JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Hoe werkbaar is ons hoger onderwijs als massaonderwijs?

Dennis Bels18/7/2022Leestijd 4 minuten

foto © Unsplash

Om de kwaliteit van hoger onderwijs te doen herleven moeten we kijken naar factoren die onderwijs dreigen te veranderen in diplomafabrieken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Woensdag werd in het Vlaams Parlement het decreet ter optimalisatie van de studie-efficiëntie in het hoger onderwijs gestemd. Het decreet bevat het een hele reeks wijzigingen inzake de organisatie van starttoetsen en het opleggen van studievoortgangsmaatregelen.

Langere studieduur

De maatregelen zijn voornamelijk een reactie op de langere studieduur van een (groot deel van) de studentenpopulatie, als gevolg van de verregaande flexibilisering van het hoger onderwijs sinds de invoering van de principes van de Bologna-akkoorden. Slechts 30% behaalt immers binnen de normale duurtijd van drie jaar zijn of haar bachelordiploma.

De meest bekende en besproken maatregel is de in Vlaanderen algemeen geldende regel waarbij studenten na twee jaar voor al hun eerstejaarsvakken moeten geslaagd zijn. Zo niet, mag de student zich niet inschrijven voor een derde jaar binnen dezelfde opleiding. Deze ingreep werd door verschillende studentenvertegenwoordigers, alsook de linkse oppositiepartijen, met alle zonden Israëls beladen. De zogenaamde ‘harde knip’ zet volgens hen een stop op het democratische gehalte van ons hoger onderwijs.

Met de Vlaams Belang-fractie zien we dit initiatief vooral als een horde waar de student als een hordeloper over moet geraken om tot de finish te komen. Maar dat veronderstelt natuurlijk dat je een hordeloper moet zijn en geen kogelstoter, want dan zit je in de verkeerde discipline. Maar dat vereist ook dat, zelfs al heb je de aanleg van een hordeloper, je voldoende getraind moet zijn. Wie hele dagen zit te netflixen & chillen in plaats van de nodige arbeid aan de dag te leggen, zal niet tot presteren komen.

Flexibilisering is niet de hoofdschuldige

Flexibilisering wordt hierbij vaak als een van de hoofdschuldigen gezien en dus draait dit decreet voor een stuk die flexibilisering terug. Daar zit natuurlijk een duidelijke grond van waarheid in, maar naast de flexibilisering zijn in het hoger onderwijs de afgelopen jaren ook andere hervormingen doorgevoerd en is er vooral sterker ingezet op democratisering. Ook de Vlaamse Onderwijsraad kwam tot de conclusie dat de vermindering in studie-efficiëntie niet valt toe te wijzen aan enkel flexibilisering omdat het moeilijk is om flexibilisering als enkele oorzaak te gaan isoleren in de data en te gaan benoemen als veroorzaker, omdat er andere factoren zijn die meespelen.

Als we bv. de cijfers inzake drop-out erbij nemen, dan zien we dat tijdens en meteen na het eerste bachelorjaar een heel aantal studenten uitstappen en dat dat percentage de afgelopen 10 jaar gestegen is. Aangezien deze studenten tijdens hun eerste jaar weinig tot geen faciliteiten van de flexibilisering toepassen – dat begint pas erna een echte rol te spelen – ligt de oorzaak niet bij de flexibilisering, maar moet die (ook) gezocht worden in het feit dat veel adolescenten slechte studiekeuzes maken én in de massificatie van het hoger onderwijs die een gevolg is van de democratiseringsbeweging.

Democratisering = massaonderwijs (?)

De afgelopen decennia is het aantal ingeschreven studenten alsmaar gestaag verder gestegen. Door de inkanteling van de graduaatsopleidingen richting de hogescholen heeft deze evolutie een extra boost gekregen. De massificatie van het hoger onderwijs heeft als gevolg gehad dat ook meer gedifferentieerde profielen zijn ingestroomd.

