De Catalaanse president Lluis Companys (1882-1940)
Leven en vooral dood van een links-republikeinse nationalist
Vandaag 75 jaar geleden werd de president van Catalonië gefusilleerd door het Franco-regime. Een artikel uit de oude doos.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGisterenavond, na 10 uur ’s avonds in Catalonië. Honderdduizenden Catalanen plaatsen een kaarsje voor het raam aan de straatkant. Ze ontsteken het kaarsje. Zo herdenken ze de 75e verjaardag van de terechtgestelde eerste minister-president van Catalonië.
Toeval of niet. Vandaag, 15 oktober 2015, moet de huidige Catalaanse minister-president verantwoordiging afleggen voor de rechtbank voor zijn ‘illegale’ daden bij de organisatie van het al even ‘illegale’ onafhankelijkheidsreferendum op 9 november (9N) vorig jaar.
*
* *
Voorstanders van Catalaanse onafhankelijkheid halen dezer dagen de wereldpers met een kilometerslange mensenketting, maar aan het begin van de vorige eeuw moesten ze vooral uit de klauwen van de heersende klasse zien te blijven. Het tumultueuze leven van de linkse republikein Lluis Companys is daar een sprekend voorbeeld van. Hij bekocht zijn idealisme en overtuiging uiteindelijk met de kogel op 15 oktober 1940, vandaag 73 jaar geleden.
Lluis Companys wordt geboren in 1882, midden in de zogeheten ‘Restauratie van Spanje’. Hij groeit op in deze woelige periode waarin de politieke tegenstellingen almaar groter worden. Lluis studeert rechten en richt al tijdens zijn studententijd een republikeinse vakbond op. Van dan af zet hij zich actief in voor allerlei linkse, republikeinse en separatistische acties en groeperingen, waardoor hij verschillende keren wordt opgepakt en op de lijst met ‘staatsgevaarlijke individuen’ belandt.
Aan het begin van de vorige eeuw is Spanje in niet zo’n beste vorm. Van de voormalige koloniale mogendheid schiet niks meer over en de laatste oorlogen tegen de Verenigde Staten en de Noord-Afrikaanse Rif-Republiek hebben veel geld en levens gekost. De ontevredenheid is groot. Bij de, voornamelijk linkse, oppositie groeit de drang naar een republiek met meer autonomie voor de verschillende regio’s. De rechts-conservatieve machtshebbers houden echter vast aan het unitaire Spanje, geleid door de koning en gesteund door de kerk en het leger.
In 1922 wordt Miguel Primo De Rivera aangesteld als kapitein-generaal van Barcelona met als taak de opstandige regionalisten in Catalonië weer in het gareel te krijgen. De Rivera vind echter dat hij daar niet voldoende steun voor krijgt vanuit de centrale regering en stelt de koning voor om het parlement op te heffen en een militaire dictatuur te installeren, naar zijn grote voorbeeld Benito Mussolini. De koning stemt hiermee in en in 1923 pleegt De Rivera een militaire staatsgreep, ontbindt regering en parlement en verbiedt alle politieke partijen met uitzondering van zijn Unión Patriotica (Patriottische Unie).
Lluis Companys en zijn companen weigeren zich hierbij neer te leggen en blijven allerlei links-republikeinse en autonomistische groeperingen en bewegingen oprichten. Waarvoor ze uiteraard telkens weer achter de tralies belanden. Intussen worden de tegenstellingen grimmiger en de onrust groter. De Rivera krijg ook in eigen rangen steeds meer kritiek en treedt uiteindelijk af in 1930. Door zijn steun aan de militaire dictatuur kan ook de koning op weinig aanhang meer rekenen en na de gemeenteraadsverkiezingen van 1931, waarbij de republikeinen overal als grote winnaar uit de bus komen, treedt ook hij af en vertrekt naar Frankrijk. De Tweede Spaanse Republiek is een feit.
