Koning Conner en zijn lakei De Wever
Tom Vandendriessche
foto ©
Het dreigement om alles op te blazen als N-VA ergens in coalitie gaat met Vlaams Belang is een uiting van onmacht, zegt Tom Vandendriesshe (VB).
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDit artikel is een vrije tribune door Tom Vandendriessche, Europees parlementslid voor VB.
‘Als N-VA ergens in coalitie gaat met Vlaams Belang, blaas ik alle coalities met hen op’. Zo debiteerde Conner Rousseau. Hij speelt zo alles of niets. Het is een opmerkelijke escalatie in de oorlog tegen de Vlaamse kiezer. Rousseau hoopt daarmee andere partijen te intimideren en kiezers te demoraliseren. De vroegste verkiezingen zijn pas binnen twee jaar. Geen enkele kandidaat heeft zich al voorgesteld. Geen enkel programma is al gepresenteerd. Geen enkele kiezer heeft zijn stem al uitgebracht. Maar Rousseau wil nu al de uitkomst van de verkiezingen bepalen. Hoe kan een partijtje met amper 10% zich dergelijke arrogante uitspraken permitteren?
Wat is politiek?
Politiek is het uitoefenen van macht om belangen te verdedigen. Die belangen zijn verschillend en per definitie in conflict met elkaar. Dat impliceert keuzes maken en prioriteiten stellen. In een democratie beslechten we dat belangenconflict met het instrument van onze burgerlijke rechten en vrijheden. Vrije meningsuiting, vrijheid van vergadering, vrije verkiezingen, enzoverder.
Doordat deze burgerlijke rechten en vrijheden onaantastbaar zijn, gebeurt de politieke strijd – als uitdrukking van dat belangenconflict – vreedzaam. De meerderheid kan de rechten en vrijheden van de minderheid immers niet afnemen, waardoor die altijd een instrument heeft om de meerderheid te controleren en te vervangen na nieuwe verkiezingen en zo zijn belangen te verdedigen. De meerderheid heeft dus maar tijdelijk en beperkte macht. Fundamenteel ligt de macht altijd bij het volk en niet bij de machthebbers.
Hoe werkt een democratie?
Burgers kiezen vrij hun vertegenwoordigers. Dat kan op verschillende manieren gebeuren. In een meerderheidsstelsel kiezen burgers één kandidaat. Die krijgt een mandaat van de meerderheid in een kiesomschrijving om een bepaald programma te verdedigen of uit te voeren. In een proportioneel stelsel worden meerdere volksvertegenwoordigers per kiesomschrijving verhoudingsgewijs verkozen naargelang het aantal stemmen. 10% van de stemmen is dan 10% van de zetels bijvoorbeeld.
Zowel in een meerderheids- als in een proportioneel stelsel moeten meerderheden gevormd worden. Dat veronderstelt altijd coalitievormingen en compromissen. In een meerderheidsstelsel gebeurt dat voor verkiezingen waarbij een coalitie zich rond een kandidaat verenigt, in een proportioneel stelsel gebeurt dat na verkiezingen. De legitimiteit van de meerderheidscoalitie wordt niet enkel bereikt door een meerderheid in stemmen te halen, maar ook door allen de mogelijkheid te geven deel uit te maken van coalitieonderhandelingen. Zo worden radicalere of één-thema-stemmers opgenomen in het democratisch proces.
Dat noemen we pacificatiedemocratie. Kiezers van dit democratisch proces uitsluiten, ondermijnt de legitimiteit van de meerderheid en uiteindelijk het vertrouwen in de democratie, waardoor kiezers hun belangen niet langer vreedzaam kunnen verdedigen.
België verdraagt geen democratie
Samenvattend: in een democratie ligt de macht dus bij de burger. Die verkiest zijn vertegenwoordigers. Zij beslissen bij meerderheid.