De opgave om kwaliteitsvol onderricht te voorzien in onze Vlaamse aula’s wordt dan ook erg bemoeilijkt door de grote diversiteit van de groep instromers. Die instroom is de voorbije decennia geëvolueerd van overwegend ASO-alumni naar een bonte mix, zowel inzake culturele achtergrond, sociaaleconomische kansen als opgedane voorkennis uit het leerplichtonderwijs.

Gulle studiebeurzen

Nu, de klok terugdraaien kan niet en dat willen we ook niet. De democratisering van het hoger onderwijs is een zeer nobel streven en betekent voor veel jongeren de ontwikkelingsopportuniteit bij uitstek en een springplank voor hun sociale mobiliteit. Zelf ben ik ook een exponent van het gulle studiebeurzensysteem van de Vlaamse overheid en het flankerend beleid van de studentenvoorzieningen van de KU Leuven.

Zonder deze (financiële) hefbomen was de kans veel kleiner dat ik mijn diploma’s zou hebben behaald. De vraag is echter of die democratisering inherent wel tot een massificatie hoeft te leiden? Betekent meer aandacht en middelen voor de academische verheffing richting kansengroepen automatisch ook zonder meer de poorten van de universiteiten en hogescholen voor alles en iedereen wagenwijd openstellen?

Ik verwijs hierbij vaak naar professor Werner Thomas, die als toenmalig programmadirecteur van de opleiding geschiedenis aan de KU Leuven stelde dat democratisering niet betekent dat iedereen ‘het eens mag proberen aan de unief’; wel dat iedereen die over voldoende capaciteiten beschikt die mogelijkheid moet krijgen. Ook al kunnen zijn of haar ouders het niet betalen of komt hij of zij uit een milieu waar voortstuderen geen evidentie is.

Diploma-inflatie

Als ik kijk naar de problemen rond studie-efficiëntie en -begeleiding waar hogeronderwijsinstellingen mee kampen, dan zie ik dat velen eigenlijk vooral nog worstelen met die (steeds verder gaande) massificatie, en daar nog altijd geen gedegen antwoord op hebben gevonden, zelfs al is die evolutie al enkele decennia aan de gang.

Het is dan ook geen makkelijk evenwicht: een schaalvergroting toepassen met beperkte middelen en wisselende kwaliteit van inkomende grondstoffen, maar toch voldoende kwaliteit blijven behouden bij je afgewerkte producten. Dat zal mutatis mutandis iedere bedrijfsleider die z’n onderneming opschaalt ook wel kunnen bevestigen.

Onvoldoende begeleiding

Professor internationale betrekkingen Jonathan Holslag verklaarde hieromtrent al onomwonden dat ons universitaire massaonderwijs onvoldoende begeleiding, coaching en mentorschap biedt waar geëngageerde studenten nochtans recht op hebben. Massaonderwijs is onvermijdelijk eenrichtingsverkeer met als gevolg een didactiek waarbij de PowerPoint van de prof centraal staat en niet het leerproces van de student.

Professoren krijgen vooral prikkels om alles doenbaar te houden voor henzelf en voor de studenten en vooral niet grondig te evalueren. Ze nemen onzekerheid bij die studenten weg door de leerstof nog meer voor te kauwen. Het resultaat is dat we de lat steeds lager leggen. Maar daarmee verliezen we ook de kans om studenten echt sterker te maken. De ‘inclusiviteit’ waar Vlaanderen zo trots op is, wordt zo permissiviteit. Meer adolescenten behalen uiteindelijk een diploma, maar de vraag is wat dat diploma uiteindelijk dan nog waard is?

Als we de kwaliteit van ons hoger onderwijs willen doen herleven en dus ook de studie-efficiëntie van onze studentenpopulatie willen opkrikken, dan moeten we dus vooral kijken naar deze factoren die onze hogeronderwijsinstellingen dreigen te reduceren tot diplomafabrieken, in plaats van de vrijplaatsen van kwaliteitsvol onderricht en onderzoek die ze ooit waren.

Dennis Bels is historicus en godsdienstwetenschapper en werkt als inhoudelijk medewerker onderwijs bij de Vlaams Belang-fractie in het Vlaams Parlement.

Commentaren en reacties