Leve Dante!
Dante is (700 jaar) dood
Een opvallende nieuwe biografie van de vader van de Italiaanse poëzie, voortreffelijk in het Nederlands vertaald.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementSommige boeken hebben aan één titelwoord genoeg. Neem nu Dante: geen woord teveel. De nieuwe biografie van de vader van de Italiaanse poëzie heeft ook geen ondertitel nodig. Al meer dan zeven eeuwen weten we waar die naam voor staat: zelfs bij leven was de in 1265 in Firenze geboren dichter een legende.
Sterven deed Dante 56 jaar later, in de nacht van 13 op 14 september 1321. Beide data komen niet in de bronnen voor: we weten het dus niet honderd procent zeker. Wel zeker is dat we dit jaar herdenken dat de dichter 700 jaar dood is. Vooral in Italië horen daar nogal wat toeters en bellen bij en dus ook een reeks nieuwe publicaties. Daaronder ook een naar het Nederlands vertaald levensverhaal.
Huwelijksmysterie
Auteur van die nieuwe biografie is de historicus Alessandro Barbero (wie wat Italiaans kent, moet via YouTube zijn podcast eens beluisteren). Zijn nieuwe boek is vanzelfsprekend niet de eerste biografie van Dante – die is van de hand van Boccaccio uit de jaren 1350. Het zal ook niet de laatste zijn. Maar het is wel een erg goede. Althans: voor wie vindt dat feiten ertoe doen, ook, en misschien zelfs vooral, wanneer die feiten niet zomaar voor het rapen liggen.
Barbero keert terug naar de bronnen en probeert klaarheid te scheppen waar dat kan. Zo blijft het onder de specialisten een mysterie wanneer Dante precies trouwde. Een officieel document spreekt van 1277, maar in dat jaar was de dichter pas 12. Eerdere biografen gingen ervan uit dat de bron in kwestie niet op een huwelijk, maar op de uithuwelijking sloeg – het zou gaan om een contract tussen twee families. Barbero ziet het anders: volgens hem heeft degene die het document opstelde zich van jaar vergist: dat moet 1293 zijn.
Het leven, de literatuur
Ik bespaar de lezer Barbero’s uitvoerige argumentatie, maar ze is van een ijzeren logica. En zo gaat dat het hele boek door: Barbero schetst wat we aan bronnen hebben, geeft een overzicht van welke conclusies eerdere biografen daaruit trokken en zet vervolgens uiteen wat hij zelf denkt. Altijd plausibel, doorgaans overtuigend. Dit boek is een blijver in de Dante-studies, nu al een referentiewerk.
Ik zei het: Barbero is een historicus. Daardoor ligt de klemtoon in zijn boek minder op de literatuur dan in sommige eerdere levensverhalen. In de Dante-biografieën van literatuurhistoricus R.W.B. Lewis (2001) en vertaalster Barbara Reynolds (2006) bijvoorbeeld, wordt het leven van de dichter afgeleid uit zijn (biografisch geïnspireerde) werk. Zo was het ook in Marco Santagata’s in 2012 verschenen biografie, waarvan de Italiaanse ondertitel zelfs aangeeft dat de auteur ‘de roman’ van Dantes leven vertelt (‘il romanzo della sua vita’).
Nog geen dichter
Doordat Barbero voor een heel andere aanpak kiest, komt de schrijver Dante in deze nieuwe bio heel wat minder centraal te staan. Wie verwacht in dit boek een goed inleidend beeld van Dante’s werk te krijgen, zal wellicht bedrogen uitkomen. In de plaats daarvan stelt Barbero scherp op de organisatie van het maatschappelijke leven in Dante’s geboortestad en op de plaats van de dichter daarin.
De Dante die bij Barbero het scherpst naar voren komt, is de Dante van het laatste decennium van de dertiende eeuw. Op dat moment is de dichter om zo te zeggen nog geen dichter. Hij begint in de jaren 1290 weliswaar zijn eerste liefdesverzen te schrijven, maar de literatuur is op dat moment nog niet zijn hoofdbezigheid.
