Knack en De Wever: het debat klapt dicht
Van twee dingen één!
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementJa maar, zo niet, Bart De Wever. Zo’n interview geven zoals in Knack van 15 juni jongstleden, dat van een lezer met ietwat vermoeide ogen, twee uur vergt om het te lezen, en dan blijkt dat interview geen woord te bevatten over de doelstelling van de N-VA. Dat gaat niet. Dat is de lezer ‘blaaskes’ wijsmaken. En dat geldt ook voor Walter Pauli en Edward Pironet, die het interview afnamen.
Men kan eventueel argumenteren dat deze doelstelling niet meer relevant is, en dat dan bewijzen. Men kan ook, al twijfel ik daaraan, argumenteren dat het huidige N-VA-beleid in de richting gaat van die doelstelling. Maar de hele zaak in de doofpot stoppen, dat is beschamend, én voor De Wever, én voor Pauli en Pironet. Daarover zegt men onder elkaar: dat doe je niet.
Weet u nog wat die doelstelling was? Voor het geval u het vergeten was, dat was noch min noch meer de Vlaamse onafhankelijkheid. Later werd dit afgezwakt tot confederalisme, maar dan wel één dat in de richting van de onafhankelijkheid zou gaan en haar vooropstelde.
Wat men nu doet, is zowel wat Knack betreft als De Wever, bedrog plegen. En dan klaagt De Wever in dit interview over ‘de oppervlakkigheid en de verschraling van het publieke debat’. Wat een komedianten zijn me dat. Ik ben het volkomen eens met De Wever als hij het niveau van de politieke debatcultuur in Vlaanderen betreurenswaardig vindt, maar ik heb als medestanders voor deze klaaglitanie mensen die in de praktijk het debat voeren en aanmoedigen, niet hen die het willen verstikken door met journalisten af te spreken dat zij heikele kwesties niet zullen aanroeren, en hetzelfde geldt voor journalisten die op zulke verzoeken ingaan.
Want dat het nu toch eens moge gedaan zijn met dat nummertje dat De Wever en zijn vrienden al bijna twee jaar aan het opvoeren zijn, en waarin zij duidelijk proberen op twee paarden te wedden: enerzijds doen alsof de N-VA haar oorspronkelijk programma trouw blijft en alleen maar het goede moment afwacht om het te realiseren, en anderzijds zo actief mogelijk België en de Belgische regering te steunen, te versterken en de hemel in te prijzen alsof er geen ander heil voor Vlaanderen meer zou zijn dan de braafste leerling in de Belgische klas te worden.
Komaan zeg, laat het nu eindelijk eens het een of het ander zijn, maar de beide tezamen, dat kan niet en mag niet. Wie dat nog langer toestaat, is medeplichtig aan een heel brutaal stukje Vlaams boerenbedrog. Dat is misschien een heilzame toestand voor politici om zich in te bevinden, maar het komt iedereen de strot uit die ook maar enig fatsoen in de politiek verlangt.
Het weze duidelijk: de N-VA mag zoals iedereen van mening veranderen, maar een politieke partij moet daar openlijk voor uitkomen, en dus in het geval van De Wever zeggen: ik wil geen Vlaamse onafhankelijkheid meer, ik wil geen confederalisme meer. Als Hugo Schiltz destijds in zijn hoedanigheid van Belgische minister in Nederland ging roepen: ‘Leve België!’, dan mag De Wever dat ook. Het verschil tussen Schiltz en De Wever is dát Schiltz het uitriep en het protest in Vlaanderen daarover diende op te vangen, terwijl De Wever …zwijgt, precies zoals Knack, en ondertussen gretig aanzit aan alle Belgische tafelen.
Zoals we destijds (1977) het Egmontpact van Schiltz en zijn partij hebben verworpen, omdat het rechtstreeks volgde op een verkiezing die door de Volksunie gevoerd werd onder de slogan ‘Gedaan met Geven en Toegeven’, zo ook moet thans de actieve steun die door de N-VA wordt verleend aan de versterking van de Belgische staat worden verworpen, omdat zij volgt op een kiescampagne die volledig in het teken stond van het tegenovergestelde ervan.
Het is dat bedrog dat we aanklagen, de vervanging van het politieke debat en de politieke argumentatie door deelneming aan de afspraken aan het hoofd van de staat, die België in stand houden. Het is de politiek van de weigering van het debat die we aanklagen. Men zegt aan de burger het ene, en eenmaal verkozen doet men het andere.
Over naar Filip Dewinter van het Vlaams Belang, die zegt in een interview met De Morgen op 25 mei: ‘Ik denk niet dat wij ooit fouten gemaakt hebben.’ God in de hemel! Het Vlaams Blok/Belang dat nooit fouten heeft gemaakt? Geconfronteerd te worden met dit soort eigendunk is niet aantrekkelijk, maar moet de Vlaamsgezinde opinie straks voor de keuze worden gesteld tussen het bedrog van de N-VA en de arrogantie van het Vlaams Belang? Dan dagen er nog zware tijden voor het flamingantisme.
Mark Grammens (1933) was uitgever en hoofdredacteur van De Nieuwe en Journaal. Hij schreef ook in 't Pallieterke, Het Volk, Trouw, Tijdschrift voor Diplomatie. Hij kreeg de Orde van de Vlaamse Leeuw en de Prijs voor de Vrijheid.
In 1988 – twintig jaar na mei ’68 – stelde Mark Grammens zich de vraag wat er feitelijk te vieren was, dan ‘des enfantillages’ die alles behalve progressief waren.
De reislust voert uw schrijver naar de Maas en Brussel, waar hij onthaald wordt door een villa, kunstschilders en een schaamteloos jonge fotograaf.