Killers of the Flower Moon: de wolven van het zwarte goud
Nieuwste Martin Scorsese film met DiCaprio en De Niro
foto © RV
Scorsese vertelt een racistisch gruwelverhaal over hoe de leden van de Osage-stam werden vermoord nadat men olie vond in hun reservaat.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Killers of the Flower Moon’, de 27ste film van Martin Scorsese, werd vertoond op het filmfestival van Cannes dit jaar. Gelukkig buiten de officiële competitie, want anders hadden de rest van de films geen schijn van kans gehad voor de Gouden Palm.
Killers of the Flower Moon gaat over de twee meest racistische hoofdstukken uit de Amerikaanse geschiedenis. Die spelen zich af in de jaren twintig, allebei in Oklahoma. Naar één van die twee, de Tulsa massacre, verwijst Scorceses film occasioneel met zwart-wit beelden en docu’s.
Bloedbad
Dat beruchte bloedbad vond plaats op 31 mei en 1 juni 1921 in Greenwood, een zwarte, welvarende wijk. ‘Black Wall Street’ werd die genoemd. Een doorn in het oog van blanken die hun zwarte medeburgers de welvaart niet gunden en er 102 jaar geleden een bloedbad aanrichtten.
In Scorseses epos zijn niet de Afro-Amerikanen maar de ‘natives’ van de Osage-stam het slachtoffer van blanke afgunst en hebzucht. Gebaseerd op het non-fictieboek Killers of the Flower Moon: The Osage Murders and The Birth of the FBI uit 2017 vertelt de 80-jarige Scorsese een gelijkaardig racistisch gruwelverhaal als dat van Tulsa. Over hoe een vraatzuchtige maffiabende avant la lettre het ene na het andere lid van de Osage-stam vermoordde nadat er olie werd gevonden in het reservaat waar de stam gevestigd was. Een sterk vergiftigd godsgeschenk.
Wolven in schaapskleren
Daardoor werden de arme blanken opeens chauffeur of knecht van de plots schatrijke, inheemse Amerikanen. De machtsverhoudingen staan op hun kop, zoals in de Gouden Palmwinnaar ‘Triangle of sadness’ waar de toiletmadam op een cruiseschip de leiding neemt na een schipbreuk.
De wolven in schaapskleren in de film zijn Ernest Burkhart (Leonardo DiCaprio), door zijn vrouw Molly ‘coyote’ genoemd, en vooral diens oom William ‘King’ Hale (Robert De Niro), de zelfverklaarde ‘vriend’ van de Osage. Beiden werkten aan een duivels moordplan om via een huwelijk met Molly (Lily Gladstone) van de Osage-stam en het liquideren van haar andere familieleden de rechten over de oliebronnen in handen te krijgen. Een ernstig onderzoek kwam er niet. Toen het aantal moorden maar bleef stijgen en de net opgerichte FBI werd ingezet zou dat leiden tot een van de grootste Amerikaanse misdaadzaken.
Een meesterwerk?
Lof over de ganse lijn voor Scorseses eerste western die verdacht veel lijkt op zijn maffiafilms. Niet zo van het toonaangevende Amerikaanse filmblad Variety. Daar merkt filmrecensent Peter Debruge terecht op dat buiten de begin- en de eindesequentie van de film en de rol van de aan diabetes leidende Molly, de camera vooral gericht is op de blanke, witte man. Zelfs tot in de bijrollen.
Nochtans was ‘Chief Standing Bear’, aanwezig in Cannes, tevreden over zijn samenwerking met de iconische regisseur. Vervolgens beweert diezelfde criticus het volgende: ‘Scorsese needs three and a half hours to retell Killers of the Flower Moon. You could read David Grann’s page-turner in less time, and you’d learn a whole lot more about J. Edgar Hoover and the newly formed FBI.’ Een uitspraak, een filmrecensent onwaardig! Het is net tijdens die drieënhalf uur dat de verfilming van het boek toont wat de essentie van een Scorsese-film is.
Scorsese-film
Scorsese maakt geen ‘whodunit’, maar een analyse van ‘whodidn’tdoit’. Wie deed absoluut niets om de reeks moorden te stoppen? Het antwoord zit in een film met elementen uit de western én de misdaadfilm met daarbij de romance tussen Molly en de niet al te snuggere veteraan Ernest Burkhart, die bij zijn manipulatieve oom de knepen van het vak leert.
Scorseses thema’s zijn duidelijk te herkennen. Geld, het zwarte goud, is de bron van alle kwaad. En hebzucht is de ultieme zonde voor deze diepgelovige katholieke regisseur die vindt dat zijn leven kan herleid worden tot films en geloof. Dat vind je terug in de chemie tussen Scorseses twee fetisjacteurs.
Karel Deburchgrave is filmrecensent en was voorzitter van het filmtijdschrift Filmmagie. Hij is de auteur van 'Shakespeare in scène' gezet en filmdocent in diverse filmmusea en cultuurcentra in Vlaanderen en Nederland. Hij studeerde Germaanse filologie (UFSIA en KU Leuven) en is Fulbright alumnus van de Universiteit in Minneapolis-St. Paul.
Na 36 jaar keert regisseur Tim Burton terug met een vervolg op zijn iconische horrorkomedie ‘Beetlejuice’ uit 1988.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.