JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Integratie en cultuurconflicten

John Croughs28/8/2018Leestijd 9 minuten
Cultuurverschillen zorgen voor conflicten, maar integratie is mogelijk en
noodzakelijk voor het vredig samenleven.

Cultuurverschillen zorgen voor conflicten, maar integratie is mogelijk en noodzakelijk voor het vredig samenleven.

foto © Nick Hannes

Integratie is nooit makkelijk. Erken cultuurconflicten, en begrijp dat integratie ook van de samenleving inspanning vraagt

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Integreren is een werkwoord.

Wanneer men spreekt over mislukte integratie, spreekt men tegenwoordig vaak over moslims die radicaliseren in de geloofsbelijdenis en zich daardoor buiten de samenleving plaatsen. Dit is een verkeerde voorstelling van het integratiedebat, waardoor niet de juiste zaken benoemd worden en er niet gezocht wordt naar de juiste oplossingen.

Wat is dan wel die ‘mislukte integratie’?

Zich integreren is meer dan enkel werken of schoolgaan, belastingen betalen, de taal spreken en zich aan de wet houden. Het gaat om een deelname aan de maatschappij in al haar opzichten. De belangrijkste en eerste stappen zijn vanzelfsprekend de taal leren (en ze gebruiken!) én een job zoeken of naar school gaan. Maar minstens zo belangrijk en dringend is het contact opzoeken met de autochtone bevolking en liefst op een proactieve manier.

Van zodra dit contact gelegd is, is de volgende stap een deelname aan de maatschappij. Deze deelname gaat verder dan naar school gaan, gaan werken en wat voetballen op het pleintje. Het is een soort onderdompeling in de gewoontes, gebruiken en bezigheden van de maatschappij waarin men wil integreren. Voorbeelden hiervan zijn legio: de autochtone media raadplegen, deelnemen aan verenigingen (jeugdbeweging, sportclub, cultuur, politiek, …), sociale netwerken uitbouwen binnen de autochtone gemeenschap en last but not least: het gedrag, indien nodig, aanpassen aan de waarden en normen die men binnen de maatschappij (min of meer) hanteert.

De persoonlijkheidskenmerken van een samenleving

Iedereen kan zich zulke integratie best wel voorstellen: telkens wanneer men een vakantie doorbrengt in het buitenland wordt men geconfronteerd met de gewoontes, de waarden en de normen van een andere maatschappij of cultuur en past men zich in bepaalde mate aan om wrijvingen of zelfs conflicten te vermijden.

Natuurlijk leven er binnen elke (sub)cultuur vele verschillende principes, waarden en visies. Maar toch is het mogelijk om voor elke samenleving, op basis van enkele macro-parameters, een (gemiddelde) gemeenschappelijke cultuur te omschrijven.

Wanneer de verschillen van twee culturen groot zijn én haaks op elkaar staan of minstens tegengesteld zijn aan elkaar, zijn er conflicten. Een bekend conflict is het extraverte gedrag van de gemiddelde Nederlander versus de ingetogenheid (bescheidenheid) van de gemiddelde Vlaming. Toch zijn de cultuurverschillen slechts beperkt en vooral niet erg tegengesteld aan elkaar, waardoor er haast geen conflicten bestaan tussen de Nederlandse immigranten en de Vlaamse autochtonen. Nochtans vormen ‘Hollanders’ één van de grootste groepen allochtonen in onze samenleving.

Bij cultuurconflicten draait het niet zozeer om goed of slecht, maar om anders. Mensen gedragen zich volgens hoe men zich heeft leren gedragen en een grote oorzaak van het gemiddelde menselijke gedrag is de cultuur. Dit wil niet zeggen dat elk cultuurverschil zomaar dient te worden aanvaard, maar men moet steeds beseffen dat men (bijna) elk gedrag stelt omwille van hoe het is aangeleerd. Dus een afkeuring van een bepaald gedrag, een bepaalde traditie of een bepaalde norm moet gebeuren met begrip van het cultuurverschil en leidt niet altijd tot een aanpassing. Enkel wanneer de (bevolkings)groep die de afkeuring ontvangt deze ook accepteert, kan er een verandering worden ingezet.

Zonder match, geen integratie.

Wanneer mensen immigreren uit een cultuur die op vele vlakken, zowel in aantal als in gewicht, botst met de cultuur van de te integreren samenleving, is er een andere belangrijke factor die mee bepaalt of er al dan niet veel en grote conflicten ontstaan: het aantal mensen dat van de specifieke cultuur immigreert. Een beperkt aantal nieuwkomers uit één cultuur zal zich vrij onderdanig opstellen tegenover de bestaande samenleving, waardoor de problematische cultuurverschillen minder aan de oppervlakte komen. Wanneer het om een groot aantal gaat, zullen de nieuwkomers zich daarentegen veel assertiever gedragen, waardoor een natuurlijke en snelle aanpassing aan de nieuwe cultuur minder vanzelfsprekend is.

