter was dan wat men zou verwachten van twee landen die wantrouwig naar elkaar staan te kijken. Het was ook wat de historicus Wolfgang Leonhard in 1939 ervoer toen hij in Moskou verbleef waar zijn ouders, op de vlucht voor de nazi’s, naartoe waren verhuisd. Hij beschrijft hoe kort na de ondertekening van het pact de bibliotheken plots werden gezuiverd van antinazistische literatuur en auteurs. Leonhard: ‘Enkele maanden na sluiting van het pact zag ik in de leeszaal van de bibliotheek voor het eerst nationaal-socialistische bladen. Ik zie de voorpagina van het satirische nazitijdschrift Die Brennessel nog zo voor me. Daarop stond een tekening van een brandend Coventry met daaronder een SA’er die honend vraagt: “Wilt u een vuurtje, mr. Churchill?”’*

Samenwerking tussen Gestapo en NKVD

De samenwerking bleef allesbehalve anekdotisch. Dat bleek al uit de geheime afspraken rond de invloedssferen in Oost-Europa. Maar de bezetting van Polen was een gezamenlijke bezetting en geen zoveelste Poolse deling. Beide regimes werkten nauw samen met elkaar om iedere mogelijke tegenstand de kop in te drukken. Zo hielden delegaties van de NKVD en de Gestapo niet minder dan vier conferenties waarin de repressie van de Poolse bevolking op elkaar werd afgestemd. Een huiveringwekkend idee eigenlijk dat de kern van de terreurapparaten van beide totalitaire staten vrolijk overlegden hoe ze de Polen onder de knoet konden houden en elk verzet in de kiem konden smoren. Ze maakten afspraken over bevolkingsuitwisselingen en uitwisselingen van krijgsgevangenen. Stalin ging zelfs zo ver dat naar Rusland gevluchte communisten werden opgepakt om aan de Gestapo uit te leveren.

Als uitkomst van één van de conferenties traden zowel de Duitsers als de Sovjets op tegen de Poolse intelligentia. Met de ‘Ausserordentliche Befriedungsaktion‘ trad de Gestapo op tegen de Poolse elite in Krakau, terwijl de NKVD duizenden officieren deporteerde om ze in Katyn neer te schieten. Polen werd het land dat uiteindelijk het zwaarst getroffen werd door de oorlog die door beide buren werd gestart. En dat werkt tot op vandaag door.

Enkele dagen voor het Molotov-Ribbentroppact hadden beide landen eerst een handelsverdrag gesloten, waarbij Russische grondstoffen voor Duitse afgewerkte producten werden geruild. Enkele maanden later kwamen er een tweede handelsovereenkomst en begin 1941 zelfs een derde die in de aanvoer voorzagen van noodzakelijke grondstoffen zoals olie, graan, ijzererts of rubber voor de oorlogsindustrie. Zonder die grondstoffen zou oorlog voeren tegen het westen en later ook tegen de Sovjetunie zeer moeilijk zijn geweest.

Bondgenootschap

De Sovjetunie had daarnaast greep op de wereldwijde communistische beweging. Van het zich onthouden van verzetsdaden in bezet West-Europa – in sommige gevallen resulteerde dit zelfs in een pro-Duitse houding –  tot het organiseren van grootschalige stakingen tegen een mogelijke Amerikaanse oorlogsdeelname of een Amerikaanse steun aan Groot-Brittannië.

Het niet-aanvalspact had uiteindelijk meer weg van een bondgenootschap waarbinnen intensief werd samengewerkt dan van een overeenkomst tussen vijandige mogendheden om elkaar voorlopig geen pijn te doen. Dat Stalin zich daarbij verkeek op de ware bedoelingen van Hitler leidde uiteindelijk  tot een verwoestende oorlog tussen beide, net dat wat Stalin had willen voorkomen. Hij had wellicht gehoopt op een langdurige oorlog tegen het westers kapitalisme, maar kreeg een snelle veroveringstocht in de plaats. Stalin kon zich daarna wel voordoen als het grote slachtoffer van een wereldbrand die hij zelf mee had aangestoken. De Europese Unie riep in 2009 23 augustus, de dag dat het pact werd getekend, uit tot de Europese herdenkingsdag voor de slachtoffers van het stalinisme en het nazisme – een dag waar helaas veel te weinig aandacht aan wordt besteed.


*Wolfgang Leonhard Kanttekeningen bij Stalin, Spectrum, 2009

Paul Cordy is historicus en studeerde daarnaast nog Duitse taalkunde, filosofie en rechten. Hij was free lance journalist, leraar Duits en studiebegeleider Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Hij is districtsburgemeester van Antwerpen en gewezen Vlaams Parlementslid. Hij schreef onder meer "Wij zingen Vlaanderen vrij: Het verhaal achter 75 jaar Vlaams Nationaal Zangfeest', een verhaal dat hij zelf als jarenlang regisseur mee vorm gaf.

Meer van Paul Cordy

‘Ik ben Alexander De Croo, de premier waar 92,5 % van de Belgen niet op zat te wachten en wiens aanstelling 100 % van de Belgen verraste.’

Commentaren en reacties