FILM: Asako I & II: de Japanse Vertigo
Hamaguchi en het dubbelgangersmotief
Beeld uit Asako I & II.
foto © IMDB
Asako I & II: Asako wordt smoorverliefd op Baku, maar die verdwijnt plotseling uit haar leven. Twee jaar later ontmoet zij diens dubbelganger.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe 44-jarige Japanse regisseur Ryûsuke Hamaguchi hebben we in België leren kennen via zijn Haruki Murakami-verfilming. Die was gebaseerd op drie verhalen uit Murakami’s kortverhalen-collectie Men Without Women (2014).
Zijn drie uur durend rouwdrama Drive My Car (2021) gaat over de bijzondere vriendschap tussen een theaterregisseur en zijn timide vrouwelijke chauffeur. Die regisseur moet voor een theaterfestival in Hiroshima Tsjechovs Oom Wanja regisseren, maar de plotse dood van zijn vrouw kan hij moeilijk verwerken. Dit ontroerende verhaal over de confrontatie met diep verdriet won in Cannes 2021 de prijs voor beste scenario. Het won tevens zowel de FIPRESCI- als de Oecumenische Juryprijs, en bovendien de Oscar 2022 voor beste internationale film.
Bedrieglijke liefdessprookjes
Wie is toch die nieuwe, veelbelovende Japanner die meestal lyrische, bedrieglijke liefdessprookjes maakt die de toeschouwer vaak op het verkeerde been zetten? Veelbelovend zeker, maar nieuw? Drive My Car (2021) is Hamaguchi’s negende film in een oeuvre waarin hij langspeelfilms afwisselt met documentaires en kortfilms. Zijn tiende Our Apprenticeship staat al in de steigers.
Ryûsuke Hamaguchi was net 29 toen hij met een remake van Andrei Tarkovski’s Solaris in 2007 debuteerde. Sindsdien maakt hij aan een indrukwekkend tempo films die we hier in ons land echter niet te zien krijgen. Maar daar komt verandering in. Wheel of Fortune and Fantasy, dat hij hetzelfde jaar filmde als Drive My Car (2021) en dat de Zilveren Beer won in Berlijn 2021, is een twee uur durend drieluik over vrouwen die navigeren door relaties in het moderne Japan.
De nieuwe Kore-Eda
Binnenkort hier te zien, en, hou je vast, misschien ook het meer dan vijf uur durende Happy Hour (2015), de langste Japanse film ooit. Het is Hamaguchi’s eerste cinematografisch experiment met nieuwe verhaaltechnieken over vier vrouwen. Het gaat over een gescheiden dertiger, een die aan het scheiden is, een die ongelukkig gehuwd is en een die schijnbaar zonder problemen is. Bij Hamaguchi krijgen klassieke verhaallijnen dikwijls subplots die het verhaal een andere wending geven.
Dat is ook zo in een van Hamaguchi’s vroegere films, het slechts een uur en 59 minuten durende Asako I & II (2021). Het is de film waarmee de Japanner in 2018 al meedong naar de Gouden Palm in Cannes, toen gewonnen door Shoplifters van landgenoot Hirokazu Kore-Eda. Asako I & II is dé perfecte introductie tot het werk van Hamaguchi, de unieke Japanse filmregisseur die op heel wat internationale filmfestivals als de nieuwe Kore-Eda wordt verwelkomd.
Het dubbelgangersmotief
Je zou Asako I & II (2021) de Japanse Vertigo kunnen noemen. Hitchcocks Vertigo (1958), door filmcritici uitgeroepen tot de beste film aller tijden, is het prototype van de dubbelgangerfilm. Hij vertelt het verhaal van ex-inspecteur Scottie (James Stewart), die ingehuurd wordt door een oude vriend om zijn vrouw Madeleine te schaduwen en uit te vissen waarom ze zich bizar gedraagt. Wordt Scottie nu smoorverliefd op Madeleine of op Judy, beiden vertolkt door Kim Novak?
