JavaScript is required for this website to work.
Media

‘De Standaard’ zou best dringend van naam veranderen

Francis Van den Eynde5/12/2020Leestijd 4 minuten

collaboratie

collaboratie

foto © Belga

Als Reynebeau alles dat van dicht of van ver gelinkt kan worden aan collaboratie wil opkuisen, kan hij alvast voor eigen deur beginnen vegen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Standaard koestert de laatste tijd blijkbaar een soort heimwee naar de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog. In die mate dat bij wie het dagblad regelmatig leest, soms de indruk ontstaat dat iemand stiekem de klok van de redactiekantoren naar 1945 teruggedraaid heeft. Er gaat bijna geen week voorbij of er verschijnt in die krant een of ander breed uitgesmeerd artikel waarin de collaboratie aan bod komt en de repressie wordt goedgepraat. Die wordt door redacteur Reynebeau zelfs af en toe als ‘zeer mild’ omschreven… Elk boek waarvan de inhoud min of meer overeenstemt met die visie kan dan ook quasi automatisch op een lovende recensie rekenen. Met daarbovenop nog vaak een uitgebreid interview van de auteur.

Beschadigingsoperatie

Het lijdt geen twijfel dat deze gedrevenheid om het steeds maar te hebben  over gebeurtenissen van vier generaties terug, een zeer actuele bedoeling heeft. Namelijk schade toebrengen aan de Vlaams-nationale partijen die het de laatste jaren electoraal bijzonder goed doen. Dit is uiteraard niet naar de zin van de aanhangers van de heersende ideologie. Reynebeau lijkt dan ook blijkbaar permanent ijverig op zoek te zijn naar om het even wat uit het verleden dat — naar zijn mening — nuttig kan zijn om die partijen in een verkeerd daglicht te stellen. Of, anders gezegd, naar een stok om de hond te slaan.

Hij meent die stok in de collaboratie te hebben gevonden. En dus haalt hij die er steeds weer bij om ze dan koste wat het kost en vaak met de hulp van veel verbeeldingskracht aan die partijen te linken. Reynebeau is voortdurend aan het speuren naar iets dat hij met veel poeha kan ‘uitbrengen’, en er daarna regelmatig op terug te komen om er telkens de Vlaams nationale formaties mee te confronteren

Inquisitie

Niets of niemand ontsnapt aan Reynebeaus inquisitie. Boeken en hun schrijvers, bepaalde uit hun context gerukte politieke uitspraken, standbeelden etc. ‘ontmaskert’ hij en verwijst hij zonder pardon naar een morele brandstapel. Samen uiteraard met al wie hij meent er mee te kunnen compromitteren, al is het maar van ver en met veel fantasie. Zelfs straatnamen moeten er aan geloven. Een grote zuiveringsoperatie, die alle verhoudingen in acht genomen, soms wel trekjes vertoont van wat in China tijdens de Culturele Revolutie van Mao gebeurde.

Wat hierbij opvalt is dat Reynebeau er zich blijkbaar niet van bewust is dat het van een zekere intellectuele armoede getuigt, om voor een hedendaags politiek debat steeds weer argumenten te gaan zoeken in een verleden dat nu al  vijfenzeventig jaar achter de rug ligt. Argumenten die bovendien in de loop der jaren al zo vaak zijn aangehaald, dat ze tot op het bot versleten zijn.

De eigen deur van De Standaard

Maar wat nog meer verbazing wekt is dat hij in zijn ijver om alles wat aan de collaboratie zou kunnen herinneren, aan te klagen en te doen verdwijnen voor eigen deur vergeet te vegen. Over zijn krant valt in dat verband nochtans een en ander te vertellen.

De Standaard verscheen niet tijdens de bezetting. Desondanks werd De Standaard van collaboratie beschuldigd en stond ze tot oktober 1946 onder sekwester. Er volgde geen veroordeling. Maar om tijdens een — althans volgens redacteur Reynebeau — zo milde repressie een verschijningsverbod van iets meer dan twee jaar op te lopen, moeten de verdenkingen toch bijzonder ernstig geweest zijn. En aangezien Reynebeau er steeds weer van uitgaat dat geen koe bont genoemd wordt of er is een ( in dit geval bruin) vlekje aan…

Collaborateurs in de krant

De lijst van journalisten en andere personeelsleden die na hun gevangenistijd bij De Standaard aan de bak konden is ook bijzonder veelzeggend. Hierop vinden we onder meer (het is geen exhaustieve lijst!):

  • Ernest Claes, oud-VNV’er die uiteindelijk niet voor collaboratie veroordeeld werd, maar toch als voldoende verdacht beschouwd werd om tijdens die ‘milde repressie’ drie maanden in de gevangenis van Sint Gillis [1] te worden opgesloten;
  • Lode Claes, die vijf jaar had ‘gezeten’, onder meer omdat hij tijdens de bezetting  schepen van Groot-Brussel was geweest;
  • Luc Vandeweghe, voormalig medewerker van het tijdschrift De Nationaal-Socialist,  in 1950 aangesteld als hoofdredacteur Buitenland (zijn pseudoniem was E. Troch). Hij bracht het later zelfs tot redactiedirecteur;
  • Willy Vandersteen, wiens Suske en Wiske-verhalen al zo lang in De Standaard verschijnen, tekende tijdens de bezetting stripverhalen voor de collaboratiepers;
  • Thieu Croonenberghs was VNV-Kamerlid voor de oorlog en Brabants gouverneur tijdens. Hij stond jarenlang aan het hoofd van de documentatiedienst van De Standaard. Tegelijkertijd verzorgde hij onder de naam ‘Yvo’ de rechtskundige rubriek van de krant. Hij was immers een voormalig advocaat die door de repressie werd getroffen. Hij werd veroordeeld tot drie jaar celstraf;
  • En last but not least: Manu Ruys. Hij was jarenlang de politieke stem van De Standaard. Tijdens de oorlog was hij aangesloten bij de Vrijwillige Arbeidsdienst voor Vlaanderen (VAVV).

Inspiratie

Gezien deze feiten lijkt het mij dan ook meer dan noodzakelijk dat Reynebeau met zijn kruistocht tegen al wat van ver of van nabij iets met de collaboratie zou kunnen te maken hebben gehad, ook eens de eigen krant zou aanpakken. En dat hij er voor zou zorgen dat die van naam verandert, om aan te tonen dat huidige redactie niets met haar omstreden ‘verleden’ te maken heeft.

Een andere mogelijkheid: de redactie zou zich kunnen laten inspireren door het voorbeeld van Louis De Lentdecker. Deze iconische voormalige rechtbankjournalist van De Standaard, die een erkend gewapend weerstander was, heeft er immers nooit problemen in gezien om met al de vermelde ‘gecompromitteerden’ samen te werken. Hij heeft zelfs heel lang voor amnestie geijverd. Hij had beroepshalve heel wat collaboratieprocessen gevolgd, en zijn beoordeling van  de repressie verschilde nogal van die van Reynebeau…

[1] Zie zijn boek Cel 269.

Francis Van den Eynde is al sinds zijn tienerjaren actief in de politieke Vlaamse beweging. Hij was van 1988 tot 2012 gemeenteraadslid in Gent en Vlaams Belang-fractievoorzitter. Hij was ook jarenlang volksvertegenwoordiger en ondervoorzitter van de Kamer.

Commentaren en reacties