Gerecht BHV: Vlamingen bedrogen en belastingbetaler opgelicht
Opinie
BELGIUM, ZAVENTEM, SEP 05th 2010 – Thirth edition of the cycling ride of Gordel around the suburb of Brussels. Besides the sports aspect, the walk is also the opportunity for the Flemish to demand the split of BHV Brussels Halle Vilvoorde Reporters © Danny Gys
Hoe valt te verklaren dat het rechttrekken van de rampzalige en valse 20N/80F-verhouding voor de magistraten in het hervormde BHV niet alleen leidt tot een stijging van het aantal Nederlandstaligen met 18 (iets hoger dan het oorspronkelijke aantal), maar tegelijk ook tot een nog grotere, bijkomende kaderuitbreiding voor de Franstaligen met 25? Senator Bart Laeremans (Vlaams Belang) probeert inzicht te krijgen in de Belgische rekenkunde.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVooreerst dit: wij beschikken nog altijd niet over de precieze resultaten van de werklastmeting die in BHV werd uitgevoerd door het studiebureau KPMG, hoewel die al bijna vier maand geleden werd afgewerkt. Talloze keren hebben we de resultaten opgevraagd, maar de regering weigert de inzage en weigert het debat. Ze blijft deze gegevens angstvallig voor de oppositie verborgen houden. We moeten het voorlopig doen met enkele globale cijfers die door de krant De Tijd naar buiten werden gebracht.
Ook de precieze verdeling van de Franstalige magistraten over de rechtbanken en parketten mogen we niet weten, zodat niet kan nagegaan worden in welke mate de vaststellingen uit de werklastmeting per rechtbank geschonden worden. We moeten ons dan ook behelpen met een prognose.
Deze prognose is o.a. gebaseerd op cijfers van het correcte aantal Nederlandstalige magistraten indien de resultaten van de werklastmeting wél zouden gevolgd zijn, althans volgens de gegevens die verschenen in De Standaard van 24 oktober. Om de enorme stijging van het aantal Franstalige magistraten te verklaren, gaan wij ervan uit dat het Franstalige kader wordt uitgebreid op basis van een fictief aantal Nederlandstaligen.
Optellen en delen
Naar buiten uit wordt verkondigd dat de 20N/80F-verhouding wordt omgezet in een 29/71-verhouding. Dit is ronduit gelogen. De nefaste 20/80-verhouding gold immers enkel voor de rechtbank van eerste aanleg en de arbeidsrechtbank en NIET voor de rechtbank van koophandel (40N/60F) en evenmin voor de 145 magistraten in de parketten van Brussel en Halle-Vilvoorde (34N/66F, wat een correcte verhouding was). Door nu alle magistraten in één grote zak te gooien en daarop de verhouding 29/71 toe te passen, wordt enkel de indruk gewekt dat de Vlamingen een grote stap voorwaarts zetten. In werkelijkheid wordt de werklastmeting niet gerespecteerd en zijn het de Franstaligen die de echte winst boeken.
Het studiebureau KPMG had in zijn werklastmeting inzake de rechtbank van eerste aanleg een verhouding vastgesteld van 29 procent Nederlandstalige zaken versus 71 procent Franstalige. Het aantal Nederlandstalige magistraten stijgt opnieuw van 28 naar 41 (we komen van 39, dus winst 2). Volgens de tabel van De Standaard zouden de Nederlandstaligen evenwel recht hebben op (of nood hebben aan) 52 magistraten op basis van de werklastmeting. Dit doet ons veronderstellen dat de Franstaligen op basis van de 29/71-verhouding 127 magistraten toebedeeld krijgen (of een toename van 15 tegenover de 112 die waren voorzien op basis van 20/80). We gaan er bijgevolg van uit dat de Franstaligen 127 magistraten krijgen. Met 41 Nederlandstaligen hebben de Franstaligen evenwel slechts recht op 100 magistraten. Dat betekent dat de Franstaligen bij de rechtbank van eerste aanleg 27 magistraten te veel krijgen. Hierdoor zullen de Franstaligen 76 procent van de 168 rechters hebben en de Nederlandstaligen slechts 24 procent, wat dus ver verwijderd is van de verhouding 29/71 zoals vastgesteld in de werklastmeting.
