Links pensioen discrimineert werknemers uit de privé
John Crombez wil iedereen gelijk, maar vergroot zo de ongelijkheid.
foto © Reporters / GYS
Links wil de discriminatie in de pensioenen wegwerken, maar vergroot die nog, ze baseren zich niet op feiten maar op veronderstellingen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe pensioenvoorstellen van links zullen de werknemers in de privé nog meer discrimineren dan nu. Links wil namelijk het bestaande fiscale voordeel op pensioensparen en groepsverzekeringen weg om daarmee een minimumpensioen op 1500 € te financieren. Maar alle werknemers uit de privé met 1500 € pensioen of meer, zullen daarmee achteruit gaan.
Pensioenpijlers
Om dit te begrijpen is het nodig zich te verdiepen in de structuur van ons pensioenstelsel. Dat bestaat uit drie grote pijlers, met een wettelijk pensioen voor iedereen. Die eerste pijler wordt door de gemeenschap gefinancierd. De tweede pijler omvat de groepsverzekeringen. Die collectieve regelingen per werkgever worden gefinancierd door werkgever én werknemer. Deze moet daarvoor een eigen bijdrage betalen. Daarop krijgt hij dan wel een klein fiscaal voordeel. Maar het verlaagt het resterende netto-inkomen. De derde pijler omvat het individuele pensioensparen. Dat wordt integraal door de werknemer betaald. Hij krijgt daarop eveneens een zeker fiscaal voordeel. En die voordelen wil links nu afschaffen.
Die ingewikkelde structuur veroorzaakt problemen zoals armoede bij gepensioneerden en discriminatie van de bepaalde groepen. Die armoede nam de laatste jaren reëel af, mede dankzij de inkomensgarantie voor ouderen (IGO), maar discriminatie blijft een probleem.
Wettelijk pensioen
De basis daarvan ligt bij de verschillen in de wettelijke pensioenen. Voor statutaire ambtenaren liggen die twee maal zo hoog als in de privé. Bij hoge salarissen is het verschil nog groter omdat hun wettelijke pensioenen een veel lager plafond kennen dan statutaire ambtenaren. Voor contractuele ambtenaren ligt het ergens tussenin.
Links vraagt wel om die laatste op te trekken tot het niveau van de statutairen. Maar voor de de privé vragen ze dat niet. Hun argument is al jaren het zelfde: de veel lagere wettelijke pensioenen in de privé zouden gecompenseerd worden door groepsverzekeringen en dergelijke.
Maar dat klopt niet. Ik vroeg het na bij de pensioencommissie. Daar bleek dat nog nooit grondig onderzocht! Wel bevestigde men dat de meeste gepensioneerden uit de privé geen groepsverzekering genieten, dat het aantal met een pensioenspaarpotje onder de derde pijler laag ligt en dat het verschil in de pensioenen (tussen statutaire ambtenaren en alle anderen) om die redenen slechts deels gecompenseerd wordt, en lang niet voor iedereen.
Terzijde, ik vroeg naar het totaal van het wettelijke pensioen plus het werkgeversaandeel in de tweede pijler en het fiscaal voordeel daarop en op pensioensparen, en dat voor statutaire ambtenaren, voor contractuelen en werknemers in de privé. Een correcte vergelijking houdt namelijk rekening met het wettelijke pensioen én het werkgeversaandeel en het fiscale voordeel op de tweede pijler. Dat werd ook bevestigd door alle experten die me daarover een antwoord gaven.
Dat zijn officieuze schattingen van experten. Een officiële vergelijking bestaat er niet. Dat geldt ook voor de uitbreiding van de tweede pijler naar meer werknemers. Dat zal voor meer mensen een stukje van dat lagere pensioen compenseren, maar dan nog blijft er een groot verschil over. En voor velen verbetert er dus niets. Die experten lieten daar geen twijfel over.
Discriminatie van werknemers
Ondertussen werden de salarissen van de meeste statutaire ambtenaren opgetrokken tot die in de privé. Dat gebeurde meestal al in de jaren negentig. We kijken daarbij naar de totale verloning, dus het salaris én alle voordelen zoals een bedrijfswagen, maaltijdcheques en andere. Enkel de fors hogere jobzekerheid voor statutairen wordt meestal niet verrekend – want moeilijk om te zetten in een monetaire waarde. De reële discriminatie van werknemers in de privé is dus groot.
Het fiscaal voordeel op het pensioensparen was tot nog toe de enige, beperkte manier om die discriminatie deels, én mits en grote eigen uitgave, zelf te compenseren.
We mogen besluiten:
- De linkse voorstellen zullen de feitelijke discriminatie vergroten voor alle gepensioneerden uit de privé met 1500 € pensioen of meer.
- De idee dat de hogere wettelijke pensioenen voor ambtenaren gecompenseerd worden door extra pensioenvoordelen in de privé is volstrekt ongegrond. Alle gekende gegevens suggereren dat het verschil slechts in beperkte mate gedekt wordt en niet voor iedereen.
- Niets verantwoordt dat verschil in de pensioenen nog. Dat geldt zeker voor de pensioenrechten opgebouwd sinds de jaren negentig. Dit is daarom een zware en illegale discriminatie.
Terzijde, dat pensioencommissie noch ministers van pensioen de precieze omvang van die discriminatie niet onderzochten is een schande.
Voor de politici: er is maar één eerlijk, sociaal verantwoord en betaalbaar voorstel, namelijk gelijkschakeling van alle pensioenrechten (en bijdragen) van ambtenaren, werknemers en zelfstandigen voor al de gewerkte jaren vanaf nu, en afschaffing van alle excessieve voorrechten, zoals gecumuleerde pensioenen voor mandatarissen.
Rudi Dierick is ingenieur en zakelijk adviseur.
Jonah Penninck (CD&V): ‘Als we het politieke circus willen ontmantelen, begint dat bij onszelf.’
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.