Companys, die intussen de oprichting van de Esquerra Republicana de Catalunya (ERC, Catalaans Republikeins Links) gemist heeft omdat hij weer maar eens was opgesloten, wordt vrijgelaten en opgenomen in de partijraad. De ERC roept de ‘Catalaanse republiek binnen de Spaanse Federatie’ uit, die een jaar later ook door de Spaanse regering erkend wordt. In 1933 wordt Companys verkozen tot voorzitter van de ERC en wanneer zijn partijgenoot, Francesc Maciá, in 1934 overlijdt, volgt hij hem op als President van Catalonië.
Het rechtse kamp blijft intussen niet bij de pakken zitten en verzamelt zich in februari 1933 in de Confederación Española de Derechas Autónomas (CEDA, Spaanse Confederatie van Autonome Rechtse partijen). Deze ultrarechtse groep sympathiseert met Hitler en Mussolini en neemt de volgens hen lakse en gevaarlijk communistische houding van de republikeinen op de korrel.
Wanneer de CEDA in 1934, na heel wat politiek getouwtrek, in de Spaanse federale regering wordt opgenomen, leidt dit tot massaal protest bij de linkse republikeinen. De autonome regio’s willen zich verder losmaken van het centrale (rechtse) gezag en in Barcelona roepen Lluis Companys en zijn ERC de onafhankelijkheid van de Republiek Catalonië uit. Het Spaanse leger drukt de opstand echter overal met harde hand de kop in, waarbij honderden mensen gedood worden. President Companys en zijn voltallige Catalaanse regering worden, nog maar eens, achter de tralies gestoken.
In aanloop naar de verkiezingen van 1936 ontstaan opnieuw twee grote kampen: het linkse Frente Popular (Volksfront) en het rechtse Frente Nacional (Nationaal Front). De eerste winnen nipt de verkiezingen en herstellen de federale republiek met verregaande autonomie voor de regio’s. Companys en zijn regering worden vrijgelaten en mogen hun ambt opnieuw uitoefenen.
Het leger, dat door de Spaanse linkse republikeinse regering aan banden wordt gelegd, komt echter in opstand, daarbij gesteund door de rechts-conservatieve nationalisten. Op 17 en 18 juli 1936 plegen de militairen een halve staatsgreep en breekt de Spaanse Burgeroorlog uit.
De Spaans-nationalistische opstandelingen onder leiding van generaal Franco rukken gestadig op, gesteund door het fascistische Italië en Nazi-Duitsland (Guernica!) en wanneer op 26 januari 1939 ook Barcelona valt, vluchten Companys en zijn regering naar Frankrijk. Een jaar later lopen de Nazi’s Frankrijk onder de voet en op 13 augustus 1940 wordt Lluis Companys door de Gestapo opgepakt. Een maand later leveren de Duitsers hem uit aan de Spaanse autoriteiten die hem overbrengen naar het hoofdkantoor van de Spaanse Nationale Veiligheidsdienst. Daar wordt Companys vijf weken lang in eenzame opsluiting gehouden, en tussendoor mishandeld en gemarteld.
Op 15 oktober 1940 wordt hij voor een militaire rechtbank in minder dan een uur veroordeeld tot de dood en om 6.30 uur ’s morgens in de slotgracht van het kasteel van Montjuic voor het vuurpeloton gezet.
Zijn dood wordt elk jaar trouw herdacht met een wake, wat steevast voor verhitte discussies zorgt. Voor de Catalanen is hij immers een echte martelaar, die symbool staat voor de legitimiteit van het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven. Voor de Spaanse unitaristen is hij dan weer een opportunist die van de burgeroorlog misbruik wilde maken om Catalonië af te scheiden. Een historisch feit staat in elk geval vast: Lluis Companys is tot op heden de enige democratische verkozen president in Europa die geëxecuteerd werd.
Tom Garcia (1967) is zelfstandig reclameman met grote interesse voor migratie, integratie en gemeenschapsvorming. Hij is bezieler en kernlid van Vlinks.
100 jaar geleden stierf de linkse activist Herman Van den Reeck. Hij raakte zwaargewond door een politiekogel tijdens een Vlaams-nationale betoging. Daarmee werd hij een icoon van een aparte generatie.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.