Bij de arbeidsrechtbank zou het studiebureau tot een werklastmeting gekomen zijn van 34 procent Nederlandstalig versus 66 procent Franstalig. Ook hier zien we hetzelfde. Het aantal Nederlandstaligen wordt opnieuw opgetrokken van 5 naar 9 (oorspronkelijk aantal). Volgens de cijfers van De Standaard zouden de Nederlandstaligen evenwel recht hebben op 13 magistraten. Dit doet veronderstellen dat de Franstaligen op basis van de 34/66-verhouding 25 magistraten krijgen toegewezen of nog drie meer dan vorig jaar werd beslist. We gaan in onze prognose dus uit van dit aantal. Met 9 Nederlandstaligen hebben de Franstaligen evenwel slechts recht op 17 magistraten. Dat betekent dat de Franstaligen 8 magistraten te veel krijgen. Hierdoor zullen de Nederlandstaligen over amper 26 procent van de magistraten beschikken, terwijl ze recht hebben op 34 procent.
In de rechtbank van koophandel doet dezelfde prognose veronderstellen dat we naar een verhouding zullen gaan van 11 Nederlandstaligen (+1) en 17 Franstaligen, wat bij een werklastverhouding van 42N/58F neerkomt op 1 Nederlandstalige te weinig of drie Franstaligen te veel. Ook bij de politierechtbank zou er een Franstalige magistraat in bovental benoemd worden.
Parket
Bij het parket werd het kader heel recent op een heimelijke wijze uitgebreid van 125 naar 128. We gaan ervan uit dat dit aanzienlijke aantal niet verder zal worden uitgebreid. Er zullen volgens de regering 43 Nederlandstaligen zijn, waarvan 24 in Halle-Vilvoorde (uitgebreid met 5 Franstalige gedetacheerden uit Brussel) en 19 in Brussel. Als we de rekensom maken, zien we dat het aantal Franstaligen in Brussel stilletjes werd opgetrokken van 77 naar 80, terwijl de wettelijke 20/80-verhouding (die correct is wanneer ze beperkt wordt tot Brussel-19) tegenover 19 Nederlandstaligen slechts 76 Franstaligen toelaat. Ook bij het Brussels parket zouden er bijgevolg minstens 3 Franstalige magistraten te veel aangesteld worden.
Het totaal aantal Nederlandstalige magistraten in BHV was met de hervorming van het gerechtelijk arrondissement door de absurde scheeftrekkingen gezakt van 111 naar 96 (-15). Nu zien we opnieuw een stijging naar 114. Er is dus een daadwerkelijke vooruitgang van zegge en schrijve 3 magistraten, wat dus nauwelijks meer is dan het herstel van de oorspronkelijke toestand.
Aan Franstalige kant daarentegen was het aantal magistraten met de hervorming drastisch opgetrokken van 204 naar 254 (+50). In plaats van dit aantal minstens met 18 te reduceren (ter compensatie van de toename aan Vlaamse kant met 13 + 4 + 1), krijgen we een volkomen ongefundeerde kaderuitbreiding van 25 (15 + 3 + 3 + 1 + 3 ) Franstalige magistraten naar 279. Er zullen met andere woorden minstens 43 Franstalige magistraten te veel zijn.
Gelijkaardige vaststellingen doen we bij de griffiers en de parketsecretarissen. Dat wordt aan Nederlandstalige kant opgetrokken van 100 naar 125, maar dit leidt niet tot een parallelle vermindering aan Franstalige zijde, wel tot een uitbreiding met 18, van 269 naar 287. Dit betekent dat er minstens 43 Franstalige griffiers en parketsecretarissen te veel zullen zijn.
