JavaScript is required for this website to work.
post

Een klap voor wie niet wil luisteren

Kinderen voelen nooit meer de gevolgen van hun eigen gedrag.

Lieve Kempen17/11/2018Leestijd 5 minuten

opvoeding onuitstaanbare kinderen

opvoeding onuitstaanbare kinderen

foto © Pexels

Wanneer voelt onze jeugd ooit nog de gevolgen van haar gedrag? Over de ondergelulde opvoeding van onze kinderen anno 2018.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Stijn Meuris vraagt aandacht – van de leerling en van de maatschappij. Hij krijgt geen aandacht, noch van de ene noch van de andere… ‘Het heeft geen zin meer’ zegt hij…

Wanneer een jongere iets fout doet (en ja, dat bestaat: ‘iets fout doen’ – er zijn normen, verwachtingen, verplichtingen, engagementen, oordelen, gevolgen,… of samengevat: ‘iets goed/fout doen’), wanneer een jongere iets fout doet, wordt dat betekenisloos ondergeluld door de ouders. Gevolg? Woorden zonder sturingskracht. Wanneer heeft een woord maar kracht, betekeniswaarde? Wanneer er gevolgen, voelbare gevolgen, aan gekoppeld zijn. Het is net die eeuwige afwezige ‘voelbaarheid’ die maakt dat de jeugd alle verbale sturing naast zich neerlegt. Ze doet dat niet uit zichzelf, wij hebben het haar aangeleerd om dat te doen.

En dat komt niet zo ‘onverwacht’. Gedurende vijftig jaar heeft mei-’68 gevochten tegen elke vorm van gezag. De politie, van pakkemannen tot uw vriend, de ouders mochten geen tik meer geven, de scholen kunnen niet meer buitenzetten, mogen niet meer buizen, mogen geen verbod invoeren behalve op alles wat politiek incorrect is zoals frisdrank en eenrichtingsracisme. Van deze nefaste cocktail plukken we nu de vruchten.

De wet van ik

Is de frustratie van Meuris begrijpelijk? Absoluut. Niets is zo frustrerend als staan tegenover een apathie, een onverschilligheid, een desinteresse, een egoïsme, een degoutante luilekkerheid , een arrogantie van de zelfingenomenheid als die bij de moderne jongelingen – die zeker in de macht van het getal (‘iedereen doet het dus ik ook’) als een on-ver-zet-te-lijk blok u uw tanden doen stuk bijten.

Maak het leuk (zoals diezelfde mei-‘68’ers het onderwijs voorhouden), vertrek van hun interesse, werk interactief, ga op uw kop staan,… Nee hoor. Niets werkt nog. De enige interesse die de leerling heeft, is om vooral niet uitgedaagd te worden. Als een beer in zijn winterslaap. Opgesloten blijven in de meest asociale gezelligheid van zijn eigen lege coconnetje waar maar één wet geldt: ‘ik’.

Hoewel de uitwerking (namelijk het stukwerpen van een GSM) een beetje aan de brute kant is, doet Stijn Meuris precies wat nodig is: wie niet horen wil, moet voelen. Dat is het enige dat werkt. Een tastbaar gevolg verbinden aan het gedrag. Welkom, Stijn, bij de één miljoen leerkrachten die dagelijks tegen deze muur botsen. Oké, niet iedereen van die één miljoen leerkrachten heeft daar in dezelfde mate problemen mee. Goed dat ‘het’ er eens uitkomt.

Waar zijn de ouders?

Anderzijds: waar zijn de ouders in dit ganse verhaal? In de eerste plaats schitteren ouders door afwezigheid. Werken werken werken, weet je wel, want iemand moet toch centjes op tafel brengen voor Netflix, de TV-op-de-kinderkamer, de smartphone, al die data-abonnementen, en dat grote huis dat zo groot is dat het precies wel lijkt alsof we ver weg van elkaar moeten kruipen ieder in zijn eigen cocon. Oké, niets zo nefast voor ‘opvoeding’ als afwezigheid.

Een tweede probleem met afwezigheid is dat de weinige tijd die ouders en kinderen doorbrengen, bol staat van de overcompensatie. Elk weekend naar Bobbejaanland, cadeautjes, karrevracht aan onverdiende kusjes, McDonald’s, … een hele inflatie van beloning, geen enkele gezamenlijke activiteit die aan die beloning voorafgaat om die te verantwoorden. De drie grootste slachtoffers: normaal doen, opvoeding en de kinderen.

Ik word misselijk in de winkel van de slaafse kruiperigheid van ouders. Nooit hebben ze zo op de knieën gelegen voor de goden van hun tijd. Kinderen zijn altijd baas, ouders hebben altijd angst om ’het gewone’ te bepalen: Wat wil je eten, waarheen wil je op reis, een boterham met choco of met samsonworst? Ouders alstublieft: een boterham met maakt-niet-uit-wat. Punt.

Van al het gewone maken we een strijd waarin ouders zichzelf in de positie van verliezer manoeuvreren. Bijvoorbeeld: ’En ik wacht niet op u, hé’ probeert de moeder al ‘kwaad’ te zeggen terwijl ze stilstaand wacht op haar kind. Eindeloos zijn al die verloren strijdmomenten. Zagen en lullen. Dát is het enige wat ouders nog doen. Maar eens een echt, voelbaar, tastbaar (en effectief) gevolg koppelen aan het gedrag van hun kind, ho maar! Dat is zo 19de-eeuws!

De opvoeding wordt zo ondergeluld dat ze geen opvoeding meer is. Praten hier, gesprekken ginder, contractjes daar,… En in welke bewoording ouders tegen hun kinderen praten: alsof het een gevorderde CEO is. Ver boven het bevattingsvermogen van kinderen. En wat voor zin heeft het om kinderen steeds op gevolgen te wijzen wanneer ze nooit gevolgen voelen omdat wij als ouders denken dat onze voornaamste taak in het leven bestaat uit het wegnemen van alle gevolgen en kleine pijntjes bij onze kinderen?

Voelen der gevolgen

Wat voor zin heeft het om appél te doen op het verantwoordelijkheidsgevoel van kinderen wanneer we nalaten dat verantwoordelijkheidsgevoel op te bouwen bij hen, door hen gevolgen te laten voelen van hun eigen daden en keuzes? Verantwoordelijkheid nemen komt enkel voort uit het voelen der gevolgen…

En het gaat van kwaad naar erger: hoeveel ouders raken gefrustreerd wanneer iemand een strobreed in de weg legt van hun prinske, koningske of keizerke? Ze geven zich niet alleen over aan de dictatuur van het kind, ze faciliteren die dictatuur, en bliksemen iedereen dood die aan de onbegrensde macht van de kinderen durft raken. Op het oudercontact aan ouders proberen uit te leggen dat om twee uur ’s nachts gaan slapen geen aangepast uur is voor iemand van het tweede middelbaar – en dat dit zelfs gevolgen heeft voor de alertheid in de les – is een zelfmoordopdracht geworden voor de leerkracht. Tegen ouders zeggen dat de straf niet onverdiend is, maar gewoon voortvloeit uit de niet-naleving van het schoolreglement dat ze nota bene zelf ondertekend hebben, stuit op onbegrip en woede.

Het mag dan niet verwonderen dat scholen dezelfde strategie hanteren als ouders: capituleren. Zoals die school bij Stijn Meuris. De school durft niet meer vragen om op te letten, om de GSM weg te steken – laat staan dat de school het durft om dat in het reglement aan te brengen – of om Stijn Meuris niet uit te lachen. De school neemt het ‘nooit ingrijpen’ devies van de ouders over.