Maar dat is ronduit problematisch voor België. De Vlamingen zijn immers in de meerderheid. En die betalen al sinds het ontstaan van België voor Wallonië, zo becijferde professor Juul Hannes. Barbara Pas en Lode Vereeck gaven recent een overzicht van alle transferstudies van de voorbije decennia. 7 tot 12,9 miljard euro vloeit jaarlijks naar van Vlaanderen naar Wallonië. Daardoor worden Vlamingen overbelast terwijl ze dat bovendien niet terugkrijgen in meer dienstverlening en ondersteuning vanwege de overheid. Dat is dus niet in het belang van de Vlamingen. Dus werd allerhande grendelwetten, pariteiten en bijzondere meerderheden bedacht om te voorkomen dat de Vlaamse meerderheid kan beslissen.
Manipulatie van de Vlaamse democratie
Binnen de Vlaamse democratie duikt een tweede democratisch probleem op. Linkse partijen halen al sinds 1918 gezamenlijk maximaal 25% tot 30% van de stemmen. Om te verhinderen dat de rechtse meerderheid altijd bestuurt, bedachten ze het cordon sanitaire. Dat is erop gericht een deel van de rechtse kiezers uit te sluiten van coalitievorming. Daardoor verwerft links meer politieke macht dan het van de Vlaamse kiezer krijgt. Zo reduceren ze de coalitiemogelijkheden en vergroten hun eigen kans op machtsdeelname. Bovendien sluiten ze zo beleidsthema’s en -voorstellen uit in de beleidsvorming waardoor dat beleid altijd naar links opschuift, zelfs al bestuurt links zelf niet.
Vergelijk het met een balans waarvan men het gewicht wegneemt op het meest rechtse deel. Daardoor verschuift de balans automatisch naar links. Zelfs een regering zonder linkse partijen voert daardoor nooit een fundamenteel ander beleid. Zo bewijst N-VA al sinds 2004 in de Vlaamse regering en tussen 2014 en 2019 federaal. Zelfs met een piepklein Vlaams Belang en een massieve N-VA aan 33% kregen we gewoon meer van hetzelfde: de massamigratie bleef duren. De belastingen bleven torenhoog. De pensioenen bleven beschamend laag. Alleen mochten we daar van Bart De Wever nog twee jaar langer voor werken. Tactisch kan rechts misschien wel het spel bij verkiezingen winnen, maar strategisch bepaalt links de spelregels en dit door middel van het cordon sanitaire.
Particratie vervangt democratie
Een derde democratisch probleem in België is de volksvertegenwoordiger zelf. Die wordt namelijk verkozen door het volk. Die dreigt dan ook effectief te doen waarvoor hij of zij verkozen is, namelijk het volk en zijn belangen vertegenwoordigen. Het idee alleen al jaagt het Belgisch systeem de stuipen op het lijf. En dus werd de democratie vervangen door een particratie. Daarbij is macht gecentraliseerd en geconcentreerd in partijen zodat niet zozeer de kiezer, maar wel de partij beslist wie verkozen wordt.
België verdraagt geen democratie omdat de Vlamingen in de meerderheid zijn. Links verdraagt geen democratie omdat rechts in de meerderheid is. De particratie verdraagt geen democratie omdat het anders geen partijbelangen kan nastreven ten nadele van de meerderheid.
De Vlaamse, rechtse en democratische meerderheid wordt zo de mogelijkheid ontnomen zijn belangen te verdedigen, prioriteiten te stellen en finaal keuzes te maken. We mogen nog gaan stemmen voor de show, maar we mogen vooral niets wezenlijks te zeggen hebben.
Linkse intimidatie
Deze drie fundamentele problemen met democratie in België vatten zich samen in de dreigementen van Conner Rousseau. Elke coalitie is een uitdrukking van een onderliggende democratische keuze van het volk. Maar dat wil men helemaal niet. Daarom bedreigt de PS de N-VA met uitsluiting van federale regeringsvorming mocht ze in Vlaanderen met Vlaams Belang besturen. Daarom bedreigt Vooruit de N-VA met uitsluiting op lokaal vlak als in gelijk welke gemeente een coalitie met Vlaams Belang gevormd wordt.
