JavaScript is required for this website to work.
Buitenland

Iran en Saoedi-Arabië vechten via Jemen

Jemen en Saoedi-Arabië: een absurde oorlog (deel II)

Robert Vandemeulebroucke18/4/2015Leestijd 5 minuten

Jemen verandert in een slagveld van regionale machten. Er zou beter werk van interne hervormingen worden gemaakt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een lang aanslepend dispuut tussen een bevolking die op politieke hervormingen aanstuurt en een president die daarop weigert in te gaan, die verjaagd wordt, aftreedt en dan om militaire hulp van Saoedi-Arabië vraagt, dreigt van een lokaal conflict een regionale oorlog te maken. En daarvoor zijn geen goede argumenten te vinden.

De oorlog ‘Decisive storm’ begon op 26 maart 2015 met de eerste luchtaanvallen van de Saoedi-Arabische coalitie op Houthi-posities is Sana’a. Kort daarop werden een aantal andere steden, door Houthis veroverd, bestookt. Aangekondigde aanvallen van grondtroepen hebben nog niet plaatsgevonden. Daarvoor zijn enkele aanwijzingen aan te halen: de Houthis zijn een strijdvaardig volk dat het sinds 2004 meerdere malen aan de stok heeft gekregen met Saoedi-Arabische legereenheden. Steeds zijn de Houthis er in geslaagd de belagers met een bloedneus naar huis te sturen, de laatste keer in 2009. Verder hoopte Riyadh op steun van Pakistaanse grondtroepen. Dat scenario gaat niet door want Pakistan wenst zich in het conflict niet te mengen. Die troepen zijn in elk geval beter getraind dan deze van Riyadh. Het doet twijfels rijzen over de gevechtswaarde van het Saoedi-Arabische leger, dat nochtans op logistiek gebied steeds werd uitgerust met Amerikaans spitstechnologie-materiaal.

De beoogde militaire doeleinden van Riyadh in deze campagne zijn tweeërlei. Ten eerste: door de ingebakken vrees voor de link tussen Houthis en Iran wil het de Houthis uit alle door hun bezette Jemenitische steden verdrijven en, ten tweede, de gevluchte president Hadi opnieuw als staatshoofd installeren. Het mangelt deze strategie op beide punten. Ten eerste: de Houthis hebben omzeggens het grootst bewoonde gedeelte van Jemen, buiten een deel van de stad Aden, bezet. Om hen uit al deze posities te verdrijven heeft men – naast luchtaanvallen – in hoofdzaak veel goed getrainde grondtroepen, vertrouwd met het terrein, nodig. In het beste geval, wordt dit een militaire operatie van lange duur. Vrijwillers voor het leveren van ‘boots on the ground‘ hebben zich in deze nog niet aangediend. Alleen luchtaanvallen uitvoeren zal dus de klus niet klaren. Kobane, een stadje in oostelijk Syrië dicht tegen de Turkse grens gelegen en door IS belaagd, kreeg verleden jaar méér dan vier maanden luchtaanvallen te verduren van de VS en andere coalitieleden vooraleer de IS-milities er konden worden verjaagd. Het gaat hier om één enkele, relatief kleine stad, die wel bevrijd werd maar voor het overige totaal werd kapotgeschoten. Luchtaanvallen alleen zijn in militaire ogen niet veel meer dan speldeprikken en de slachtoffers ervan zijn meer burgers en stuk geschoten infrastructuur dan militairen. In Jemen dreigt het niet anders te worden. Met een boemerangeffect tot gevolg: de Jemenitische burgers die hun leven in gevaar zien en hun eigendom vernield, zullen zich tegen Saoedi-Arabië keren. Ook het blokkeren van land- en zeeroutes zal de Houthis niet op de knieën krijgen. Daarover waakt Iran dat twee oorlogsbodems in de Golf van Aden in observatie houdt. Ten tweede: het wederaanstellen van Hadi als president zal de rust in Jemen niet herstellen. Hij is weliswaar legitiem verkozen maar hij wordt gehaat door de Houthis en door een goed deel van de soennietische bevolking omwille van zijn besluiteloosheid en het laten aanmodderen van dossiers in de periode van zijn presidentschap. Zijn vlucht naar Saoedi-Arabië heeft zijn populariteit bij zijn eigen medestanders een bijkomende knauw gegeven. Zijn afgekalfde soennietische aanhang, in hoofdzaak te vinden in zijn eigen Islah-gemeenschap, schommelt rond 20 %. In deze omstandigheden Hadi aan de Jemenitische bevolking opdringen staat gelijk met een cycloon creëren en – bovenal – olie op het vuur gooien. Daarmee geraakt de brandhaard niet gedoofd. Wel integendeel. De strategische doeleinden van Saoedi-Arabië die de oorlog is begonnen en die blijkbaar heeft gewenst, snijden geen hout.

