JavaScript is required for this website to work.
post

Het franquisme vergeten?

Luc Rasson7/11/2018Leestijd 4 minuten
Het kruis boven het praalgraf van Franco: 155 m hoog, 44 m breed.

Het kruis boven het praalgraf van Franco: 155 m hoog, 44 m breed.

foto © Reporters

Het gevecht om Franco’s lijk blijft aanslepen. Té veel aandacht voor verleden dreigt nieuwe conflicten te veroorzaken in Spanje, vreest Luc Rasson.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Spanje blijft in de ban van een lijk. In mijn bijdrage ‘Het graf van Franco en de twee Spanjes’ schreef ik over de plannen van de socialistische regering van Pedro Sánchez om de voormalige dictator uit de Valle de los te halen, het mausoleum in de bergen boven Madrid. Een begrijpelijke beslissing vanuit het standpunt van een moderne democratie. Minister José Luis Ábalos stelde begin november nog, tijdens een herdenking van slachtoffers van het franquisme in Valencia, dat het ondenkbaar zou zijn dat Hitler, Mussolini of Salazar in een praalgraf zouden liggen. Een terechte opmerking maar ondertussen is duidelijk geworden dat de regering dit heikele dossier niet grondig heeft voorbereid. In haar haast om Franco’s stoffelijke resten weg te halen uit het prestigieuze kader van de ‘Vallei van de gesneuvelden’ ging zij ervan uit dat de familie geen andere keuze had dan ze te herbegraven op het kleine kerkhof waar ook zijn vrouw rust. Dat ligt in El Pardo, de plek ten noorden van de hoofdstad waar Franco en zijn gezin vanaf het einde van de burgeroorlog woonden.

Van vallei naar kathedraal

Maar de nakomelingen hebben een briljante zet gespeeld op het schaakbord van het historisch geheugen. Franco’s enige dochter Carmen, die eind 2017 overleed, ligt samen met haar man begraven in de crypte van de kathedraal van de Almudena. Die bevindt zich in volle centrum van Madrid, tegenover het koninklijk paleis, op een boogscheut van de plaza de Oriente. Daar komen elk jaar rond 20 november extreemrechtse organisaties samen uit binnen- en buitenland om de verjaardag van het overlijden van de Caudillo te vieren. De zeven kleinkinderen van de dictator hebben laten weten dat ze gekant zijn tegen de opgraving van hun grootvader. Maar als de regering haar plannen doorduwt wensen ze hem te herbegraven in de kathedraal, naast zijn dochter en schoonzoon. Daar kunnen de socialisten in principe niets tegen in brengen want de dochter kocht de concessie in 1987 en er zijn nog twee plaatsen vrij. Dit scenario is een nachtmerrie voor de regering: Franco zou van het ene praalgraf in het andere terechtkomenen bovendien zou de crypte van de Almudena hem een ongekende zichtbaarheid geven. Vandaag moet je moeite doen als je Franco’s graf wil bezoeken in de bergen van de Sierra de Guadarrama, op 52 km van de hoofdstad. Maar wie in Madrid verblijft kan zo binnenlopen in de kathedraal van de Almudena. Wanneer ik er rondslenter op 2 november, was de plek overrompeld door toeristen. ‘The most spectacular crypt-chapel in Spain’ kondigt een affiche eentalig aan. Omdat het net Allerheiligen was liggen er veel bloemen. Maar de meeste bloemen zie ik op de grafsteen van Carmen Franco Polo en haar man. De Spaanse nationale kleuren – geel en rood – overheersen. Buitenlandse toeristen lopen er onverschillig over maar de Spanjaarden blijven staan, wijzen naar de naam en veroorzaken kleine opstoppingen.

(c) FrancoLuc Rasson

Het graf van Franco’s dochter in kathedraal Almudena, vorige week.