Men wil op die manier het bestaan van verschillende democratische niveaus en hun eigen politieke dynamiek teniet doen. Elke lokale of Vlaamse democratie wordt zo onderdanig gemaakt aan het Belgisch beleidsniveau of de bevelen van het gezamenlijk partijhoofdkwartier van PS en Vooruit.
Wie gelooft die man nog?
Het interessante is echter, dat de socialisten deze manipulatie niet eens zèlf bedacht hebben. Het verbinden van elk beleidsniveau aan mekaar en het onderdanig maken van onze Vlaamse democratie aan het Belgisch besturen, komt uit de koker van niemand minder dan Bart De Wever zelf. Zowel na 2012 als na 2018 waren er tal van lokale meerderheden mogelijk met het Vlaams Belang, waaronder in zijn eigen Antwerpen.
Telkens werden ernstige onderhandelingen door hem vakkundig gesaboteerd. Zogezegd om zijn confederale hervorming bij de federale verkiezingen niet in gevaar te brengen. Maar in wezen was dat steeds uit stemmengewin en partijpolitiek eigenbelang ingegeven en misschien nog het meest van al, door persoonlijke rancune gedreven.
Immers, 33% voor zijn N-VA en amper 5,8% voor Vlaams Belang in 2014 leverden ons de communautaire diepvries op. Vlaanderen werd onderdanig gemaakt aan België, het eigen partijprogramma aan het federaal besturen. België was plots geen probleem meer. Tenminste als zijn N-VA kon besturen. Dezelfde pirouette deed hij nog eens over bij de lokale verkiezingen in 2018. Voor de verkiezingen betekenden de socialisten de afgrond. Op verkiezingsavond was hij de ‘oorlog met links moe’ en de dag erna bracht hij de socialisten terug aan de macht. Bij cd&v moeten ze bewonderend gekeken hebben naar zoveel blijk van ‘staatsmanschap’.
Laat de kracht van onze democratie los
België verdraagt geen verandering, omdat België geen echte democratie is, maar vooral omdat De Wever daar zelf voor kiest. Het cordon sanitaire is immers zijn levensverzekering geworden. Het is een gedroomd excuus om het eigen beleidsfalen door zelfgekozen coalities met links achter te verbergen. Zo zei hij bijvoorbeeld over zijn medewerking aan de kernuitstap onder Michel I dat ‘het eenzaam was om verzet te voeren’, maar eens in de oppositie een tweetal jaar later wilde hij een ‘institutionele atoombom’ afvuren om de kernuitstap te voorkomen.
Tegelijkertijd is het een manier om de kiezer te demoraliseren zodat die elke hoop op verandering verliest. Daarom bezweerde hij, herhaaldelijk en lang voor Rousseau, het cordon sanitaire nooit te willen doorbreken. Het Belgisch systeem doet er alles aan de macht van de burger weg te nemen en de wil van de kiezer te negeren, die overigens massaal tegen dat cordon is.
De Wever is na al die jaren helaas onderdeel geworden van dat Belgische systeem. Cynisch is zijn enig doel een verlengd verblijf op het Schoon Verdiep van het Antwerps stadhuis geworden. De rest is toch maar parking. In tegenstelling tot wat ze de mensen willen doen geloven, bestaan er geen nutteloze stemmen, buiten voor deze partijen die de kracht van verandering beloven, maar na verkiezingen altijd meer van hetzelfde opleveren. Elke stem telt en maakt wel degelijk verschil uit.
De dreigementen van Rousseau zijn een intimidatie en daarom een uiting van onmacht. Ze voelen dat de Vlamingen het niet meer pikken. De politieke elite weet dat de klok onvermijdelijk tikt naar 2024. Dan moeten we de volle kracht van onze democratie loslaten. Dat kan maar als we de grendels van onze democratie afwerpen. Het Vlaams Belang is daar de sleutel voor. Eén voordeel hebben de dreigementen van Rousseau ons alvast geboden. Wie links overal van de macht weg wil, die stemt best op het Vlaams Belang.
Categorieën |
---|
De auteur is Europees Parlementslid voor Vlaams Belang
Jonah Penninck (CD&V): ‘De waarden van Kerstmis kunnen nooit helemaal verdwijnen.’
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.