JavaScript is required for this website to work.
post

Culturele slagaderbreuk

Wim Spaepen16/4/2020Leestijd 3 minuten
Sterke Jan bleek niet direct de grote Vlaamse staatsman waar Vlaanderen op zat
te wachten

Sterke Jan bleek niet direct de grote Vlaamse staatsman waar Vlaanderen op zat te wachten

foto © Reporters / QUINET

De coronacrisis hakt er stevig in, ook in de cultuursector. Zal het noodfonds de sterkste of de zwakste spelers in cultuur helpen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Over de diepe krater die de inslag van het coronavirus achterlaat in het muzikale cultuurlandschap is al veel gezegd en geschreven. De schade is enorm en zal blijven nazinderen. Onze sector is als eerste in quarantaine gezet en zal er waarschijnlijk als laatste, niet in al te beste gezondheid, terug mogen uitkomen.

Lichtpunten

Gelukkig zijn er heel wat mooie initiatieven van organisatoren die proberen de pijn te verzachten door voorstellingen te verplaatsen of deels financieel tegemoet te komen aan de geleden schade. Het is ook bemoedigend om te zien dat er politiek heel wat beweegt en er werk wordt gemaakt om onze sector te ondersteunen.

Want laten we ons niet vergissen: cultuur is en blijft een steunpilaar in onze maatschappij of zoals Nietzsche het muzikaal beschreef: ‘Zonder muziek zou het leven een vergissing zijn’. Op de koop toe is het een sector, die mits de juiste incentives, ook economisch een rol speelt.

Zwaarst getroffen, laatst in de rij

Toch moeten we een aantal kanttekeningen maken bij de ‘solidariteit’ binnen de muzikale culturele sector en de ondersteuningsplannen vanuit de overheid. Normaliter betekent solidariteit dat de sterksten de zwakkeren steunen. Echter, in de muzieksector lijkt het tegenovergestelde aan de gang te zijn.

Het is duidelijk dat de zwaarst getroffen groepen in de eerste plaats de freelancers zijn (met kortlopende contracten die vaak geen recht geven op een werkloosheidsuitkering) en in de tweede plaats de kleine ondernemers zonder subsidies.

Deze beide groepen zijn rechtstreeks afhankelijk van inkomsten uit concerten en opnames die dus sinds de coronacrisis massaal geschrapt zijn. De meeste maatregelen, waar nu het leeuwendeel van de financiële steun wordt ingestopt, zijn jammer genoeg niet voor deze actoren. Desalniettemin zijn er toch een aantal onderhuidse aspecten, verbonden met deze crisis, die eigenlijk een kans kunnen bieden om deze gedupeerden een hart onder de riem te steken.

Solidariteit

Enerzijds zijn er de projectsubsidies. Die zullen, ondanks annulering van uitvoeringen en zelfs volledige projecten, toch uitgekeerd worden zonder enige vorm van controle en verantwoording. Deze financiën kunnen organisaties aanwenden voor andere doeleinden dan waarvoor ze eigenlijk bedoeld zijn.

Anderzijds zijn er de ensembles met vaste werkingssubsidies die verzekerd zijn en doorlopen. Vele van deze ensembles hebben hun freelancers, die vaak een groot deel van het personeel uitmaken, al lang aan de deur gezet. Hoewel sommige ensembles nog vaste kosten hebben (zoals administratie en contractuelen), is de kans zeer reëel dat vele van hen momenteel winst draaien doordat hun (vaste) kosten op dit moment lager liggen dan de inkomsten uit subsidies.

De organisaties die zich in één van deze (luxe-)situaties bevinden, zouden zich kunnen beraden en overwegen om hun inkomsten en reserve ook aan te wenden als ‘COVID19-vergoeding’ voor de freelancers die bij hun tewerkgesteld waren. We kunnen maar hopen dat de Vlaamse regering en administratie hierop zal toezien.

Noodfonds: vol of hol

De kleine niet-gesubsidieerde ondernemer zal eventjes kortstondig gejuicht hebben bij de aankondiging dat er een noodfonds voor cultuur komt. Het ministerie laat echter al verstaan dat dit enkel beschikbaar zal zijn voor de gesubsidieerde instellingen. Dit is een vreemde gedachtegang want laat het net deze instellingen zijn die een buffer en de financiële ruggensteun hebben waarop ze kunnen terugvallen.

Daarenboven zijn het de niet-gesubsidieerde instellingen en ensembles die economisch het interessantst zijn voor de schatkist van vadertje staat. Immers, zij stellen mensen te werk zonder de steun van subsidies en draaien omzet waarop ze belastingen betalen. Het zou een goede beleidskeuze zijn om deze instellingen en ensembles niet te laten verloren gaan…

Wanneer, onder de huidige voorwaarden, op het einde van de rit de lijn getrokken zal worden onder de (negatieve) optelsom van steunmaatregelen, zal het onevenwicht tussen de gesubsidieerde ensembles en de niet-gesubsidieerde ondernemer nóg groter zijn dan voorheen. Het is een zware crisis en de sector hapt naar adem, maar voor de ene staat er op intensieve zorgen een beademingsapparaat klaar en voor de ander niet.

Wim Spaepen is artistiek leider van het Ataneres Ensemble.

Commentaren en reacties