Het erfelijke Auschwitz-leed
Reflecties over 'Het Auschwitz-gen' van André Gantman
André Gantman op de boekvoorstelling van ‘Het Auschwitz-gen’
foto © Doorbraak / An Clapdorp
Enkele reflecties over de voorstelling van het boek ‘Het Auschwitz-gen’ van André Gantman.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIk tekende present op de boekvoorstelling van Het Auschwitz-genvan André Gantman, Jood, Antwerpenaar en N-VA-politicus. Het boek zelf, uitgegeven door Doorbraak, heb ik nog niet gelezen, maar na de passage van André Gantman in De Zevende Dag én na de uitvoerige boekpresentatie heb ik voldoende stof om één en ander in perspectief te plaatsen.
Niemand minder dan Bart De Wever, Gantmans partijgenoot, stadsgenoot en dierbare vriend, verzorgde de inleiding van de boekpresentatie, in een zaal in het midden van de Antwerpse Joodse buurt. Het was een lange maar boeiende en geanimeerde uiteenzetting die de burgemeester wijdde aan het boek, hoewel hij zich meer focuste op enerzijds de gruwelijke geschiedenis zelf en anderzijds (en vooral) op de persoonlijke ervaringen en verhalen die Gantman gedurende de jarenlange vriendschap met De Wever deelde.
Shame on us!
Tijdens dit interessante en ook wel wat emotionele discours hield De Wever zichzelf, de zaal en de hele Vlaamse samenleving een spiegel voor. In die spiegel kunnen we, volgens hem, fierheid ontwaren op de stappen die onze westerse beschaving gezet heeft in het licht van de Verlichting, maar het spiegelbeeld moet u ook de nodige schaamte onthullen. Schaamte omwille van het leed dat ook binnen onze samenleving werd aangedaan aan het Joodse volk.
Op dat moment begon ik ongemakkelijk te schuiven op mijn stoel, maar de ja-knikkende Michaël Freilich aan mijn ene zijde en de stoïcijnse Peter De Roover aan mijn andere zijde onthielden mij van enig cynisch gekuch of ander opvallend signaal. Ikzelf heb besef van en erkenning voor de verantwoordelijkheid van delen uit onze vroegere samenleving in het leed en de gruwel dat werd aangedaan aan een onschuldig Joods volk. Maar ik schaam mij daar persoonlijk niet voor, net zo min als ik mij schaam voor de naoorlogse koloniale gruwelijkheden of de middeleeuwse barbaarse kruistochten georganiseerd door hertogen uit Vlaanderen en gesponsord door de Vlaamse handelssteden.
Een genoom of een virus?
Het leed dat de Jodenvervolging en specifieker het Auschwitz-uitroeiingsmechanisme teweegbrengt, omschrijft Gantman als een gen, een deel van het DNA. Lieven Scheire, wetenschapper en auteur van het boek DNA of Dirk De Wachter, bekend psychiater, zullen die titel mijn inziens wat misplaatst vinden. Ook Ludo Abicht die in De Zevende Dag met Gantman in debat ging, vindt die term een verkeerde beeldspraak. Aangezien zelfs Bart De Wever, die niets moet weten van ‘oikofobische’ trekjes, oproept tot een gemeenschappelijk schaamtegevoel, lijkt het mij eerder om een virus te gaan. Een gen wordt doorgegeven zonder beïnvloeding. Zonder indoctrinatie. Een virus daarentegen wordt wél via besmetting doorgegeven.
Wanneer men zich als gemeenschap zowel fysiek als sociaal afzondert van andere gemeenschappen en wanneer men de volgende generaties van kindsbeen af met een beeld van een antisemitische buitenwereld opzadelt, gespekt met alle historische feiten, dan lijkt het mij nogal logisch dat die nieuwe generatie als het ware het gevoel krijgt zélf de gruwelijkheden te hebben moeten ondergaan. Bij sektarische gemeenschappen ontwaart men dezelfde cocktail van afzondering en beeldvorming die op z’n minst leidt tot generatieve segregatie en slachtofferschap.
