Kritische burgers dankzij kennisoverdracht
foto © Google education
Het is de opdracht van het Vlaamse onderwijs om kritische burgers te vormen via kennisoverdracht. Ons onderwijs mag terug wat excelleren, stelt Pro Flandria.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet is de opdracht van het Secundair en Hoger Onderwijs om via kennisoverdracht kritische burgers te vormen en elke leerling/student de kansen te geven zich optimaal te ontwikkelen, zo stelt het netwerk voor academici en ondernemers Pro Flandria. Het Vlaams onderwijs, eertijds een voorbeeld in de wereld, zit in het slop. Pro Flandria peilt naar de oorzaken en reikt oplossingen aan. Dit manifest werd voorgesteld tijdens een onderwijscolloquium van Pro Flandria i.s.m. Doorbraak, op 14 mei in Aalst.
1 Het Secundair Onderwijs heeft dringend behoefte aan een echt, professioneel personeelsbeleid
Een modern personeelsbeleid zal leerkrachten evalueren, exit-gesprekken organiseren, een flexibele verloning mogelijk maken en ook mogelijke sancties inbouwen. Er moet een selectie van leerkrachten kunnen plaatsvinden door het aanbod te vergroten. Dit wil zeggen dat de aantrekkelijkheid van het beroep moet worden aangescherpt. Dit kan onder meer door de leerkrachten terug voldoening te geven in hun roeping: kennisoverdracht aan jongere generaties. Dit houdt in dat zij minder tijd zouden moeten besteden aan administratieve taken. Verder moet een zij-instroom van leerkrachten vanuit de privé worden aangemoedigd via flexibele verloning en/of het meenemen van anciënniteit.
2 Het Buitengewoon Onderwijs moet geherwaardeerd worden en het M-decreet moet op de schop
De scholen van het Buitengewoon Onderwijs hebben decennia prima gewerkt en nu moeten hun leerlingen omwille van een inclusie-dogma naar het Gewoon Onderwijs, waar de leerkrachten hiervoor weinig of geen expertise hebben en waar ook geen extra middelen voor voorzien waren. Dit experiment is nefast voor leerkrachten en leerlingen aangezien het lesverloop en de kennisoverdracht suboptimaal verloopt. Het M-decreet moet verdwijnen of minstens grondig herzien worden.
3 De Vlaamse overheid moet een efficiëntere controle uitoefenen op de output van de door haar aangereikte middelen aan het Secundair Onderwijs
Met 13,9 miljard euro per jaar, besteedt de Vlaamse overheid bijna 30% van haar middelen aan onderwijs en vorming. Vandaag worden meer dan 4.000 scholen gecontroleerd door slechts 150 inspecteurs. Door een grondig uitgebouwde inspectie moet de overheid controleren of de toegekende middelen goed en efficiënt gebruikt worden, evenwel zonder hierdoor de nu al te grote planlast voor leerkrachten en directies te vermeerderen. Als een school slecht presteert op het behalen van de eindtermen moet dit leiden tot een onderzoek gevolgd door een verbetertraject en mogelijke sancties.
4 De eindtermen, die als enige gevraagde output worden gesteld aan het Secundair Onderwijs, moeten ambitieus worden uitgewerkt en gelden als minimum te behalen doelen
Uit onderzoek blijkt dat 1/3 van de startende universitairen de eindtermen wiskunde niet haalt en dat de helft er van de eindtermen Frans niet haalt. De overheid stelt de minimum te behalen eindtermen vast, maar de koepels moeten hun leerplannen afstemmen op nog ambitieuzere doelen en de kennisoverdracht als prioritair blijven beschouwen. Het onderwijs moet terug meer evolueren naar de overdracht van het cognitieve, wat een halt zal toeroepen aan de daling van de kwaliteit van het onderwijs.
