JavaScript is required for this website to work.
post

Het feest van de democratie

Herman Matthijs19/3/2023Leestijd 3 minuten
De Nederlandse premier Mark Rutte tijdens zijn verkiezingsspeech.

De Nederlandse premier Mark Rutte tijdens zijn verkiezingsspeech.

foto © Belga/ANP

Nederland heeft nu een regering in lopende zaken tot bij de volgende afspraak: de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2025.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Nederlandse kiezer heeft op 15 maart zijn gedacht gezegd over het bestuur van zijn koninkrijk via de verkiezing der Provinciale Staten. Liefst zestien partijen behaalden zetels. Vandaar een eerste bedenking bij een mogelijke invoering van een kiesdrempel.

Kiesdrempel

Liefst zestien politieke partijen (de lokale provinciale partijen worden hier als één geteld) hebben zetels behaald bij de Nederlandse electorale ‘iden’ van maart. Als we de Vlaamse kiesdrempel van 5% per provinciale kiesomschrijving doorvoeren in de noordelijke Nederlanden, dan geeft dit het volgende resultaat.

Zeeland: de BBB behaalt 19,7% van de stemmen, gevolgd door het kartel GL-PvdA met 13,4%. Ook de SGP en het CDA gaan over de Belgische/Vlaamse kiesdrempel van 5%. De VVD behaalt 8,9% en is de laatste partij die erover geraakt. (Vijf partijen halen de kiesdrempel)

Noord Brabant: de BBB behaalt 18,2% en dan volgt de VVD met 14,1%. In deze provincie geraken ook GL, de PvdA, de SP, D’66 , de PVV en het CDA met 6,6% sluit af. (acht partijen)

Limburg: BBB met 18,5% gevolgd door de PVV met 12,7%. VVD, CDA, GL, PvdA, de SP en D’66 met 6,1%. (vijf partijen)

Zuid Holland: de BBB heeft 13,7% van de stemmen, direct gevolgd door de VVD met 13,1%. Ook over die 5% kiesdrempel geraken de volgende partijen: D’66, GL, PvdA, PVV, CDA en JA21 sluit de rij met 6,2%. (acht partijen)

Noord Holland ziet ook een BBB-overwinning met 14,2%, gevolgd door de VVD met 13% van de stemmen. De andere partijen die over de kiesdrempel zouden geraken zijn: PvdA, GL, D’66, PDD, JA21 en de PVV sluit af op 5%. (acht partijen)

Utrecht: BBB behaalt 13,2% , gevolgd door GL met 12,8% der stemmen. Ook de VVD, het CDA, de PvdA, de PDD en de ChristenUnie met 5,5% geraken over de drempel. (acht partijen)

Gelderland: BBB haalt 23,6% en dan volgt de VVD met 10% der stemmen. De andere partijen die over de kiesdrempel geraken zijn : de PvdA, het CDA, GL, de CU, D’66 en de SGP sluit af met 5,1%. (acht partijen)

Overijssel: BBB behaalt 31,3% en dan volgt het CDA met 8,2%. Ook de VVD, GL, de CU, de PvdA en de PVV met 5% geraken aan de kiesdrempel. (zeven partijen)

Drenthe: de BBB behaalt hier zijn hoogste score met 33,5% der stemmen. De PvdA volgt als tweede met 9,4%. Ook over deze kiesdrempel geraken de VVD, het CDA, GL en de PVV met 5,1%. ( zes partijen )

Groningen: De BBB scoort hier 23,6%, nadien volgt de PvdA met 10%. Over de 5% geraken ook de volgende partijen: GL, CU, Groninger Belang, de VVD , de SP, D’66 en de PDD met 5% sluit af. (negen partijen)

Friesland: de BBB scoort hier 27,9%, gevolgd door de PvdA met 10,6%. Ook het CDA, de VVD, GL, de Frysland Partij en de CU met 5,3% behalen de kiesdrempel. (zeven partijen)

Flevoland: de BBB behaalt in de jongste provincie 20,8% van de stemmen en dan volgt de VVD met 9,9%. Ook geraken de PVV, de PvdA, GL, de CU, D’66 en het CDA met 5,1% erover. (acht partijen).

De voorgaande berekeningen laten zien dat maar vier partijen in alle twaalf provincies over een kiesdrempel van 5% geraken, namelijk de BBB, de VVD, GroenLinks en de PvdA. Het CDA geraakt er niet over in Groningen en behaalt dus 11 op 12. Het linksliberale D’66 komt maar over de 5% kiesdrempel in acht provincies en de PPV in zeven. Dan volgen de ChristenUnie met zes provincies, de PDD in drie. De SGP maar ook JA21 behalen beiden deze kiesdrempel in slechts twee provincies. De lokale lijsten in Friesland en Groningen behalen deze drempel ook. Maar 50plus, Forum, VOLT en anderen zitten overal onder die 5%.

Analyse

Wat ook opvalt is het verschil tussen de nummer één, de BBB met Caroline van der Plas, versus de tweede partij. Dat verschil bedraagt maar 0,4% in Utrecht, maar in Drenthe is dat verschil liefst 24,1%. De BoerBurgerBeweging heeft veel meer zetels gehaald dan er boeren en tuinders zijn. Want anders zou deze partij misschien 2 à 3 zetels behalen. Desalniettemin valt het op dat de BBB heel verschillend scoort op de west-oost-as van Nederland.

  • Meer dan 30%: Drenthe en Overijssel;
  • 25%-30%: Friesland
  • 20%-25%: Gelderland, Groningen en Flevoland
  • 15%-20%: Zeeland, Noord Brabant en Limburg
  • 10%-15%: Noord Holland, Zuid Holland, Utrecht.

Het is een ‘mindere’ score in de randstad , maar fenomenaal hoog in het noorden en het oosten.

Zetels

De BBB-overwinning illustreert zich ook in het aantal behaalde zetels in de twaalf Provinciale Staten. De 572 zetels worden als volgt verdeeld:

  • BBB: 139
  • GroenLinks (53) en PvdA (49) samen: 102
  • VVD: 63
  • CDA: 43
  • PVV: 34
  • D’66: 32
  • PDD: 26
  • SP: 23
  • ChristenUnie: 23
  • Ja21: 20
  • Lokale lijsten: 16
  • Forum voor Democratie: 15
  • SGP: 14
  • Volt: 11
  • 50plus: 8

Er gaan al verhalen de ronde dat het CDA en de VVD een technisch kartel zouden maken om als tweede (106 zetels) uit te komen in de Senaat.

En nu ?

Op korte termijn is het afwachten welke rol de BBB gaat spelen in de vorming van de provinciale besturen. In ieder geval, in zeker zeven van de twaalf provincies is het onmogelijk om een coalitie te maken zonder de BBB. Daarnaast hangt het af wat de partijen gaan doen met hun reststemmen ten aanzien van de verkiezingen voor de Eerste Kamer op 30 mei aanstaande. Maar ook stelt zich de vraag wat het kabinet Rutte IV gaat doen. Drie partijen verliezen en het CDA halveert. Gaan de VVD en het CDA het aandurven doen om dit kabinet in de Senaat te laten steunen door de samenwerking GroenLinks-PvdA?

Nederland heeft, als resultaat van deze ‘midterm verkiezing’, de facto een regering in lopende zaken tot bij de volgende afspraak: de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2025.

Herman Matthijs doceert publieke en openbare financiën aan de UGent en de VUB. Hij volgt o.m. overheidsadministratie en -begrotingen op, maar evenzeer de politiek van de VS.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen