Rechts en homoseksueel: een strijd op twee fronten
De coming-out van Chris Janssens blaast het isgelijkteken tussen ‘holebi’ en ‘links’ nu met een harde knal op. De geest is uit de fles.
Het ‘intolerante’ Vlaams Belang aanvaardt een homoseksuele man gemakkelijker dan de ’tolerante’ homobeweging een rechtse homoseksueel?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet verschijnsel van de radicaal-rechtse homoseksueel dook de jongste jaren voornamelijk op in anonieme statistieken. Zo zou in 2015 één op de drie homokoppels in Frankrijk op het Front National hebben gestemd. Exit polls in de Verenigde Staten (VS) suggereerden in 2020 een verdubbeling van de homoseksuele aanhang van Donald Trump. Met de coming-out van Chris Janssens (Vlaams Belang) hebben deze mensen nu ook in Vlaanderen een gezicht gekregen.
Rechtse holebi’s
Natuurlijk zijn er altijd al rechtse holebi’s geweest, ongeacht wat je onder rechts verstaat: christelijk of conservatief; met een heilig geloof in autoriteit, hiërarchie en ‘law and order’; en/of kritisch ten aanzien van maakbaarheid, revolutie of universele, abstracte burgerrechten.
Soms ook kritisch ten aanzien van de eigen homoseksuele tendensen. Milo Yiannopoulos, flamboyante homo én alt-right-adept, werkt tegenwoordig volop aan zijn ‘conversie‘. Hoe dan ook, die rechtse holebi’s bleven vreemde eenden in de bijt. Slecht aanvaard in conservatieve middens, maar ook met argwaan bejegend binnen de homobeweging.
Homo-emancipatie: een complex verhaal
Die beweging was van meet af aan behoorlijk progressief. Dat is geen toeval. Progressieven geloven in de maakbaarheid van de samenleving. De menselijke verhoudingen en interacties kunnen top-down gestuurd worden middels krachtige overheidsinterventie. Links is dan ook altijd goed geweest in het beklimmen van tafels, in het mobiliseren en organiseren van mensen. Vakbonden krijgen nog steeds vlotjes tienduizenden betogers op de been. De groene beweging kan het ook, net als ‘Hart Boven Hard’ of ‘Black Lives Matter’.
Conservatieven menen dat de menselijke aard eerder aan de stugge kant is en dat verandering min of meer organisch moet groeien. Rechtse homoseksuelen trachtten natuurlijk net zo goed als linkse hun bewegingsvrijheid te vergroten, maar deden dat eerder op eigen kracht en in de luwte. Hun strijd is tot op heden nauwelijks of niet onderzocht, ondergesneeuwd als ze werd door de meer in het oog springende manifestaties van progressieve holebi’s.
Manifestaties
Die manifestaties waren lang niet altijd zo vruchtbaar als vaak op goed geloof wordt aangenomen. Zo vergeet Wim Peumans in zijn lofzang op de Pride dat de eerste twee decennia van Pride-activisme – de jaren ’70 en ’80 – geen inslaand succes waren. In 1974 was 62% van de jongvolwassen Amerikanen van oordeel dat homoseksualiteit ‘altijd verkeerd’ was. In 1987 was dit aantal toegenomen tot maar liefst 79%. Robert Putnam, die de cijfers aanhaalt in ‘American Grace’, legt een duidelijk verband met de seksuele revolutie van de late jaren ’60, waarvan de meer radicale uitingen ook onder gematigde mensen een conservatieve angstreflex uitlokten. Chris Janssens heeft derhalve een punt als hij de Prides contraproductief noemt.
Bovendien moet het belang van al die dadendrang niet overdreven worden. De ruimere en diepere aanvaarding van homoseksualiteit in onze samenleving kent vele vroedvrouwen. Men kan deze onmiskenbare vooruitgang niet begrijpen zonder ook oog te hebben voor een aantal sociologische ontwikkelingen: secularisatie en ontkerkelijking, verstedelijking, democratisering van het hoger onderwijs, nieuwe inzichten in de wetenschap, een steeds diverser media-aanbod en een bloeiende pop- en filmcultuur.
Veel diversiteit, weinig pluralisme
De homobeweging zelf bleef al die tijd nadrukkelijk links-libertijns georiënteerd. Dat is de jongste jaren niet bepaald veranderd. Integendeel: naarmate de meer basale eisen van de homobeweging werden ingewilligd (homohuwelijk, anti-discriminatiewetgeving) trokken de meer gematigde krachten, min of meer voldaan, zich steeds meer terug. Wie bleef, was nog niet helemaal tevreden, wilde nog een beetje ‘buit’ binnenhalen.
Adoptie bijvoorbeeld. Eenmaal ook die buit veroverd was, bleven voornamelijk nog de Rupsjes Nooitgenoeg over. De kruidjes-roer-me-niet die nog huizenhoge obstakels ontwaarden in, pakweg, de flauwe mopjes van Eddy Demarez. Voor de gevoeligheden van holebi’s die de problematiek van de immigratie wensten aan te kaarten, was er beduidend minder animo.
Bovendien ging de beweging steeds breder rekruteren. Moesten immers ook de transgenders niet geëmancipeerd worden? Welaan dan. Zonder veel ruggespraak met de achterban werd de Holebi-federatie in 2009 çavaria (met kleine ç). Onder die ‘varia’ kon men dan gelijk een heel arsenaal aan noodlijdende compagnons de route verenigen: naast transgenders waren dat polyamoristen, mensen die zichzelf ‘non-binair’ noemden, intersekse personen, cross-dressers, enzovoorts. Wat al die mensen nog bindt, is weinig meer dan hun ietwat uitmiddelpuntige positie op de maatschappelijke draaischijf.
Diversiteit in schril contrast
Al die diversiteit staat echter in schril contrast met de ideologische eenvormigheid van de LGBT-beweging. Fundamentele debatten worden er niet meer gevoerd. Opiniestukken dragen de ene ware ideologie uit. Wie buiten de lijntjes kleurt wordt genegeerd of op sociale media gekortwiekt. En dat terwijl çavaria in haar eigen statuten nadrukkelijk stelt een pluralistische beweging te zijn.
De coming-out van Chris Janssens blaast het isgelijkteken tussen ‘holebi’ en ‘links’ nu met een harde knal op. De geest is uit de fles. Tom van Grieken nam het ruimhartig op voor zijn partijgenoot en zette çavaria daarmee nog wat pijnlijker in haar hemd. Het lijkt er nu immers op dat het ‘intolerante’ Vlaams Belang een homoseksuele man in haar midden makkelijker aanvaardt dan de ’tolerante’ homobeweging een rechtse homoseksueel. Of Janssens’ ontboezeming de LGBT-beweging tot een koerswijziging zal verleiden is echter weinig waarschijnlijk. Eerder maakte çavaria al bekend te overwegen de N-VA-delegatie uit de Pride te willen weren.
Michaël Maerten (°1975) is socioloog en auteur van ‘De Schaduw van het Feest: een kritische bezinning op de LGBT+ Pride’ (Brave New Books, 2020).
Categorieën |
---|
Socioloog en auteur van ‘De Schaduw van het Feest: een kritische bezinning op de LGBT+ Pride’ (Brave New Books, 2020).
Tom Lamont (Vlaams Belang): ‘Een moratorium op de sluiting van bedrijven zal multinationals en kleine starters ontmoedigen te investeren in onze regio.’
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.