Net zoals Vertigo is Asako I & II gebaseerd op een boek, de gelijknamige roman van Tomoka Shibasaki. Daarin is Asako (Erika Karata) stapel op Baku en in Osaka beleeft zij met hem romantische liefde, tot hij ineens verdwijnt. Twee jaar later in Tokyo ontmoet Asako Baku’s dubbelganger Ryohei, beiden vertolkt door Masahiro Higashide. Is Baku de Mr. Hyde en Ryohei de Dr. Jekyll uit Robert Louis Stevensons The Strange Case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde? In grote lijnen wel, want er hangt altijd een zweem van verdoemenis over het thema van de dubbelganger. Niet toevallig heet Freuds essay hierover Das Unheimliche!
Een rijke traditie
Het dubbelgangersmotief heeft een rijke traditie in literatuur en film. Van Charlie Chaplins The Great Dictator (1940), Andrei Tarkovsky’s Solaris (1972), Andrzej Żuławski’s Possession (1981), David Cronenbergs Dead Ringers (1988), Krzysztof Kieślowski’s The Double Life of Véronique (1991), David Lynch’ Mulholland Drive (2001), Darren Aronofsky’s Black Swan (2010), Denis Villeneuves Enemy (2013) tot Richard Ayoades’ The Double (2013). Laatstgenoemde dubbelgangerfilms waren ook boekverfilmingen en toevallig hier tegelijkertijd in de bioscoop te zien. Enemy, met Jake Gyllenhaal als een bombastisch Jekyll en Hyde-personage, was gebaseerd op De man in duplo (2003) van José Saramago. En met The Double, volledig gedragen door acteur Jesse Eisenberg, verfilmde Richard Ayoade de beroemde novelle van Dostojevski, De dubbelganger (1846).
De bekendste dubbelgangerfilm voor Japanners is Akira Kurosawa’s Kagemusha (1980). Hamaguchi’s aanpak verschilt totaal door diens bijzondere verhaalopbouw. Het abrupt verdwijnen van de minnaar van de titelheldin geeft aan Asako I & II de structuur van een tweeluik met een generiek die pas na twintig minuten verschijnt, net voor Asako II.
Een tienerfantasie
Asako I & II begint als een liefde-op-het-eerste-gezichtverhaal. Asako wandelt naar een fototentoonstelling van Shigeo Gocho. Wanneer ze voor een zwart-wit foto staat van een identiek geklede meisjestweeling, voelt ze de nabijheid van een adonische jongeling die achter haar schuifelt om mee te kijken. Ze volgt hem, kust hem in slow motion terwijl vuurwerk afkomstig van spelende kinderen hun kus omkadert, samen met een romantisch, repetitief leidmotief, tofubeats – netemo sametemo. Hun liefde slaat vonken!
Ze rijden weg met de moto, veroorzaken een ongeluk en liggen ongedeerd op het asfalt. Hun relatie lijkt wel een mystieke ervaring die de wereld om hen heen doet verdwijnen. Baku’s vriend waarschuwt Asako echter voor diens wispelturigheid. En inderdaad, als hij even een brood haalt, daagt hij pas de volgende morgen op zonder brood. Dat had hij aan een oude man geschonken. Op het moment dat Asako dat excuus aanvaardt en ze mekaar omhelzen, verschijnt de generiek. Die valt samen met een van de vele onverwachte tijdsprongen met de mededeling dat de asociale Baku al twee jaar verdwenen is uit Asako’s leven. Hij was schoenen gaan kopen.
Fukushima
Een teleurgestelde Asako werkt vervolgens in een koffieshop in Tokyo waar ze een tweede coup de foudre beleeft met Ryohei. Ryohei is een vertegenwoordiger van sake die als twee druppels water op de verdwenen Baku lijkt, maar wel veel stabieler overkomt. En het wordt een déja vu! Op dezelfde Shigeo Gocho-fototentoonstelling voelt ze een gelijkaardige aantrekkingskracht voor dezelfde zwart-witfoto van de meisjestweeling!