Bij het ondersteunende personeel bij de griffies en de parketten zijn de cijfers nog straffer. Daar stijgt het aantal Nederlandstaligen van 207 naar 236 (+ 29), maar stijgt tegelijk ook het aantal Franstaligen met 37 van 492 naar 529. Er zullen dus minstens 66 Franstalige bedienden te veel zijn bij de griffies en de parketten.
Uitbreiding
Globaal betekent dit dat het nieuwe akkoord n.a.v. de werklastmeting niet geleid heeft tot een status quo van het aantal personeelsleden en een herschikking tussen Nederlandstaligen en Franstaligen, wel tot een bijkomende en volstrekt onverantwoorde uitbreiding van de Franstalige kaders van de Brusselse rechtbanken, in die mate zelfs dat er maar liefst 152 Franstalige jobs (43 + 43 + 66) te veel zullen zijn in verhouding met het aantal Nederlandstalige jobs.
De doorbreking van de absurde 20/80-regeling en het beperkte herstel van het onrecht dat de Vlamingen was aangedaan, wordt met andere woorden niet gecompenseerd met de evidente daling van het aantal Franstaligen, maar wordt integendeel cash afgekocht met een bijkomende, volstrekt overbodige versterking van de Franstalige rechtbanken met 80 jobs: 25 extra magistraten en 55 extra personeelsleden. En dat in een tijdperk waarbinnen er moet bespaard worden en er dringend geld nodig is voor het noodlijdende hof van beroep van Brussel.
De bijkomende jaarlijkse kostprijs van 152 magistraten, griffiers, parketsecretarissen en bedienden mag geschat worden op minstens 10 miljoen euro. Ieder jaar opnieuw dus. Bovenop de miljoenen euro’s die de hervorming nu reeds gekost heeft aan kaderuitbreiding en via het stelselmatig vervangen (en in uitdoving plaatsen) van Nederlandstalig griffiepersoneel door Franstalig. De belastingbetaler is dus de grootste dupe van heel dit wansmakelijke verhaal van verspilling.
Als argument voor de bijkomende uitbreiding van de Franstalige kaders wordt gesteld dat de achterstand aan Franstalige kant veel groter zou zijn dan aan Nederlandstalige kant. Dit argument is vals: het werd al ingeroepen om de 20/80 te verrechtvaardigen en nu wordt het opnieuw aangewend om het Franstalig kader nog verder uit te breiden. Bovendien gaat het niet op om de traagheid en inefficiëntie aan Franstalige kant te belonen, zeker niet met een permanente uitbreiding van de Franstalige kaders.
De globale winst die de Franstaligen maken, vergeleken met de situatie vóór de hervorming van 2012, is gigantisch. Op basis van de cijfers die de regering ons vorig jaar zelf ter beschikking had gesteld, brachten we in juli 2012 al naar buiten dat het aantal Franstalige magistraten zou toenemen met 50 en dat het aantal Franstalige personeelsleden van griffies en parketten zou stijgen met 226. Nu gaan we al naar 75 extra Franstalige magistraten en 281 griffiebedienden, wat neerkomt op een globale Franstalige kaderuitbreiding van maar liefst 356 mensen.
Aan Nederlandstalige kant daarentegen kennen we een zeer beperkte kaderuitbreiding van de magistraten van 111 naar 114 (met inbegrip dus van het nieuwe parket van Halle-Vilvoorde) en nog steeds een daling (uitdoving) van het aantal personeelsleden met maar liefst 144.
Voor alle duidelijkheid: het zou al te gemakkelijk zijn om uit het voorgaande te concluderen dat meer dan de helft van de immense Franstalige kaderuitbreiding wél gerechtvaardigd zou zijn. Men zou dit namelijk kunnen afleiden uit de aftrek van het hoger vermelde ’te veel’ aan Franstalige kaders (152) van de totale Franstalige kaderuitbreiding (356). Deze Franstalige kaderuitbreiding hangt samen met de drastische hervorming van de taalwetgeving en de opsplitsing van de tweetalige rechtbanken in eentalige, waar uitsluitend personeel uit de betrokken taalgroep mag werken.
