Democratie op Iraanse wijze
Eerst kiest de raad, dan de kiezer
Vrijdag 14 juni verkiezen de Iraniërs hun president. Huidig president Mahmoud Ahmadinejad is na twee ambtstermijnen niet opnieuw verkiesbaar. Van de 686 kandidaten om hem op te volgen, kregen uiteindelijk 8 toestemming van de Raad der Hoeders om aan de verkiezingen deel te nemen. Krijgt geen van hen vrijdag meer dan de helft van de stemmen achter zich, dan volgt er een tweede ronde op 21 juni.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIran lijkt soms een land zonder echte oppositie, waar politiek een monopolie is van oudere mannen met grijze baarden, die ook tijdens de revolutie van 1979 al een belangrijke politieke rol speelden. Mir-Hossein Mousavi, die in de presidentsverkiezingen van 2009 volgens de officiële resultaten de duimen moest leggen voor Ahmadinejad, wordt algemeen beschouwd als de architect van de Islamitische republiek. Na de revolutie werd hij eerste minister, tot die functie in 1989 werd afgeschaft. Het blijft tot vandaag onduidelijk welke rol hij als eerste minister gespeeld heeft in de executies van duizenden politieke dissidenten in de beginjaren van de Islamitische republiek. Toch werd deze man in 2009 het boegbeeld van de groene beweging, een hervormingsbeweging waarvan massademonstraties in 2009 en 2010 hardhandig werden neergeslagen.
Mousavi stelde zich deze keer geen kandidaat. Hij staat in Teheran onder huisarrest. De meest gekende hervormingsgezinde politicus die wel op de lijsten probeerde te komen, is Akbar Hashemi Rafsanjani. Hij was al eens eerder president: van 1989 tot 1997. In 1989 zou hij een belangrijke rol hebben gespeeld bij de aanstelling van Ayatollah Ali Khamenei tot Opperste Leider. Desondanks werd zijn kandidatuur niet aanvaard door de Raad der Hoeders. De helft van de leden van deze raad wordt rechtstreeks door Khamenei benoemd. De overige leden verkiest het parlement uit een aantal kandidaten die door het hoofd van de juridische macht worden geselecteerd. Maar ook dat hoofd wordt door Khamenei benoemd. De Raad der Hoeders moet niet alleen haar fiat geven aan alle kandidaten bij parlements- en presidentsverkiezingen, ook alle nieuwe wetgeving wordt ter goedkeuring voorgelegd.
Onder de acht uiteindelijke kandidaten was er slechts één die zich duidelijk in het kamp van de hervormers bevindt: Mohammad Reza Aref. Van 1997 tot 2001 was Aref minister van technologie, daarna vice-president tot 2005. Toch is hij een eerder onbekende en weinig charismatische man die weinig kans leek te maken. Mogelijk is dit de reden waarom de Raad der Hoeders zijn kandidatuur aanvaardde. Aref besliste echter op het laatst toch niet deel te nemen. Op vraag van Khatami trok hij zich terug om de kansen van Rouhani te vergroten.
Alle zeven overige kandidaten zijn duidelijk Khamenei-getrouwen. Eén onder hen, Gholam-Ali Haddad-Adel, gooide maandag de handdoek in de ring. Maar kan zich afvragen wat de waarde is van verkiezingen waarbij alle te kritische stemmen bij voorbaat worden uitgesloten. Bovendien is het Opperste Leider Khamenei zelf die de belangrijkste ministers benoemt, en stevig de touwtjes in handen houdt van het leger, de politie, de rechtbanken en de staatsmedia.
In het buitenlands beleid hoeven we van een nieuwe president geen grote veranderingen te verwachten. Mogelijk spreekt die meer diplomatische taal, maar inhoudelijk zet Khamenei de bakens uit. En toch staat er voor de Iraniërs veel op het spel. De beweegruimte van een president is beperkt, maar niet in alles is de Opperste Leider even betrokken. Economie bijvoorbeeld is een domein waar de president wel een eigen beleid kan uitwerken. Veel Iraniërs kijken met heimwee terug naar Ahmadinejad’s voorganger: Mohammad Khatami. Hoewel Khatami’s politieke hervormingen door de Raad der Hoeders werden geblokkeerd, slaagde hij er wel in om succesvolle economische hervormingen door te voeren. De huidige economische crisis in Iran mag dan wel deels te wijten zijn aan de economische sancties, een belangrijk deel van de verantwoordelijkheid ligt ook bij het economisch beleid van Ahmadinejad.
Als populaire burgemeester van Teheran, lijkt Mohammad Bagher Ghalibaf goed geplaatst om zich te profileren als de economische redder van Iran. Hij staat gekend als een gematigde conservatief, maar vooral ook als een goed manager. Een andere belangrijke kanshebber is Saeed Jalili. Jalili is momenteel de Iraanse vertegenwoordiger in de onderhandelingen over het atoomprogramma. Hij is een conservatieve hardliner, die de voorkeur zou hebben van Khamenei. Naast zijn onverzoenbare taal naar het Westen, valt hij vooral op door zijn pleidooi voor een gesegregeerde maatschappij, waarin vrouwen niet worden ‘gedegradeerd’ tot economische middel maar zich volop kunnen toeleggen op hun rol als moeder.
In Iran komt de campagne vaak pas in de laatste week echt op gang. Een kandidaat die voor een last-minute verrassing zou kunnen zorgen, is Hassan Rouhani. Rouhani is een geestelijke die altijd bekend stond als een conservatief. Al sinds de Islamitische revolutie maakt hij deel uit van het politieke establishment van Iran. Hij zetelt als vertegenwoordiger van Khamenei in de nationale veiligheidsraad. Maar tijdens zijn campagne ontpopte hij zich als hervormer. Hij pleit voor betere contacten met het westen en ziet persvrijheid en een betere internettoegang als sleutelelementen in de strijd tegen corruptie. Op zijn meetings scandeert het jonge publiek slogans om de vrijlating van Mousavi te eisen. Het is duidelijk dat Rouhani volop hengelt naar de stem van de jongeren uit de groene beweging van 2009. Veel Mousavi-, Khatami- en Rafsanjani-aanhangers willen de verkiezingen boycotten. Maar Khatami zelf lijkt te overwegen om de kandidatuur van Rouhani te steunen. Als dat gebeurt, maakt Rouhani een kans als gematigde hervormer, al blijft het afwachten of hij zich met deze campagne niet teveel heeft verbrand. Het conservatieve persagentschap Fars verspreidde zondag het bericht dat de Raad der Hoeders zou overwegen om Rouhani alsnog te diskwalificeren, omwille van uitspraken tijdens zijn campagne. Maandag werd dit officieel ontkend maar het is alvast duidelijk dat niet iedereen gelukkig is met de rol die Rouhani in deze campagne opgenomen heeft.
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Op 1 januari treden er nieuwe btw-regels in werking voor de verkoop van ’telecommunicatiediensten, radio- en televisieomroepdiensten of elektronische diensten’ aan particuliere klanten in een andere EU-lidstaat. De regeling zou het systeem eerlijker moeten maken, en zou kleine Belgische bedrijven moeten helpen concurreren tegen de grote spelers. Maar de werkelijke gevolgen zouden wel eens catastrofaal kunnen zijn voor wie op kleine schaal aan onlineverkoop doet.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.