Het voetje van het Vaticaan

De familie houdt dus het been stijf. Maar hoe zit het met de Kerk, op wier grondgebied de dictator nu ligt? Eerst leek alles vlotjes te lopen. De aartsbisschop van Madrid, Carlos Osoro, verzet zich niet tegen een eventuele exhumatie en het Vaticaan houdt zich afzijdig. Maar de benedictijnse monniken liggen dwars. De abt, Santiago Cantera, liet weten dat de plannen tot opgraving geïnspireerd zijn door niemand minder dan de duivel en hij tekende verzet aan bij de regering. Dat deed hij buiten medeweten om van de aartsbisschop en van het Vaticaan dat maatregelen overweegt tegen de rebelse abt. Ondertussen is vicepremier Carmen Calvo op 29 oktober naar Rome getrokken om een aantal delicate kwesties, waaronder de opgraving, te bespreken met de nummer twee van het Vaticaan, kardinaal Pietro Parolín. Na haar terugkeer in Madrid legde ze een euforische verklaring af: niet alleen is het Vaticaan het eens met de verwijdering van het lijk uit de Valle de los Caídos, maar bovendien zou ze een akkoord bereikt hebben om te beletten dat de dictator in de Almudena terechtkomt. Maar de euforie was van korte duur. Een dag later liet het Vaticaan weten dat er geen sprake was van een akkoord en dat de uiteindelijke bestemming van het stoffelijk overschot enkel in overleg met de familie kan worden vastgelegd. Een voormalig Spaans diplomaat merkte op dat een dergelijke berisping uiterst zeldzaam is. Maar de terechtwijzing van de hoogste kerkelijke instanties lijkt een vlucht voorwaarts van de regering te veroorzaken: ze kan niet terug op straffe van ernstig gezichtsverlies. Er is nu sprake van een nieuwe aanpassing van de wet over het historisch geheugen van 2007 om te beletten dat Franco in de Madrileense kathedraal wordt begraven. Dat betekent opnieuw uitstel. Ondertussen blijven de andere problemen zich opstapelen. De Catalaanse separatistische partijen wier steun Sánchez nodig heeft om zijn minderheidsregering in stand te houden dreigen de stekker eruit te halen naar aanleiding van de bepaling van de strafmaat van de politici die in de cel zitten. Hoe lang nog blijft deze regering in het zadel? Zal ze tijd genoeg hebben om het lijk te verhuizen?

Perfect storm

Alles wijst erop dat Pedro Sánchez zich in de voet heeft geschoten. Het dossier van Franco’s opgraving is een perfect stormgeworden. De regering was blijkbaar niet voorbereid op het scenario van de Almudena en de manier waarop Carmen Calvo probeerde het standpunt van het Vaticaan naar haar hand te zetten is op z’n minst onhandig, om niet te zeggen klunzig. Bovendien blijkt het tegendraadse lijk van de voormalige dictator nu ook voor onenigheid te zorgen binnen de Kerk. Dankzij de socialisten staat Franco in het centrum van de belangstelling: het is lang geleden dat men zoveel over hem heeft gesproken. Wanneer ik op 3 november nog eens de Valle de los Caídos bezoek blijkt het domein overrompeld. Er zijn nu files om in de basiliek te geraken, terwijl ik bij mijn vroegere bezoeken bijna alleen was.

Dat de politieke erfgenamen van de verslagen republikeinen pogen de symbolen van het franquisme weg te halen uit de openbare ruimte is begrijpelijk. Maar wie aan dead body politics doet speelt met vuur. De koppige reactie van de kleinkinderen is ook begrijpelijk: dat de regering zou beslissen waar de voormalige dictator wordt begraven, tegen de wil van de familie, is onaanvaardbaar in een rechtsstaat. De gemeenplaats wil dat wie zich het verleden niet herinnert gedoemd is het te herhalen. En als het omgekeerde ook waar was? Wie zich het verleden te veel herinnert legt misschien de basis voor nieuwe conflicten. Hebben we in Spanje niet te maken met een overdaad aan historisch geheugen? De taxichauffeur die me van de luchthaven Adolfo Suárez naar het centrum bracht vindt alvast dat het lijk met rust moet worden gelaten; de Spanjaarden kijken te veel naar het verleden en verwaarlozen de toekomst. Daarmee herhaalt hij zonder het te beseffen de woorden van de communistische politicus Ramón Tamames die in 1979 zei: ‘Met het oog op de toekomst is het beste wat de Spanjaarden kunnen doen alles vergeten wat te maken heeft met franquisme en antifranquisme. Het is een steriele discussie’.

Luc Rasson is emeritus hoogleraar Franse literatuurgeschiedenis aan de UA en publiceert o.a. over 'zwart toerisme'.

Commentaren en reacties