5 Gelijke kansen aan iedereen maar met onvermijdelijke en aan te moedigen ongelijke uitkomsten
Iedereen gelijk beschouwen is nefast voor een samenleving. Kinderen komen nooit gelijk aan de start van de schoolopleiding. Zij dienen wel allen met gelijke kansen aan die meet te kunnen starten. Echter door de natuurlijke ongelijkheid zullen zij zich allen anders ontwikkelen, en maar goed ook. Aldus kent de mensheid een prachtige verscheidenheid aan talenten en is een blijvende vooruitgang gegarandeerd. Het is dan ook aan de scholen om de leerlingen terug de kans te geven te excelleren in wat ze goed zijn en hulp te bieden aan degene die minder onderlegd zijn in bepaalde, onmisbaar geachte onderwijsdomeinen. Onderwijs op maat begint bij de verschillen tussen scholen. Daarom dat het idee van een brede eerste graad verwerpelijk is.
6 In het Secundair Onderwijs moet terug een marktwerking worden georganiseerd tussen scholen binnen bestaande koepels
Omdat de school sterk bepalend is voor het schoolresultaat moet de vrije schoolkeuze gewaarborgd worden. De onderwijskeuze was vroeger gegarandeerd door de keuze uit verschillende scholen, zelfs binnen dezelfde koepel. Het Vrij Onderwijs ijvert nu voor een gecentraliseerd bestuur binnen een monopoliesituatie. Dit laat geen marktwerking meer toe maar dwingt elke school tot een gelijk aanbod (zij moeten bijvoorbeeld een brede eerste graad toelaten volgens de missie van de moderne theoloog Lieven Boeve). Het gemeenschapsonderwijs Go! zou door de invoering van meer vrijheid tussen hun scholen, hier een opportuniteit in kunnen zien. Immers, creatieve scholen moeten, ingevolge hun pedagogische vrijheid, een eigen en ambitieus onderwijstraject kunnen opstellen en volgen. De daling van het niveau, ook door het verlagen van de eindtermen, zal leiden tot het oprichten van dure en exclusieve privéscholen, wat juist het gelijkekansenbeleid binnen het onderwijs zal ondergraven.
7 De nadruk op de STEM-richtingen (Science, Technology, Engineering en Mathematics) binnen het Secundair Onderwijs is uitstekend, maar zonder talenkennis en geletterdheid te veronachtzamen
De secundaire scholen moeten de arbeidsmarkt duurzaam bevoorraden en daarbij is focus op STEM noodzakelijk. Er moet echter worden op toegezien dat scholen geen zwakke technische vaardigheden maar sterke STEM-trajecten aanbieden, die voorbereiden op een ingenieursopleiding en aanverwante opleidingen. Toch is ook een algemenere kennisoverdracht inzake talen en geletterdheid aangewezen teneinde de leerlingen een kritischere ingesteldheid aan te leren. Een ideaal ASO zou dan ook best gestoeld zijn op volgende pijlers: talen, cultuur (geschiedenis, literatuur), wetenschappen en wiskunde.
8 Migranten hebben meer kans tot integratie en waarde voor de Vlaamse samenleving indien zij in het Nederlands onderwijs volgen
Allochtonen moeten zich aanpassen aan ons onderwijssysteem en niet omgekeerd. De lat moet voor allochtonen hoger liggen voor de kennis van de Nederlandse taal want taalachterstand is oorzaak van een minder vlot of negatief studieverloop. Een taalbad biedt hier de oplossing en het tegenargument van mogelijke versterking van een ‘segregatie’ is compleet verkeerd daar het integendeel een snellere en grondigere integratie in de samenleving ondersteunt. Dit vergt in de eerste plaats inspanningen van de ouders die zelf best ook een verplichte taalcursus Nederlands moeten volgen. Als gevolg van het verkeerde beleid in het verleden kent de UGent amper studenten met een migratie-achtergrond, hoewel er in de stad Gent toch een grote groep allochtonen woont.