In de griffies van de tweetalige rechtbanken en in het parket waren de Nederlandstaligen in verhouding sterker vertegenwoordigd omdat zij gemakkelijker slaagden in de strenge tweetaligheidsproeven. Zo maar eventjes 188 tweetalige Nederlandstalige griffiebedienden werden vorig jaar ten onrechte in uitdoving geplaatst en meteen vervangen door Franstaligen. Ook dat is een verspilling van formaat. Nog veel pijnlijker was het lot van de Nederlandstalige politierechters. Bij de tweetalige politierechtbank verliepen alle zittingen in twee talen en golden er voor de magistraten zware vereisten van tweetaligheid (zoals bij vrederechters). Hierdoor waren 11 van de 14 Brusselse politierechters perfect tweetalige Nederlandstaligen. Door de opsplitsing werden maar liefst 8 van hen in uitdoving geplaatst. Zij mogen zelfs in een overgangsfase niet zetelen in de nieuwe Franstalige politierechtbank van Brussel-19 en werden meteen vervangen door Franstaligen.
Bevoegd in Halle Vilvoorde
We wijzen er op dat met de nieuwe wetgeving de Franstalige rechtbanken volwaardig bevoegd worden voor Halle-Vilvoorde. De zware bevoordeling van de Franstalige magistraten zal leiden tot een zeer ernstige versterking van hun concurrentiepositie in Vlaams-Brabant: de rechtsgang zal er sneller gaan, zodat deze rechtbanken aantrekkelijker zullen zijn, ook voor niet-Franstaligen.
Hoeft het te verwonderen dat de Franstalige partijen na de bekendmaking van het nieuwe akkoord in euforische stemming waren?
De onwil van de regering om over dit alles ook maar de minste informatie te verstrekken aan de parlementsleden is echt wel tekenend voor haar anti-Vlaams karakter. Uitgerekend op de dag van de bekendmaking van het akkoord, op woensdag 23 oktober, werd in de Senaatscommissie voor Justitie de hervorming van het gerechtelijk landschap besproken en werden de kaders goedgekeurd van alle (meestal provinciale) rechtbanken van het land. Ook de kaders van Brussel waren daarbij. Deze kaders zijn door het nieuwe akkoord meteen achterhaald.
Toch wilde Turtelboom mordicus doorgaan met haar ontwerp, goed wetende dat deze wet heel binnenkort opnieuw zal moeten aangepast worden. De minister weigerde de bespreking te schorsen tot er duidelijkheid zou zijn over het nieuwe BHV-akkoord en zij weigerde ook zelf om enige toelichting te geven bij de nieuwe cijfers en taalverhoudingen.
We brachten het eind september al uit: volgens de cijfers die nu werden goedgekeurd, zullen er in heel België bij de rechtbanken van eerste aanleg 370 Franstalige magistraten zijn tegenover slechts 361 Nederlandstalige. Terwijl de Vlamingen toch ruim 58% van de bevolking uitmaken. Met het nieuwe akkoord zullen de verhoudingen nog verder worden scheefgetrokken.
Ook Staatssecretaris Verherstraeten spuit alle mogelijke mist over het nieuwe akkoord, vervalst de vergelijkingen, schuift de enorme winsten aan Franstalige kant onder de mat en wil nu dat alle Vlamingen dolgelukkig zouden zijn omdat de allergrofste onrechtvaardigheden uit de BHV-regeling, waarvoor CD&V de zwaarste verantwoordelijkheid droeg, gedeeltelijk zijn weggewerkt.
Besluit
We moeten helaas vaststellen dat de Franstalige partijen er iedere keer opnieuw in slagen de onderhandelingen glansrijk te winnen en de Vlamingen zwaar te laten dokken voor zaken waarvoor in het verleden al dubbel en dik werd betaald.
Bart Laeremans is senator voor het Vlaams Belang en gemeenteraadslid in Grimbergen.
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Categorieën |
---|
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Karianne Boer: ‘De lockdowns hebben bijgedragen aan bijna 200 maal meer kindermisbruikmateriaal.’
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.