Forum
Verkozen, maar met wiens voorkeur?
Sven Lievens (N-VA): ‘Kiezers naar de mond praten of alle scherpe hoeken van je betoog vijlen om niemand te kwetsen, is vanuit electorale analyse helemaal niet nodig.’
—
Sven Lievens is gemeenteraadslid in Antwerpen, nationaal bestuurder van Jong N-VA en voorzitter van Jong N-VA District Antwerpen. Sven is werkzaam als mandaatassistent aan de Universiteit Antwerpen. De auteur schrijft in eigen naam.
Sven Lievens (N-VA): ‘Kiezers naar de mond praten of alle scherpe hoeken van je betoog vijlen om niemand te kwetsen, is vanuit electorale analyse helemaal niet nodig.’
Gemeenteraadsleden worden niet zelden verkozen met minder dan 1 procent van de voorkeurstemmen. Dat geeft de verkozenen als individu een beperkte legitimiteit, maar het bevordert ook hun strategische onafhankelijkheid. Wiens verkozene is het gemeenteraadslid?
Op 13 oktober werden 7.239 gemeenteraadsleden verkozen voor 285 Vlaamse gemeenten. Een veelvoud van die 7.239 waagde zijn kans om vertegenwoordiger te worden van het meest lokale, het meest tastbare en het vaak ook meest waardering biedende politieke niveau. Gewapend met feiten, minstens met flyers, trokken die vele politieke kandidaten de straten op om mensen te overtuigen hen een voorkeurstem te geven.
Die voorkeurstem, dat heeft u intussen begrepen van uw lokale kandidaat, werd immers des te belangrijker aangezien de kracht van de lijststem werd afgeschaft (de zogenaamde pot). Zo werd niet langer de hoger gerangschikte kandidaat bevoordeeld ten aanzien van de lager gerangschikte kandidaat. De macht van de partijleiding wordt daarmee ingeperkt. Elke kandidaat kan verkozen worden, ongeacht de plaats op de kieslijst, zo lang die maar meer voorkeurstemmen behaalt dan de anderen.
Verdeelde voorkeur
Door een kandidaat een voorkeurstem te geven, beken je kleur over wie eerder de gemeenteraadszetel moet toegewezen krijgen. Aangezien elke partij betracht een lijst in te dienen met evenveel kandidaten als te verdelen gemeenteraadszetels – we moesten maar eens 100 procent van de stemmen halen – zijn er natuurlijk veel meer kandidaten die niet verkozen geraken dan er verkozenen zijn.
Dat houdt ook in dat de voorkeurstemmen van de bevolking over die vele kandidaten verspreid geraken. Daarnaast brengen sommige burgers helemaal geen voorkeurstem uit, maar een loutere lijststem of blijven vele stemgerechtigden thuis. Rechtstreeks gevolg daarvan is dat vele verkozenen minder dan 1 procent van de voorkeurstemmen van de stemgerechtigde bevolking verkrijgen.
Grote kandidaat, kleine lijst
Daarenboven bevoordeelt het systeem Imperiali, dat de wiskundige berekening bevat om de gemeenteraadszetels te verdelen tussen partijen en waarmee ik u verder niet lastigval, de grootste partij. Daardoor zijn personen met meer voorkeurstemmen dan personen van een andere partij soms niet verkozen omdat ze tot een kleinere partij behoren. Zo kreeg de lijsttrekker van een kleine partij in Antwerpen meer voorkeurstemmen dan zeven kandidaten van de grootste lijst, terwijl die lijsttrekker geen zetel (meer) behaalde en de zeven andere kandidaten wel.
Het beperkte percentage voorkeurstemmen voor een individuele kandidaat en de soms vreemd ogende gevolgen van dat systeem Imperiali nopen tot twee relevante conclusies. Ten eerste, geeft het de verkozene – als individu – een beperkte legitimiteit. Ten tweede, zorgt het voor een voordelige strategische autonomie. Ik verklaar me nader.
Beperkte legitimiteit, maar strategische autonomie
Een verkozene in de gemeenteraad met een – vaak logischerwijs – beperkt aantal voorkeurstemmen heeft als individu geen ongebreidelde legitimiteit. Individuen werden voornamelijk verkozen omwille van hun lijst en dus partij waartoe ze behoren. De steun die de partij en dus de partijstandpunten kregen, heeft een veel grotere legitimiteit dan de ideeën of de persona van de individuele verkozene zelf.
De casus over Antwerpen leerde dat verschillende verkozenen niet zelden hun zetel te danken hebben aan hun partij. Die vaststelling zet aan tot nederigheid. Het zorgt ervoor dat die verkozenen zichzelf niet moeten beschouwen als orakel of als pas verkozen kennisepicentrum, zonder dat ik daarmee afbreuk wens te doen aan ieders individueel sterk resultaat.
Eveneens een conclusie is dat je slechts een beperkt aantal voorkeurstemmen moet halen om verkozen te worden in de gemeenteraad. Dat geldt eens te meer als jouw partij de grootste is. Op het individuele niveau zorgt dat eveneens voor strategische autonomie. Een verkozene kan naar eigen goeddunken het gemeentelijk belang nastreven. Dat houdt in dat het individuele raadslid geen speelbal hoeft te zijn van deze of gene belangengroep.
Dreigt vzw ‘Red de bosduif’ geen steun meer te verlenen aan je kandidatuur en haar leden te instrueren geen stem uit te brengen op jou? Dat mag dan wel wezen. Het individueel welslagen van de kandidaat is daar niet per definitie van afhankelijk. Kiezers naar de mond praten of alle scherpe hoeken van je betoog vijlen om toch maar niemand te kwetsen, is vanuit die electorale analyse helemaal niet nodig. Het beperkt aantal benodigde voorkeurstemmen geeft een kandidaat, maar dus ook een verkozene die later een herverkiezing beoogt, voldoende beweegruimte om in alle onafhankelijkheid dossiers te beoordelen en beslissingen te maken in het gemeentelijk belang.
Verbonden met de partij
Slotsom blijft toch voornamelijk dat het individueel raadslid verbonden is met zijn of haar partij. Het gemeenteraadslid is in feite verkozen namens de partij, minstens op basis van de partijstandpunten, het eerder gevoerde beleid of de gesmaakte oppositie en ontleent daaraan een significant deel van haar legitimiteit. Met haar strategische autonomie is het raadslid grotendeels ongebonden, maar de individueel gemaakte keuzes van de raadsleden vormen finaal het totaalbeeld van de partij, waar opnieuw het totale zetelaantal van de partij afhankelijk van is.
Zodoende is het lot van de verkozenen binnen een partij op innige wijze met elkaar verbonden. Het is zaak om samen te scoren en dus ook om ieders bezorgdheden in de coalitie mee te nemen. Zo wordt machtsconcentratie vermeden, maar blijft politiek toch teamsport. Het individuele gemeenteraadslid is eigenlijk ook maar een speler van dat team. Particratie… zegen of vloek?
Categorieën |
---|
Sven Lievens is gemeenteraadslid in Antwerpen, nationaal bestuurder van Jong N-VA en voorzitter van Jong N-VA District Antwerpen. Sven is werkzaam als mandaatassistent aan de Universiteit Antwerpen. De auteur schrijft in eigen naam.
Karel Van Eetvelt: ‘Er moet dringend een forse mentaliteitsverandering komen.’
‘Progressieve mythes’ zijn gevaarlijk, zegt professor Michael Huemer. Ze leiden tot slecht beleid en polariseren de samenleving. Vooral voor minderheidsgroepen zijn ze een ramp.