Het erfelijke leed
Het leed dat Gantman meesleept, waarmee hij naar eigen zeggen ontwaakt en inslaapt, wil ik op geen enkele manier minimaliseren of relativeren. Dat zou zelfs erg misplaatst zijn. Dit leed, of het nu omschreven wordt als een gen, een virus of gewoon een pijnlijk gemeenschappelijk verleden, is volgens Gantman inherent aan het leven van elke Jood, van generatie op generatie.
Sta mij toe dat laatste toch even te relativeren, waardoor ik tegelijk ook de genetische beeldspraak relativeer. André Gantman is de kleinzoon van een overleden Auschwitz-gevangene. Hoewel hij zijn grootvader nooit persoonlijk heeft gekend, kan ik mij inbeelden dat de hele context enorm weegt op zijn persoonlijke leven en dat van eenieder die zich verwant voelt met de destijds getroffen Joodse gemeenschap. Anderzijds vraag ik mij af hoe de nazaten van Gantman zich binnen enkele decennia verhouden tot de nazigruwel van weleer. Het zal zeker nog een belangrijk deel uitmaken van hun geschiedenis, al zeker gezien de intensiteit waarmee dit van generatie op generatie wordt overgebracht. Maar ik durf te betwijfelen dat het Auschwitz-gen zijn achter-achterkleinkinderen met hetzelfde beeld de slaap doet aanvatten en met hetzelfde gevoel ’s ochtends de ogen laat openen. Maar ook een gen kan over generaties heen zijn sterkte verliezen en op termijn zelfs muteren of verdwijnen.
Antisemitisme
Verschillende gezaghebbende actoren stellen dat het antisemitisme, simpelweg Jodenhaat, opnieuw erg is toegenomen, ook in Vlaanderen. Zij zullen daar zeker correcte data over hebben, dus dat wil ik geenszins tegenspreken. Ikzelf, actief op Twitter en op Facebook, wekelijks aan de zijlijn met andere voetbalpapa’s en regelmatig eens achter de toog van een Vlaams dorpscafé, merk daar hoegenaamd niets van. Buiten de wansmakelijke memes in de Discord-groep van Schild & Vrienden en de satirische carnavalswagen heb ik nog niemand horen verkondigen dat het Joodse volk negatieve eigenschappen bezit, laat staan dat die eigenschappen een bedreiging zouden betekenen voor de samenleving.
Wat ik wel al hoorde, maar zelfs dát slechts in geringe mate, is dat de Joodse gemeenschap zich niet voldoende integreert, dat ze vaak het slachtofferschap claimt en erg gevoelig is voor kritiek. Maar eerlijk gezegd, betreft dit slechts een fractie van wat verweten wordt aan de moslimgemeenschap of de Marokkaanse en Turkse gemeenschap. Of nog wat specifieker, aan de Berberse gemeenschap. Toch, mijnheer De Wever?
Stigmatisering van een gemeenschap?
Veralgemeningen zijn steeds te vermijden, want deze kunnen inderdaad leiden tot discriminatie en racisme. Maar wanneer men spreekt over een volk of een gemeenschap veralgemeent men niet per definitie, maar bespreekt men de gemiddelde gemeenschappelijke eigenschappen van een groep. Dit wil niet zeggen dat elk individu binnen die gemeenschap deze eigenschappen vertoont. Wél dat de cohesie van een gemeenschappelijke groep bepaalde karakteristieken vertoont. Die kunnen positief zijn, maar dit kan ook kritisch zijn. Het is niet eerlijk alle lof over de gemeenschap te omarmen en tegelijk alle kritiek weg te zetten als stigmatisatie, discriminatie of racisme.
Tinneke Beeckman, filosofe en schrijfster van het voorwoord in het boek van Gantman, alsook deelneemster aan de boekpresentatie, knikte zelfs overtuigd het hoofd toen André Gantman zei dat antizionisme de witwaspraktijk is van het semitisme. Waarmee hij wilde zeggen dat antizionisme een light versie is van antisemitisme. Debat gesloten dus!
