Góed dat de Franstaligen CETA blokkeren
Leg de barst in België bloot
Wallonië is nog gekker links dan Syriza in Griekenland – en de hele wereld moet dat weten.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOké, de titel boven dit stukje is een beetje provocatief. Het is natuurlijk niet ‘goed’ dat het Brusselse en Waalse parlement hun kop leggen voor het nieuwe vrijhandelsverdrag tussen Europa en Canada. Het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA) wordt al meer dan zeven jaar voorbereid en zit goed in elkaar. Zelfs de cryptocommunisten van het Griekse Syriza hebben het verdrag goedgekeurd. Uitgerekend Wallonië en Brussel blokkeren nu de vlotte ratificatie van een cruciaal akkoord met globale proporties. België maakt zich belachelijk in Europa en in de hele wereld. En toch is het een goede zaak dat de Franstaligen voet bij stuk houden.
Het Franstalig verzet tegen CETA illustreert het cultuurverschil tussen Vlaanderen en Franstalig België. De hele wereld kan nu zien hoe aberrant de Franstaligen denken. Vroeger, toen de parlementen van de deelstaten nog niets te zeggen hadden over dit soort handelsakkoorden, zouden de Franstaligen óók tegen CETA geweest zijn. Het communautaire cultuurverschil zou echter verborgen gebleven zijn, omdat de tegenstelling verstopt zou zitten binnen de plooien van de federale regering. Dankzij de regionalisering van deze bevoegdheid wordt de barst in België nu mooi zichtbaar. De eeuwige tweedeling tussen twee compleet verschillende democratieën is in dit dossier netjes uitgekristalliseerd.
Regionalisering onthult de ware aard van dit land en de volkeren die er in leven. Denk bijvoorbeeld ook aan de geregionaliseerde bevoegdheid om wapenuitvoervergunningen toe te kennen. Dankzij deze regionalisering – die trouwens werd doorgedrukt door de Franstaligen – werd de PS-staat definitief ontmaskerd: het Waals Gewest zal oorlogstuig verkopen aan iedereen, als dat het overheidsbedrijf FN maar doet draaien. Nog een ander voorbeeld: de regionalisering van het onderwijs. In Vlaanderen werd beslist om de andere grote landstaal verplicht te onderwijzen in alle scholen. In Wallonië werd de andere grote landstaal een bleek keuzevakje. Zo weten we ook weer wat al die praatjes over belgitude waard zijn.
Het CETA-dossier herinnert ons aan de losgeslagen linksigheid van Franstalig België. Wallonië en Brussel kampen met enorme en structurele economische problemen. Je zou denken dat de Franstalige parlementsleden maar één prioriteit hebben: een klimaat creëren waarin de werkgelegenheid toeneemt. Toch zeggen de Franstalige politici ‘non‘ tegen nieuwe investeringen, nieuwe werkgelegenheid en nieuwe economische groei. Ideologische bezwaren tegen globalisering en vrijhandel wegen in Franstalig België blijkbaar zwaarder dan de wens om meer Walen en Brusselaars een job te geven. In heel Europa werpt maar één parlementaire coalitie een dam op tegen meer handel met de Canadezen: die van PS, cdH en Ecolo.
Het CETA-dossier bewijst bovendien nog maar eens dat de Franstaligen geen lor geven om België. Dit kleine land leeft van de export. Conservatieve schattingen verbinden 1 job op 6 met de export. De Belgische export is in de praktijk dan wel vooral een Vlaamse affaire, toch is de welvaart van het volledige land rechtstreeks verbonden met onze handel met het buitenland. Het kan de Franstalige politici niet veel schelen: ze deinzen zelfs terug voor een vrije handelsruimte met Canada, een land dat qua mentaliteit zo goed als Europees is. De PS wil vooral graag stevig links zijn om kiezers weg te houden bij de PTB. Als dat onze economie pijn doet, dan is dat maar zo.
Vlaanderen is niet veilig bij de Franstaligen. Vlaams-Nationalisten zijn daar al langer van overtuigd, maar veel andere Vlamingen beseffen dit nog altijd niet. Heldere kwesties zoals CETA leggen de vinger op de gapende Belgische wonde. De analyse van ‘de twee democratieën’ blijft lang abstract, tot eens duidelijk wordt wat dat in de praktijk allemaal kan betekenen. Een mens moet hopen dat de Franstaligen wat vaker op hun strepen staan, ook als dat strepen door de rekening zijn. Alleen door scha, schande en economische schade wordt de Vlaming wijs. De CETA-blokkage van de Franstaligen is een schrijnend drama, maar dat betekent niet dat het niet leerzaam en nuttig kan zijn.
Foto: (c) Reporters
Categorieën |
---|
Politici durven rechten niet meer te verbinden aan plichten. Of omgekeerd. En dat is een probleem.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.