De school mag geen verwachtingen meer stellen, noch intellectueel, noch gedragsmatig. Anderzijds, alles wat moet rechtgetrokken worden, moet via de school gebeuren (liefst in een apart vak). Dergelijke oproepen verschijnen elke maand wel in de pers. Burgerschap, bijvoorbeeld, waar de school in plaats van de ouders zegt dat het allemaal de schuld is van de N-VA of van de sossen. Alstublieft, moet er dat echt op school ook nog bij? Maar durf dan in dat vak weer niet ‘normaal’ te doen of de school wordt teruggefloten.

Ruim uw kamer op

Ouders ‘leren’ hun kinderen aan dat mondelinge instructies totaal waardeloos zijn. Een kind luistert niet meer naar wat een ouder zegt, maar telt het aantal keren dat er iets gezegd en herhaald wordt. ‘Ruim uw kamer op’, eenmaal, wil zeggen ‘volgende maand ga ik als mama in uw plaats uw kamer opruimen’ (waarmee we het kind aanleren dat…). Ruim uw kamer op, een tweede maal, wil zeggen: over drie weken gaan we samen uw kamer opruimen. Een derde maal vragen om de kamer op te ruimen betekent dat de mama het misschien wel eens ernstig zou kunnen menen. Een vierde maal gevraagd worden om de kamer op te ruimen creëert al een zekere spanning tussen bezig blijven op de smartphone en misschien toch een lichte actie ondernemen, en een vijfde maal ‘ruim uw kamer op’ wil zeggen dat het moet gebeuren – waarbij het kind onder veel misbaar en frustratie twee zakdoeken verlegt om de schijn op te houden – excuseer, of zelf gelooft dat het daadwerkelijk in maximale mate aan de onterechte en levensverstorende vraag voldaan heeft. Zoals gezegd, niet wat gezegd wordt draagt betekenis, maar wel hoeveel keer het gezegd moet worden. Ouders leren dat zo aan in de opvoeding, scholen worden er gek van! Wat is er mis met één keer iets vragen, een laatste verwittiging, en een ‘klap’ voor wie niet wil luisteren?

Ook aandacht geven hebben we in onze opvoedingsstijl eruit gehamerd. Aandacht opbouwen, vasthouden, zelfs buiten de persoonlijke interessegebieden (stel je voor!) is not done vandaag. Komt er een scherm bij te pas? Ok, dan wil de leerling het overwegen, maar kan hij er ook niet aan doen dat hij de interactieve digitale les na tien minuten beu is. Nee toch? Zich concentreren, informatie absorberen, en vooral: bijhouden en voortbouwen, dat kan allemaal niet meer. Iets uit het hoofd leren? Pfoehoe! Leerlingen vandaag bekijken iets, herkennen het, en denken dat ze daarmee parate kennis opgebouwd hebben. Een examen Latijn van veertig woordjes of werkwoorden per blad, wij losten dat destijds op in 20 minuten, vandaag komen leerlingen en ouders reclameren dat één uur toch echt wel te weinig is…

Jammer genoeg doet ook de inspectie gretig mee aan de afbraak van het stellen van eisen.

En dan wordt er in het Vlaams Parlement geklaagd dat er getweet wordt dat ‘het onderwijs kapot is’. Wel, ja, dat is zo. Besef dat, kijk eens rustig naar oorzaken en oplossingen. En stop met die vijf minuten politiek theater. Dat het onderwijs om zeep is, is niet de schuld van de minister, en zal ook niet haar politieke kop kosten. Dus, doe gewoon rustig. Het feit dat men goed weet wat er aan de hand is, namelijk: de niveaudaling die uit alle testen mooi in grafiek naar voor komt, alsook het totale gebrek aan motivatie, en waartegen men dus niets onderneemt buiten vijf minuten theater in de Schelp, dan draagt de politiek hier wel verantwoordelijkheid… Maar ja, afrekenen op verantwoordelijkheden via tastbare gevolgen, was dat niet de kern van de hele zaak?

 

De auteur is gepensioneerde onderwijzeres en volgt met interesse de evolutie in het onderwijs.

Commentaren en reacties