Het lot en het toeval spelen een belangrijke rol in de film. Wanneer Maya, Asako’s vriendin, samen met Ryohei en diens vriend naar een televisiebewerking van de Drie zusters kijken (een toneelstuk van Anton Tsjechov — blijkbaar Hamaguchi’s lievelingsauteur) prijzen allen Maya’s acteertalent, behalve Ryohei’s vriend. Ryohei wil wel naar Maya’s toneelvoorstelling van Ibsens De wilde eend gaan kijken, vooral om Asako terug te zien. Werd de omhelzing van Asako en Baku begeleid door vuurwerk, dan wordt die van Asako en Ryohei omlijst door een aardbeving.
Tijdens die voorstelling van Ibsens toneelstuk doet zich op vrijdag 11 maart 2011 een aardbeving met een kracht van negen op de schaal van Richter voor. De op vier na krachtigste aardbeving ooit gemeten, en de zwaarste aardbeving in Japan. De beving houdt drie minuten aan en brengt een verwoestende tsunami teweeg die leidt tot de nucleaire ramp in Fukushima, met 24 000 doden als gevolg. Het is ook het begin van een tweede liefdesrelatie in de film: die tussen Asako en Ryohei die we vijf jaar later zien samenwonen met de kat Jintan, terwijl ze de getroffen vissersgemeenschap bij Fukushima helpen.
De kat en de tapir
Het kan niemand ontgaan dat de kat hét symbool is van de liefdesband tussen Asako en Ryohei. Vanuit zijn kantoor in Tokyo ziet Ryohei hoe Asako een rosse kat te eten geeft. Thuis hebben zij de witte kat Jintan die als buffer dient in hun huwelijk: ze wordt geaaid als het goed gaat en verstoten als het spaak loopt. Want spaak loopt het wanneer plots Baku, nu een populaire tv-ster, opduikt en Asako meeneemt. Ze verbreken alle familiebanden door hun gsm’s te verbrijzelen.
Baku’s naam betekent in het Japans ‘tapir’ en verwijst naar het mythisch wezen (yōkai ) afkomstig uit de Japanse mythologie. Volgens Japanse legendes is Baku bekend als de eter van nachtmerries. Het zijn zogezegd heilige wezens, waarvoor mensen ‘s nacht bidden opdat Baku hun slechte dromen zou opeten. Maar er is ook een donkere zijde aan deze wezens: Baku eet dikwijls alle dromen, zowel de slechte als de goede van je ambities, van je toekomst en van je hoop.
Onbevangen overgave
Het is op die Baku dat het jonge meisje uit de filmtitel hopeloos verliefd wordt. Voor hem laat zij impulsief alles achter om toch, net op tijd, te kunnen inzien hoe fragiel romantische verliefdheid wel kan zijn. Krijgt zij een tweede kans van Ryohei, die duidelijk aantoont dat hij geen Baku II is? En wat betekent het dat hij het water van de rivier vuil noemt, terwijl zij het mooi vindt?
Hamaguchi heeft vooral belangstelling voor de emotionele implicaties van het dubbelgangermotief. Hij vermijdt de perverse kantjes van het thema, waarin Hitchcock wel geïnteresseerd was in Vertigo. Asako wordt ook niet gestraft voor haar onbevangen overgave aan cupido. Integendeel, zij ontdekt de mysterieuze weg naar de liefde, naar twee liefdes zelfs, die ze onder ongewone omstandigheden vindt, kwijtraakt om dan uiteindelijk een beslissing te nemen. Maar is die de juiste?
Karel Deburchgrave is filmrecensent en was voorzitter van het filmtijdschrift Filmmagie. Hij is de auteur van 'Shakespeare in scène' gezet en filmdocent in diverse filmmusea en cultuurcentra in Vlaanderen en Nederland. Hij studeerde Germaanse filologie (UFSIA en KU Leuven) en is Fulbright alumnus van de Universiteit in Minneapolis-St. Paul.
Na 36 jaar keert regisseur Tim Burton terug met een vervolg op zijn iconische horrorkomedie ‘Beetlejuice’ uit 1988.
‘Moslimhater valt kerstmarkt aan’: het leek voor vele media een haast verfrissend discours. Maar heel wat vragen blijven onbeantwoord.