JavaScript is required for this website to work.
post

Vlaams-nationalisme: het socialisme achterna?

Als de top breder wordt dan de basis

Tom Garcia21/11/2018Leestijd 4 minuten
1 meibetoging in Oostende, 2011. Het socialisme werd er ondertussen ook naar
huis gespeeld.

1 meibetoging in Oostende, 2011. Het socialisme werd er ondertussen ook naar huis gespeeld.

foto © Reporters

Als we een ding van de socialisten kunnen leren, is het wel dat het verwaarlozen van je ideologie op lange termijn niet rendeert tot zelfs nefast kan zijn.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Over de teloorgang van de sociaaldemocratie zijn al ettelijke studies en analyses neergepend, de ene al wat dramatischer dan de andere. In wezen komt het echter neer op één heel simpele ‘evolutie’, namelijk het verlaten, volgens sommigen zelfs het verraden, van de kern van de eigen ideologie voor  politieke macht. Het Vlaams-nationalisme lijkt nu dezelfde weg op te gaan.

Socialisme

Iedereen is het er min of meer over eens dat de neergang van de sociaaldemocratie in onze contreien ingezet werd toen politieke haantjes-de-voorste op de proppen kwamen met ‘De Derde Weg’. Deze beweging werd in de jaren 90 van de vorige eeuw voorgesteld als het lichtend pad naar een sociale en welvarende toekomst. De Derde Weg zou immers het beste van het socialisme koppelen aan het beste van het kapitalisme. De verzorgingsstaat en de vrijemarkteconomie zouden ons hand in hand naar een harmonieuze samenleving leiden.

Om tot dat evenwicht te komen, moest er natuurlijk bijgestuurd worden en dienden de scherpe kanten van het socialisme stevig bijgevijld te worden. Aanvankelijk bleek dat best vlotjes te gaan. De socialistische partijen boerden goed en regen de verkiezingsoverwinningen aan elkaar. Bij ons leek een getalenteerde politieke generatie op te staan die met verfrissende ideeën aan de ideale samenleving bouwden. Maar ze bleken zich vooral comfortabel in het centrum van de nationale macht te nestelen. Dat daarvoor essentiële standpunten en waarden van de eigen ideologie op de schop moesten, werd verpakt als een normale stap in de evolutie van de sociaaldemocratie.

Maar zoals iedereen weet: als je je nagels te kort knipt of vijlt, gaat dat vroeg of laat pijn doen. En zo is het ook gegaan: de sociaaldemocratie schoof zodanig naar het midden op dat ze nu tussen de plooien op haar gat ligt. De grote droom die de zogenaamde Teletubbies (Steve Stevaert, Patrick Janssens, Frank Vandenbroucke en Johan Vande Lanotte) ons voorschotelden, is als een grote zeepbel uit elkaar gespat. Wat overblijft, zijn een paar plakkerige plekken en de geur van verschraalde zeep. Het socialisme ligt voor pampus, de hoofdrolspelers zijn verdwenen en de achterblijvers zoeken nu vertwijfeld naar houvast bij een verschrompelde achterban. De vrijemarkteconomie, die geen principes heeft en dus geen toegevingen te doen heeft, heeft zich intussen volgevreten aan de neoliberale vruchten. Maar onverzadigbaar als ze is, zoekt ze nu de nieuwe trend van de tijd om lekker op te parasiteren.

En daar is het Vlaams-nationalisme

Terwijl het ‘nieuwe’ socialisme zijn hoogdagen beleefde, zat het Vlaams nationalisme in het slop. Na het uiteen vallen van de Volksunie, probeerden de Vlaamsgezinden zich te hergroeperen. Uiteindelijk bleek de traditionele tak het te halen en al snel nam Bart De Wever het roer in handen om de N-VA in de rechts-conservatieve grondstroom te maneuvreren waar Vlaanderen zich volgens hem in bevond, weg van het verfoeide socialisme zoals het verpersoonlijkt werd door de Waalse PS.