In het debat over de ‘mislukte integratie’ gaat het vooral over mensen die hun afkomst vinden in de Arabische wereld, waarvan een groot deel moslim is. De grootste groep daarbinnen is de Marokkaanse gemeenschap, louter omdat er van deze gemeenschap historisch gezien de meeste mensen zijn geïmmigreerd. Dit wil niet zeggen dat een Marokkaan(se) moeilijker integreert dan bijvoorbeeld een Egyptenaar. Voor hetzelfde geld zijn er in verhouding tot het aantal aanwezigen meer goed geïntegreerde Marokkanen dan Egyptenaren.

Men kan niet anders dan opmerken dat de culturele eigenschappen van de Vlaamse of zelfs de westerse cultuur en de Arabische cultuur grote verschillen vertonen en deze verschillen vaak haaks op elkaar staan.

Botsing 1: religie

De belangrijkste tegenstrijdigheid is het geloof, hetwelk veel van de waarden, normen, tradities en gewoontes heeft vorm gegeven. Vanzelfsprekend is het geloof en de mate waarin men dit aanhangt een grote oorzaak van botsingen tussen culturen. De grootste kloof ontstaat tussen een cultuur waarin godsdienst een onbeduidende plaats heeft en een cultuur waarin godsdienst een heel belangrijke plaats inneemt. Nog spannender wordt het wanneer de agnostische/atheïstische cultuur is ontstaan uit een religie die niet dezelfde is dan die van de godsdienstige immigrerende cultuur.

Op zich zou dit geen probleem hoeven te zijn, net zoals een persoon die veganist is kan gedijen in een maatschappij waarin veganisme als onbelangrijk aanzien wordt. Maar een godsdienst kan niet vergeleken worden met een overtuiging zoals veganisme. Een godsdienst profileert zich als een waarheid die strikt nageleefd dient te worden en verwerpt tegelijkertijd alle alternatieve overtuigingen. Religie heeft een eigen wetgeving met geboden en verboden en tal van regels. Dit geloofswetboek is op de koop toe door mensen gemanipuleerd doorheen de tijd, waardoor het onduidelijk is welke wetten en regels effectief tot het geloof behoren. Deze wetten, regels en principes lopen niet evenwijdig met deze van de autochtone samenleving, met alle gevolgen van dien.

Botsing 2: sociale beleving

Minder evident, maar niet onbelangrijk, is het verschil in sociale beleving. In de Arabische gemeenschap is dit contact veel intenser. Enerzijds kan de nogal individualistische, ingetogen, rustige, serene en zelfs timide Vlaming onder de indruk zijn wanneer deze geconfronteerd wordt met luidruchtige, gesticulerende groepen Arabisch sprekende mensen (vaak mannen). Anderzijds kan de naar de grond kijkende passerende Vlaming asociaal en ongeïnteresseerd overkomen. Deze vicieuze cirkel maakt een eerste (broodnodige) contact niet makkelijk.

Botsing 3: man en vrouw

De mannelijke dominantie in de Arabische wereld is veel groter dan in de Vlaanderen. Deze machocultuur heeft  bijvoorbeeld een agressievere vorm van conflicthantering als gevolg.  In de Arabische cultuur is non-verbaal, verbaal en fysiek ‘geweld’ meer aanwezig dan in de Westerse cultuur. Dit verschil van conflicthantering is een belangrijke bron van wantrouwen en angst. Een ander gevolg van die dominante positie van de man is (logischerwijze) de onderdanige of zelfs onderdrukte plaats van de vrouw (en bij uitbreiding van kinderen). Wanneer de genderstatus tussen 2 culturen heel erg verschilt zal dit vanzelfsprekend leiden tot conflicten.

Botsing 4: afgeremde seksualiteit

Zowel het geloof als een mannelijke dominantie veroorzaken een afgeremde seksualiteit. Dit is misschien wel het meest conflicterende verschil. Wanneer een natuurlijke vorm van seksualiteit wordt afgeremd, wordt tegelijkertijd een ‘normale’ menselijke ontwikkeling gemanipuleerd doordat allerlei gevoelens (verliefdheid, lust, jaloezie, bevrediging, zelfzekerheid, …) niet (voldoende) kunnen plaatsvinden. Het is normaal dat dit negatieve gevolgen kan hebben binnen de sociale context van een maatschappij. Deze negatieve gevolgen zullen beperkt zijn wanneer de hele maatschappij daaraan is aangepast, maar wanneer zo’n cultuur emigreert naar een samenleving die daaraan niet is aangepast en er zelfs tegengesteld aan is, dan zijn de negatieve gevolgen erg groot.

