Het leven ná de staking
Wie heeft de strijd om de Eenheidswet gewonnen?
Op het eerste gezicht was de staking tegen de Eenheidswet (1960-1961) een mislukking. Op het tweede gezicht ligt dat misschien anders.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHopelijk wordt Mark Eyskens 100 jaar: zijn amusementswaarde wordt zwaar onderschat. Er is iets heel komisch aan een 83-jarige man die nog altijd teert op de carrière van zijn illustere vader. Zo kwam Zoon Eyskens vorige week in De Afspraak een beetje dik doen over de staking tegen de Eenheidswet, een oorlog die zijn vader gevoerd heeft toen Mark nog assistent was in Leuven. Een beetje bizar, als je weet dat Eyskens junior ook zeer persoonlijk ervaring heeft met de Waalse stakingsdrang. Tijdens de zwanenzang van zijn enige regering (1981) kwamen de PS-ministers niet eens meer naar zijn ministerraad. Daarover spreken doet de oude ‘staatsman’ amper – en met aanzienlijk minder gusto.
Nu duikt de vergelijking met de Eenheidswet de laatste weken wel vaker op. Meestal blijft de historische herinnering beperkt tot twee elementen: de staking tegen de Eenheidswet was een hoofdzakelijk Waals project en de centrumrechtse regering keurde de wet uiteindelijk toch goed. Dat klopt (van de 400.000 stakers tegen de Eenheidswet spraken er 300.000 Frans met een sterk Waals accent), maar het volledige verhaal is complexer. Zo is Eyskens IV niet lang na de goedkeuring van de Eenheidswet gevallen – en daar waren de naschokken van het Waals verzet niet vreemd aan. Vader Eyskens moest plaats maken Theo Lefèvre, een telg uit de Franstalige bourgeoisie van Gent, die prompt een coalitie sloot met de socialisten. Zo werd de BSP, die de staking tegen de Eenheidswet gesteund had, alsnog beloond voor de politieke staking.
De veldslag en de oorlog
55 jaar na de staking tegen de Eenheidswet is het nog altijd niet eenduidig helder wie de strijd destijds gewonnen heeft. Je zou kunnen zeggen dat de socialistische oppositiekrachten de syndicale veldslag verloren hebben, om vervolgens de politieke oorlog te winnen. Je zou ook kunnen zeggen dat het strijdsyndicalisme in de winter van 1960-1961 een enorme klap heeft gekregen, waarvan het nog altijd niet helemaal hersteld is. Eén ding is wel duidelijk: als je nog niet eens zeker weet hoe de staking tegen Eyskens uiteindelijk uitgedraaid is, dan kan je al helemaal niet zeker weten hoe de staking tegen Michel en De Wever gaat aflopen. Je kan gissen en gokken, maar niemand in de Wetstraat weet echt waar dit zal eindigen.
De N-VA moet niet te zelfzeker zijn. 2016 is een interessant jaar voor Vlaams-Nationalisten, die veel van hun inzichten over België bevestigd zien en vanuit allerlei onverwachte hoeken gelijk krijgen. Toch kan de N-VA nog aan het kortste einde trekken. Zelfs als de politieke stakingen verwateren, dan nog kan achteraf blijken dat de hervormingsagenda en de dynamiek van de federale regering een fatale klap gekregen hebben in de lente van 2016, toen de Franstaligen in opstand kwamen tegen een België dat hen plots niet meer beviel. Het is bijvoorbeeld niet ondenkbaar dat de MR – meer dan ooit geïsoleerd in Wallonië – vanaf nu vaker op de kar van CD&V zal springen, en mee op de rem zal gaan staan. Dat zou De Wever veel meer pijn doen dan wat clowns die zich in rode vodden hullen om hun achterhoedegevecht te voeren.
De geest en de fles
Ook de Franstalige socialisten weten op dit moment eigenlijk niet waar ze juist aan toe zijn. Tijdens de winter van 1960-1961 kon ook in dat kamp niemand voorspellen wat de staking tegen de Eenheidswet allemaal teweeg zou brengen. Zo betekende de mislukking van het verzet tegen de Eenheidswet ook de wedergeboorte van het Waals regionalisme. Dat was na een korte bloeiperiode tussen het Waals Nationaal Congres (oktober 1945) en de Waalse overwinning in de Koningskwestie (1950) terug weggedeemsterd in de loop van de jaren ’50. De top van de Franstalige vleugel van de BSP had waarschijnlijk niet gerekend op een figuur als André Renard, die uiteindelijk ontslag nam uit de vakbond om de Mouvement populaire wallon (MPW) op te richten.
Tijdens de staking tegen de Eenheidswet kwam België op losse schroeven te staan. Dat zou zich nog jaren laten voelen. De geest was definitief uit de fles.
In 1961 vindt de Eerste Vlaamse Mars op Brussel plaats.
In 1962 roept de jonge advocaat Wilfried Martens op een congres van de VVB op tot federalisme. Later in het jaar vindt de Tweede Vlaamse Mars op Brussel plaats. Nog geen maand later wordt de taalgrens definitief goedgekeurd in de Kamer, hoewel een meerderheid van de Franstalige parlementsleden tégen stemt.
In 1963 volgen de taalwetten.
In 1964 ziet de PS zich verplicht om op een congres formeel af te kondigen dat lidmaatschap van de socialistische partij onverenigbaar is met lidmaatschap van de MPW, in de hoop het Waalse federalisme opnieuw te smoren.
In 1965 zakt het Waals BNP voor het eerst onder het Belgische nationale gemiddelde, om er nooit meer bovenuit te stijgen.
Wallonië is nog gekker links dan Syriza in Griekenland – en de hele wereld moet dat weten.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.