Met opvallende acties tegen de gewraakte transfers en voor de splitsing van BHV roerde de N-VA moeiteloos de communautaire trom en leek de strijdvaardigheid van weleer weer herwonnen te zijn. Maar om verder te groeien, moest de vijver groter worden dan enkel de Vlaamsgezinden. Het sociaaleconomisch rechts-liberale verhaal klonk de grote geldmachinisten natuurlijk als muziek in de oren, dus werd meteen het karretje aan de nieuwe locomotief gehangen.

Er moest uiteraard wat bijgestuurd worden, want dat communautaire gehakketak is misschien wel voor eventjes amusant, maar het mag de winstmaximalisatie niet in de weg staan. Het hele gedoe rond BHV en de daaropvolgende recordbrekende regeringsvorming zorgde toch voor net iets te veel vervelende toestanden waar grote aandeelhouders niet zo mee gediend zijn. Wilde de N-VA dus nog verder groeien, dan kon ze zeker op de steun van het kapitaal rekenen, op voorwaarde dat die communautaire trom eventjes aan de kant werd gezet.

Herstelbeweging

Plots was daar de ‘economische herstelregering’ en werd na de grootste overwinning ooit voor een Vlaams-nationale partij het communautaire onverbiddelijk in de frigo gestoken. Net als bij de socialisten werd voor de ‘derde weg’ gekozen, namelijk die van het grote geld, vermomd in de ‘vrije’ markteconomie en aantrekkelijk ‘gemarketed’ als ‘economische herstelregering’. En net als bij de socialisten blijft de achterban verdeeld en verdwaasd achter. Zij die toch enige bedenkingen uitten, werden meteen afgedaan als achterhaald of zelfs volledig aan de kant geschoven. Denk maar aan uitspraken als ‘de enige bijdrage die de Vlaamse Volksbeweging nog kan leveren aan een onafhankelijk Vlaanderen, is ophouden te bestaan’ of het wegwerken van Veerle Wouters en Hendrik Vuye.

Net als bij de socialisten werd de beweging leeggezogen ten voordele van de partijpolitieke poot. De overgeblevenen liepen en lopen zich vervolgens vast in discussies over de weg die de beweging dan maar moet bewandelen, radicaal ideologisch als luis in de pels van de politici of pragmatisch geduldig als steun voor de strategisch aantrekkelijke, maar vaak ook onduidelijke lijn die de politiek volgt? De tijd zal het uitwijzen, maar als we een ding van de socialisten kunnen leren, is het wel dat het verwaarlozen van je ideologie op lange termijn niet rendeert tot zelfs nefast kan zijn.

De traditionele sterkhouders van de Vlaamse beweging zijn intussen al geheel verzwakt door bovenvermelde leegloop en interne verdeeldheid. Zo verloor het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) onlangs een groot deel van haar leden-organisaties omwille van divergerende meningen. En zopas zette ook Bart De Valck een punt achter zijn voorzitterschap van de Vlaamse Volksbeweging (VVB), teleurgesteld over de inertie en onmacht van de vereniging, die vroeger nochtans gold als het geweten en de bewaker van de Vlaamsgezinde politiek.

Op dit moment lijkt het allemaal nog niet zo erg te zijn en maakt de Vlaamse beweging zich sterk dat de onderlinge band hecht genoeg is om te overleven. De vraag is echter wat er gebeurt als de politieke sterkhouders — Bart De Wever, Jan Jambon, Theo Francken — van het toneel verdwijnen. Een eerste opvolging mag dan misschien al wel voorhanden zijn, maar zonder stevige basis is de continuïteit op langere termijn niet verzekerd.

Tom Garcia (1967) is zelfstandig reclameman met grote interesse voor migratie, integratie en gemeenschapsvorming. Hij is bezieler en kernlid van Vlinks.

Meer van Tom Garcia

100 jaar geleden stierf de linkse activist Herman Van den Reeck. Hij raakte zwaargewond door een politiekogel tijdens een Vlaams-nationale betoging. Daarmee werd hij een icoon van een aparte generatie.

Commentaren en reacties