Botsing 5: handel

In de Arabische samenleving is men veel assertiever wanneer het gaat over kopen en verkopen. De prijs en de voorwaarden worden veel intenser bediscuteerd dan in de westerse samenleving waar men in het algemeen op een afstandelijke en weinig assertieve wijze tot een transactie komt. Dit ‘marktgedrag’ lijkt banaal, maar omdat handel dé situatie bij uitstek is waar beide culturen met elkaar in contact komen, is dit wel cruciaal. Wanneer deze contacten niet spontaan en met vertrouwen verlopen, verloopt de integratie moeilijker.

Wantrouwen is geen racisme

Als gevolg van deze kleine en grote conflicten is er geen integratie zoals boven beschreven en dus geen allesomvattende deelname door de nieuwkomers aan de maatschappij. Het gevolg daarvan is een wederzijds wantrouwen. Als gevolg van dit wantrouwen ontstaat er een discriminatie tussen beide culturen waarbij vooral de nieuwkomers worden getroffen omdat de bestaande samenleving nog steeds het meeste macht in handen heeft door aan de aanbodzijde te staan van werk, huisvesting, handel, enzovoort. Dit is geen racisme, noch een vorm ervan. Het is wel een vorm van discriminatie die weliswaar voortkomt uit een al dan niet terechte vorm van wantrouwen.

Maar deze (logische) discriminatie heeft wel een bijkomstig nadelig gevolg hetwelk het hele cultuurconflict nog groter maakt, namelijk criminaliteit. In verhouding zijn er veel meer strafbare feiten die gepleegd worden door Arabische allochtonen dan door autochtonen. Dit heeft meerdere oorzaken, maar het is vrij zeker dat discriminatie op de arbeids- en de woonmarkt eveneens zorgt voor criminaliteit. Er ontstaat dus een vicieuze cirkel die moeilijk te doorbreken is, maar waarvoor niet zomaar 1 verantwoordelijke kan worden aangeduid. Het ene is een gevolg van het andere en sommige reacties op bepaalde fenomenen zijn misschien niet ‘goed’ te noemen, maar wel logisch of menselijk.

Wees welkom

Natuurlijk staat of valt een integratie van een cultuur binnen een andere cultuur niet enkel met de overeenstemmingen (of juist het gebrek eraan). Ook de maatschappij die men wenst te immigreren heeft een grote verantwoordelijkheid over het resultaat van de integratie. Om de integratie tot een succes te maken zal de maatschappij zich enerzijds gastvrij moeten opstellen en de nieuwkomers moeten helpen om te integreren. Anderzijds zal de maatschappij zich ook flexibel moeten opstellen en haar eigen waarden, normen en vooral gebruiken steeds opnieuw in vraag moeten stellen en indien nodig zelfs aanpassen.

Om de gastvrijheid en het integratieproces te doen slagen, is een goede spreiding van nieuwkomers over de maatschappij een must. Indien dit niet gebeurt, ontstaat er een getto van de immigrerende cultuur binnen de samenleving en is er geen sprake van interactie en bijgevolg ook niet van een deelname aan de bestaande maatschappij. Dit is een zeer moeilijke opdracht omdat ook de nieuwkomers van een zelfde cultuur elkaar opzoeken binnen de nieuwe maatschappij én omdat de bestaande infrastructurele en sociale voorzieningen vaak niet zijn voorbereid op een gezonde spreiding. Een ander voorbeeld is het informeren en onderrichten van de autochtone burgers over de nieuwkomers (hun gebruiken, geschiedenis, reden van immigratie,…) en het informeren en onderrichten van de nieuwkomers over de te integreren samenleving, zodoende van bij de start van de integratie een wederzijds begrip te creëren.

Een laatste punt met betrekking tot de gastvrijheid is de opname van de nieuwkomers in de arbeidsmarkt en vooral in de openbare sector. Enkel wanneer de nieuwkomers een zichtbare plaats krijgen in de tewerkstelling van de openbare sector, zal men zich als immigrerende cultuur opgenomen voelen in de samenleving. Vooral bij de politie is dit een cruciaal gegeven, omdat de politie het ultieme contact vormt tussen de staat en haar inwoners. Hoewel quota altijd een allerlaatste redmiddel moeten zijn en zoveel mogelijk vermeden moeten worden, kan het zijn dat deze voor onderwijs, huurmarkt en openbare arbeidssector, gedurende een bepaalde periode én in bepaalde mate, een onoverbrugbaar probleem mee kunnen oplossen.