Verbanning
De bronnen die Barbero bijeen puzzelt, tonen ons een Dante die redevoeringen houdt in de Florentijnse Signoria, of in een ander politiek gremium waar hij zich profileert als woordvoeder van de gilde van de apothekers waartoe hij behoort. Hij staat in het midden van het politieke leven van zijn stad, een bedrijvigheid die hem in 1302 fataal wordt, wanneer hij voorgoed uit Firenze wordt verbannen .
Dante wordt pas echt schrijver na zijn verbanning. Van vóór 1302 dateert enkel de Vita Nuova, de bundel waarin hij rond zijn liefdesgedichten het verhaal van zijn ontmoeting met Beatrice weeft. Of het echte leven van Dante ook in het teken stond van deze verliefdheid weten we niet. Beatrice heeft wel degelijk bestaan – ze woonde bij Dante om de hoek – maar zowat alles wat we van haar (denken te) weten, hebben we van de dichter die haar in zijn teksten aanbad.
Verlies
Dante’s dichtkunst wortelt in het verlies: het verlies van zijn thuishaven en het verlies van Beatrice. De jonge vrouw sterft in 1290. Het verdriet om haar dood doet Dante naar eigen zeggen schrijven: verzen die troost moeten brengen, verzen ook die de vroegere, speelse liefdesgedichten van de jonge dichter meer diepgang geven. Die verzen komen uiteindelijk tot volle rijping in de Divina Commedia: in het slotdeel daarvan (Paradiso) is Dante na al die jaren opnieuw bij Beatrice, in de hemel.
Wanneer Dante de drie delen van zijn Goddelijke Komedie precies schreef, weten we niet. Wel dat het gebeurde over een periode van meer dan 10 jaar, tussen 1307 en 1321 schatten we. Barbero tekent Dante’s zwerftocht in ballingschap in groot detail: hij is lange tijd en meer dan eens in Verona (aan het hof van de Scaligers), mogelijk ook in Bologna, Pisa en Parijs.
In mei 1315 wordt hem door de machthebbers in Florence amnestie verleend, maar Dante weigert op de voorwaarden in te gaan. Hij zou symbolisch boete moeten doen en nederig schuld bekennen, maar vindt zoiets niet passen bij de roem die hij intussen als dichter geniet. In zijn laatste levensjaar leven komt hij op uitnodiging in Ravenna terecht, aan het hof van Guido da Polenta. Zijn graf kan in die stad aan de Italiaanse oostkust nog altijd worden bezocht.
Poeta, non laureatus
Op veel afbeeldingen die we van Dante hebben, zien we de dichter met een lauwerkrans afgebeeld, symbool bij uitstek van de ‘poeta laureatus’. Ook op het bekende schilderij van Botticelli dat op de kaft van Barbero’s boek staat, is dat zo. Bij leven heeft Dante die eer nochtans niet gekregen, hoezeer hij er ook op hoopte. ‘Dan zal ik er gelauwerd worden’, schrijft hij in Canto 25 van het laatste deel van de Divina Commedia, ‘daar
Waar door de doop mij toegang werd beschoren
Tot de gemeenschap van de ware leer
Waar Petrus zijn zegen liet horen. (Vertaling Cialona en Verstegen)
De plek waar hij het over heeft, is de doopkapel van de Heilige Johannes die vandaag nog altijd naast de Duomo van Firenze staat. Dante heeft de kapel na 1302 nooit meer gezien. In de Santa Croce basiliek staat een grafmonument voor de grootste dichter die Italië ooit kende, maar zijn stoffelijke resten liggen niet in zijn geboortestad. Verschillende pogingen om de overblijfselen van Dante van Ravenna naar Firenze te laten overbrengen, mislukten. De dichter van de Goddelijke Komedie is er niet minder levend om.
Personen |
---|
Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.
De lotgevallen van Don Quichot lijken ‘wreed grappig’, maar kunnen evengoed een toonbeeld van zelfopoffering uit een verloren gegane wereld zijn.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.