JavaScript is required for this website to work.
post

Een bom onder het systeem

Als rechten losgekoppeld worden van plichten

Karin Dedecker7/10/2016Leestijd 3 minuten

Politici durven rechten niet meer te verbinden aan plichten. Of omgekeerd. En dat is een probleem. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het meest extreme voorbeeld eerst: Bert Anciaux. Die wil nu jonge misdadigers uit de cel houden. De SP.a-senator vindt dat een gevangenisstraf taboe zou moeten zijn als de delinquent jonger is dan 25 jaar. Vandaag vormen de 18- tot 25-jarigen ongeveer 20% van de gevangenispopulatie, maar Anciaux stelt dat die 1.800 bajesklanten recht hebben op ‘hoop en kansen’. De socialisten mikken op een zachte verhoging van de strafrechterlijke meerderjarigheid, nadat ze eerder gepleit hebben voor een harde verlaging van de politieke meerderjarigheid. Voor SP.a is 16 oud genoeg voor het stemhokje, maar 24 te jong voor de cel. Jongeren kunnen beslissen over de toekomst van onze staat, maar niet over de impact van hun eigen criminele daden.

Je ziet het steeds vaker: rechten die losgekoppeld worden van plichten. Een beetje kort door de bocht: ‘Links’ mikt op rechten zonder plichten, ‘Rechts’ lanceert plichten zonder rechten. Het is stilaan een trend en het gaat verder dan hier en daar een ballonnetje van een onverlaat uit de Senaat. Denk maar aan de discussie over kindergeld, die deze week opnieuw opflakkerde. Bijvoorbeeld De Morgen pleit, als spreekbuis van progressief Vlaanderen, voor een selectief systeem, waarbij kindergeld zoveel mogelijk gaat naar hulpbehoevenden en zo weinig mogelijk naar tweeverdieners die het toch niet echt nodig hebben. Gevolg: hardwerkende Vlamingen mogen wel bijdragen tot het sociale stelsel, maar er niet (te veel) van genieten.

De rechterzijde is niet beter dan de linkerzijde. Zo heeft de N-VA wel degelijk een zogenaamde ‘middelentoets’ op de tafel van de begrotingsbesprekingen gelegd. Werklozen met heel wat eigen middelen zouden dan niet langer (of: niet te lang) mogen genieten van een uitkering. Opnieuw: hardwerkende Vlamingen mogen wel bijdragen, maar achteraf niet (te veel) genieten van het sociale stelsel. Dit is een bom onder ons hele systeem. De Sociale Zekerheid is alleen houdbaar met een breed draagvlak bij de actieve beroepsbevolking. Zoveel mogelijk mensen moeten zich kunnen herkennen in het solidariteitsmechanisme. De Sociale Zekerheid moet sociaal zijn, maar ook zeker – voor iedereen.

Je ziet de tegenstelling tussen rechten en plichten in elk actueel debat. In het migratiedebat staan de voorstanders van vrij verblijfsrecht lijnrecht tegenover de voorstanders van verplichte inburgering. In het economische debat staan de herhauten van vrij ondernemingsrecht tegenover de kampioenen van de verplichte en gegarandeerde tewerkstelling. In het meest recente ethische debat gaat het tussen het recht om een kind te krijgen en de plicht om adequaat voor dat kind te zorgen. In het veilgheidsdebat draait het om het recht op gerechtelijke bescherming en de plicht om met gezind politieoptreden terreurdaden te voorkomen. Steeds weer worden rechten opgeofferd terwille van plichten én vice versa.

Het is niet nieuw dat ‘rechts’ meer hamert op plichten en ‘links’ meer aandringt op rechten. Het is wel zorgwekkend dat rechten en plichten steeds vaker van elkaar gescheiden worden. We beseffen steeds minder dan aan rechten ook plichten verbonden zijn. We hebben niet meer de reflex om aan bepaalde verplichtingen ook zekere basisrechten te koppelen. Nochtans vormt het mystieke huwelijk tussen rechten en plichten de absolute basis van onze democratische rechtstaat. Ons systeem is niet leefbaar zonder rechten en niet houdbaar zonder plichten. Een land zonder rechten is een dictatuur. Een land zonder plichten is een anarchie. Het is zo logisch dat het verbijsterend is dat dit nog herhaald moet worden.

Tijd voor een vrome wens. Het zou verfrissend zijn als politieke partijen, van ‘links’ en van ‘rechts’, beginnen benadrukken dat er geen rechten zonder plichten zijn en geen plichten zonder rechten. Dat ook de kansarme Vlaming plichten heeft, zoals de welstellende Vlaming ook rechten heeft. Wie zijn werk verliest, heeft het recht op de tijdelijke ondersteuning van de samenleving én de plicht om zo snel mogelijk nieuw werk te zoeken. Wie capabel is, heeft het plicht om zo lang mogelijk bij te dragen en geniet vervolgens het recht op een fatsoenlijk en menswaardig pensioen. De rechten én de plichten zijn onvervreemdbaar. Ze gelden altijd en voor elke Vlaming, wat ook zijn of haar achtergrond.

De vaderlandse politiek kent vele kwalen, maar de selectiviteit is dodelijk. Zolang politici alleen datgene benadrukken waarvan ze vermoeden dat hun achterban het wil horen, ligt er een bom te tikken onder ons hele model.

Personen
Commentaren en reacties