9 De toegang tot het Hoger Onderwijs en de selectie van de studierichting moet gebaseerd worden op niet-vrijblijvende toelatingsproeven
Iedereen heeft recht op toegang tot het onderwijs maar niet iedereen moet toegang krijgen tot alle onderwijs. Kansloze studenten voor een bepaalde studierichting moet de toegang ontzegd worden. Bij de keuze van leerlingen voor een richting in het Hoger Onderwijs is de input van leerkrachten belangrijk. Oriëntatieproeven, selectieproeven, toelatingsproeven tot het Hoger Onderwijs moeten evolueren tot een instrument dat meer dan adviserend is bij de studiekeuze en dat dus bepalend zal zijn voor de selectie van studenten. Indien het Secundair Onderwijs terug strenger mag selecteren, vermindert dit de noodzaak aan een andere, latere selectie.
10 De slaagkansen in het Hoger Onderwijs zullen worden verhoogd door de organisatie van toelatingsproeven en door het herzien van het creditsysteem
Aan de KU Leuven behaalden in 2008 60% en in 2018 50% studenten na drie jaar de bacheloropleiding. Omwille van de dalende kwaliteit van de instroom zullen meer bindende voorafgaande proeven de slaagkansen van de studenten in het Hoger Onderwijs verhogen. Ook het uitstelgedrag, dat veroorzaakt wordt door het creditsysteem, verlengt de studieduur vaak met een tot twee onnodige jaren, wat aan de ouders en de maatschappij veel geld kost. Het creditsysteem moet herzien worden.
11 Het is de taak van het Hoger Onderwijs om duurzaam de arbeidsmarkt te bevoorraden met wetenschappelijk onderlegde en kritische afgestudeerden
Om de arbeidsmarkt duurzaam te bevoorraden moet het Hoger Onderwijs naast de focus op STEM ook verder inzetten op geletterdheid en grondige talenkennis (lezen, spreken, schrijven). Immers, de afstemming op de arbeidsmarkt moet in eerste instantie op een meer algemene basis georganiseerd worden. Het is op deze manier dat de afgestudeerden later in staat zullen zijn nieuwe tendensen en technieken te absorberen. De wereld evolueert zo snel dat permanente opleidingen en aanpassingen voor iedereen noodzakelijk zullen zijn, wat enkel kan indien ook algemene inzichten en een kritische geest ontwikkeld werden.
Verder moeten de opleidingen op lange termijn kunnen denken en nieuwe strekkingen moeten geïntegreerd worden in bestaande opleidingen (wat tot rationalisering en flexibilisering leidt) om zo een te grote proliferatie van opleidingen tegen te gaan. De universiteit moet ook hoger kunnen schakelen: sterke studenten moeten op drie jaar bijvoorbeeld twee bachelors kunnen halen.
Verder lijkt het noodzakelijk dat hogescholen en universiteiten toppers uit het bedrijfsleven moeten kunnen binnenhalen om gastcolleges te geven. Hiervoor moeten aangepaste contracten aangeboden worden.
12 De financiering van het Hoger Onderwijs moet eerder bepaald worden door de kwaliteit en de doelmatigheid van de opleidingen
De output (het aantal studenten dat het diploma van bachelor/master behaalt) en de input (het aantal ingeschreven studenten) bepalen nu de financiering door de overheid. De kwaliteit en de doelmatigheid van de opleidingen moeten een meer bepalende invloed hebben op de financiering dan louter de studentenaantallen. Rationalisatie van het onderwijsaanbod blijft een prioriteit.
13 Het Basisonderwijs moet in ere worden hersteld
De basis van een goede schoolloopbaan wordt gelegd in het Basisonderwijs, zoals het woord zelf zegt. Uit het hoofd leren, algoritmisch denken, automatiseren door te herhalen… zijn verdwenen uit het huidige Basisonderwijs, met alle negatieve blijvende gevolgen van dien. Oppervlakkigheid en welbevinden-didactiek brengen schade toe die onvoldoende kan worden gecompenseerd verderop het schools parcours (secundair en hoger). Indien we de uiteindelijke uitstroom kwalitatief willen bewaken, dan moeten we beginnen aan de basis met traditionele werkvormen en doelen, die hun nut hebben bewezen.
Lees hier ook het verslag van het onderwijscolloquium. Hier kunt u het panelgesprek bekijken.
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Jonah Penninck (CD&V): ‘Als we het politieke circus willen ontmantelen, begint dat bij onszelf.’
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.