Satire
Eén van de Vlaamse eigenschappen is misschien wel een brede zin voor humor. Met breed bedoel ik dat Vlamingen over het algemeen zowel in cynisme, sarcasme als satire humor ontwaren en dat ze gevoeligheden en humor nogal makkelijk van elkaar loskoppelen. Dat is volgens mij de reden waarom sarcastische comedians als Alex Agnew of Hans Teeuwen zulke hoge toppen scheren in Vlaanderen. Zelf vind ik dat een fijne eigenschap, want ik lach graag en ik vind het niet leuk om mijn lach te moeten onderdrukken. Maar ik kan begrijpen dat er gemeenschappen zijn die humor anders beleven.
Met deze Vlaamse eigenschap indachtig, is het misschien niet zo vreemd dat er al eens humoristisch wordt opgetreden jegens een gemeenschap die zich erg isoleert en in haar isolement een voor Vlaanderen atypisch gedrag vertoont, zoals een bijzondere kleder- en haardracht of een orthodoxe levensopvatting. Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat de respondenten van zulke humor heus wel beseffen dat het om satire gaat en de karikaturen niet voor waar aannemen.
Dossin kazerne handelde ‘lomp’
Dit statement over de Kazerne Dossin is afkomstig van Bart De Wever en werd nadien bevestigd door Tinneke Beeckman. Op zich kan ik begrijpen dat dit op deze manier gezegd wordt, maar niet door beide prominente figuren.
Bart De Wever vindt het een gebrek aan empathie van het bestuur van de Dossinkazerne om op die plaats een vredesprijs te laten uitreiken door Pax Christi aan Brigitte Herremans, Midden-Oosten experte en erg kritisch voor de rol van Israël in de conflicten die het Midden-Oosten teisteren en vooral in de Palestijnse kwestie. Hij vergeleek het met het uiten van kritiek over het beleid van de VS op een Amerikaans militair kerkhof ergens in de Westhoek.
Een vredesprijs overhandigen op een bepaalde locatie, aan iemand die zich inzet voor de vrede en daarbij ook kritisch is tegenover de partij die een belangrijke emotionele band heeft met die locatie, is niet hetzelfde als simpelweg kritiek uiten over de specifieke partij op die bijzondere locatie. Desondanks begrijp en aanvaard ik het punt dat De Wever hier wil maken.
In memoriam
Maar in deze casus ligt het toch net iets ingewikkelder. De locatie waarmee De Wever vergelijkt, is een pure herdenkingsplaats. De Kazerne Dossin is dat nu eenmaal niet. Het is zowel een memoriaal als een museum en documentatiecentrum en zelfs niet enkel gericht op de Jodenvervolging alleen, maar op algehele schendingen van mensenrechten.
Waarom de Vlaamse overheid dit samen met het bestuur zo beslist heeft, is mij een raadsel en getuigt van weinig empathisch inzicht. Deze site zou bij uitstek enkel en alleen een belangrijke herdenkingsplaats moeten zijn die specifiek daarvoor zou zijn moeten ingericht. Eventueel kan, analoog met de site van het Fort van Breendonck, een soort informatieve omkadering eraan worden toegevoegd, maar dan louter uit het perspectief van de slachtoffers. In het Fort van Breendonk worden ook geen kritische noten gegeven bij het verzet of bij het communisme, laat staan bij de individuele gevangenen. En terecht!
Maar men kan anderzijds de Dossinkazerne niet verwijten het instituut in te zetten waarvoor het is opgericht. Het was eerder ‘lomp’ om deze historische site niet de juiste bestemming te schenken. Ik wens André Gantman en de hele Joodse gemeenschap oprecht veel sterkte en moed om alle leed te verwerken en ik hoop samen met hen dat antisemitisme, net als racisme, worden verbannen uit onze samenleving en uit de hele wereld.
Het boek Het Auschwitz-gen van André Gantman is te koop in de Doorbraak webwinkel.
Categorieën |
---|
Londerzelenaar, vader van twee, projectontwikkelaar en vooral erg begaan met alles wat de samenleving vorm geeft.
‘Uw plezante buurman is niet per se de beste bestuurder’, bedenkt John Croughs zich bij de stemmentrekkers voor de gemeenteraadsverkiezingen.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.