Zelfreflectie

Wat betreft de flexibiliteit die een samenleving aan de dag moet leggen om een succesvolle integratie te garanderen zijn de voorbeelden delicater, omdat er meer emotie mee gepaard gaat. Tradities, gewoontes en zeker waarden en normen worden niet vaak en vooral niet graag in vraag gesteld. Nochtans kunnen deze een serieuze discriminatie teweegbrengen in het nadeel van de nieuwkomer.

Wanneer we een blik werpen op het geloof, merken we onmiddellijk een grote wanverhouding tussen de plaats van het christendom binnen de maatschappij en deze van de islam. Zo denken we aan feestdagen, het middenveld, het verenigingsleven, de plaats van De Kerk en niet in het minst het onderwijs. Hoewel de gemiddelde Vlaming niet meer gelovig is of het geloof niet praktiseert, is de hele samenleving doordrongen van het christendom. Voor de Vlaming is het godsdienstige gedeelte niet meer relevant, maar is dit alles een gewoonte of een traditie geworden. De vraag is of dit al dan niet in vraag gesteld mag en kan worden, want door alles te laten zoals het is, is een goede integratie van een andersgelovige per definitie niet mogelijk vanwege de geloofsdiscriminatie.

Voor wat hoort wat

Het uitwerken van een gemeenschaps-waardenkader met juridische kracht zou een eerste stap kunnen betekenen in de richting van een duidelijk samenlevingscontract. Universele waarden, gedragen door de democratische samenleving, worden zo afdwingbaar. Zonder dit dwingend karakter blijft het een mooi lijstje van dure of wollige woorden. Begrippen als gendergelijkwaardigheid, holebi-tolerantie, secularisme, zelf(spot), vrije meningsuiting, geloofstolerantie, geweldloosheid, enzovoort zijn ‘heilige’ begrippen.

Nieuwkomers zouden als eerste stap in de integratieprocedure een opleiding moeten volgen die hen, naast de taal en de praktische informatie, ook de gebruiken, tradities en waarden aanleert. De start van de effectieve integratie kan pas na het slagen voor een integratietest. Het integratietraject loopt dan gedurende enkele jaren waarbinnen de nieuwkomer kan bewijzen dat hij of zij het staatsburgerschap verdient. Een job, een blanco strafblad, de taalbeheersing en respect voor de rechtsstaat en de democratie zijn enkele onderwerpen die doorslaggevend zullen zijn bij het uiteindelijk uitreiken van een lidkaart van de te integreren samenleving.

Met elkaar opgescheept

Het uiteindelijke doel van een geslaagde integratie is om een verbondenheid met de samenleving te creëren. Want zonder zich verbonden te voelen aan de samenleving, zal men zich ook niet verantwoordelijk opstellen tegenover de samenleving. Maar ook al worden van beide zijden vele inspanningen geleverd om de multiculturele samenleving te doen lukken, kan het zijn dat de verschillen op een bepaald moment té groot zijn. Dit is niet anders dan een relatie tussen 2 mensen die erg verschillend zijn van elkaar en die ondanks wederzijds begrip voor elkaars karakter er niet in slagen om ‘vredig’ samen te leven.

Voor deze 2 mensen is dat niet fijn, maar zij kunnen ervoor kiezen om een afstand te bewaren waardoor tegelijk de conflicten verminderen of zelfs verdwijnen. Dit kan niet (meer) voor de multiculturele samenleving. De vraag is dan hoe de samenleving daarmee moet omgaan. Heeft de bestaande samenleving het recht om meer aanpassing te eisen van de immigrerende cultuur dan dat zij zichzelf aanpast aan de immigrerende cultuur? Dit lijkt mij alleszins logisch.

Het punt, waarop de grenzen van ‘zich aanpassen aan elkaar’ bereikt wordt, zal steeds leiden tot conflicten en zal zich hopelijk steeds verder weg bevinden.

Elke samenleving die geconfronteerd wordt met botsingen tussen de culturen van haar inwoners, zal enerzijds moeten afwegen in hoeverre zij haar waarden, normen en gewoontes wil en kan aanpassen en anderzijds zal zij eisen moeten stellen aan de immigrerende cultuur, zodat er in de samenleving echt sámen geleefd kan worden.

John Croughs (Twitter: @J_Croughs) is vader, projectontwikkelaar en Buggenhoutenaar en volgt maatschappelijke evoluties op de voet.

Meer van John Croughs

John Croughs: ‘Zowel een beperking van deze migratiebeweging als een integratiebeleid werden door toedoen van de moraliserende media onmogelijk gemaakt.’

Commentaren en reacties