Regionaal conflict

Een ander absurd element in deze oorlog is dat een zuiver lokaal conflict – het in onmin leven van een president met de meerderheid van zijn Houthi en soennietische bevolking in een arm en relatief klein land zoals Jemen – plots wordt opgeblazen tot een regionaal conflict met directe buitenlandse inmenging: het soenni Saoedi-Arabisch koningshuis en liefst negen gelijkgezinde geallieerden aan de ene en het sjiietische Iran aan de andere kant. De verwijten die beide landen mekaar naar het hoofd slingeren worden steeds bitsiger en een wijder uitbreidend militair conflict, het zoveelste in de regio die meer dan ooit rust behoeft, is (nog) niet uit te sluiten. Denk aan de voortdurende oorlogen in Irak en Syrië, de precaire politieke toestand in Libanon en aan het eeuwigdurende Palestijns-Israëlisch moorddadig gebakkelij. Beginnende militaire avonturen in de kiem smoren lijken wel de beste handelwijze. Ze laten aanmodderen zoals in Syrië, de slechtste. Daarom is een onmiddellijk en effectief staakt het vuren door beide partijen uitlopend op onderhandelingen over de aanstelling en correcte verkiezing van een niet controversiële president, gevolgd door het opstellen van een nieuwe grondwet die de belangen van de veelzijdigheid van de Jemenitische bevolking zal behartigen, het begin van de voor de hand liggende oplossing. Dat is geen droombeeld: de eerder afgebroken onderhandelingen tussen de drie partijen in Sana’a, waarop hoger werd gezinspeeld, schoten trouwens in die richting op. Hadi zag het evenwel anders want de macht delen zinde hem niet. Datzelfde beginsel toepassen is Riyadh overigens ook volkomen vreemd en het doet het saoedi-koninkrijk huiveren. Dàt niet verwoorde element speelt mee in de saoedi-strategie, met name de mogelijkheid dwarsbomen van het tot stand komen van een pluralistische bestuurde republiek Jemen, die net tegen het feodale, in een tijdscapsule gevangen buurland Saoedi-Arabië ligt.

Een dringend en essentieel bijkomend argument is dat men bij snel opgestarte vredesonderhandelingen de in Jemen opererende terreurorganisaties zoals al Quaeda en IS, veel wind uit de zeilen kan nemen. Want zij buiten de chaos uit. De VN maar ook, en misschien vooral, landen uit de regio zoals Turkije, Pakistan en Oman, die goede betrekkingen hebben met beide partijen, en misschien zelfs Iran kunnen daarbij hulp bieden. Wat voorafgaat lijkt een eenvoudige en voor de hand liggende bruikbare formule. In werkelijkheid zal ze een doorgedreven, vooruitziend en volgehouden wijs staatsmanschap aan beide zijden van de onderhandelingstafel vereisen. Er is geen alternatief: Jemen met bombardementen platgooien en zijn burgers beschieten in een lange, aanslepende oorlog zoals het geval is in Syrië, biedt geen optie. De grootste belemmering bij dit soort onderhandelingen zal, zoals altijd, het ego van de gesprekspartners zijn. In de voorliggende Arabische context is dit een probleem van mega-formaat: is de Burjtoren in Dubai hoog genoeg om het euvel op te vangen?

Conclusie

Voelen de nieuwe Saoedi-Arabische koning Salman en zijn 35 jaar oude zoon Mohammad bin Salman, die pas enkele maanden geleden tot minister van landsverdediging werd benoemd, werkelijk de noodzaak aan een nieuwe oorlog in het Midden-Oosten te beginnen om hun autoriteit in de Arabische wereld te (her)bevestigen en de wereldopinie daarmee af te leiden van de vele op zich meer dringende/dwingende problemen waarmee het koninkrijk zelf te kampen heeft? Die bedreigen op termijn nochtans het voortbestaan van Saoedi-Arabië in zijn huidige vorm, eerder dan het vermeende probleem met de Houthis in Jemen. Er zijn bijvoorbeeld de religieuze intolerantie, het verstarde, gevaarlijke en sinds vele jaren al geëxporteerde soenni-wahabisme, voedingsbodem van al Quaeda en van IS in de regio en de wereld, een paternalistische overheid zonder effectief educatief, sociaal of economisch beleid voor zijn bevolking, de hoge werkloosheid onder de saoedi jongeren die geen legitieme maatschappelijke uitlaatklep hebben, hun al dan niet politieke aspiraties niet kunnen waarmaken en daardoor meer worden aangetrokken door nihilistisch en destructief ideeëngoed, het land uitvluchten en zich aansluiten bij al Quaida of IS, een saoedi-repressieapparaat die eenieder die buiten de begane pas loopt fnuikt, enzovoort. De aspiraties van deze hoofdzakelijke jonge bevolking zijn terecht maar het koningshuis en de wahhabitische clerus blijven er doof voor. De opgekropte frustraties die daarvan het gevolg zijn, zorgen voor de zenuwachtige sfeer in het koninkrijk en de occasionele gewapende incidenten, waaronder het land thans te lijden heeft, zijn er het gevolg van. Bij een langdurig militair conflict in Jemen, zal het imago van Saoedi-Arabië niet alleen een flinke dreun krijgen, ander gedachtengoed zal Saoedi-Arabië langs achterpoorten binnensijpelen en het zal de overheid slaapwandelend aantreffen. Met gevolgen die nu nog niet in te schatten zijn maar niet veel goeds beloven.

Riyadh is een absurde oorlog begonnen tegen Jemen: het weet hoe en met welke steun deze aan te vangen, maar niet hoe, wanneer en met wie hem te beeindigen.

De auteur is oud-ambassadeur.

Categorieën
Commentaren en reacties