Wijlen Ludo Martens heeft niets te maken met de brand in de Innovation in 1967
Ludo Martens op foto gezet door de politie in Berlijn in 1967, samen met wat extreem-linkse vrienden.
foto © Johan Swinnen
Volgens Herwig Lerouge kan Johan Swinnen niet bewijzen dat de Innovation door linkse activisten in brand gestoken is. En dus zeker niet dat Ludo Martens die methode propageerde in Berlijn.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGraag wens ik te reageren op het artikel dat werd gepubliceerd op Doorbraak op 31 mei 2018 met de ronkende titel: Ludo Martens, stichter AMADA, medebetrokkene aanslag INNO?. Ludo Martens stierf op 5 juni 2011. Als oude strijdmakker en persoonlijke vriend, ben ik het aan hem verschuldigd om te antwoorden op deze lasterlijke bewering. Spijtig genoeg kan hij dat zelf niet meer doen. Alle medeleven voor dhr. Swinnen maar het is spijtig vast te stellen dat de ex-fractiesecretaris voor N-VA in de Kamer zo diep in de beerput moet afzakken om iets te vinden om de stichter van Amada te beschadigen. Maar laat mij eerst ingaan op de feiten.
Over de feiten en het boek van dhr. Swinnen
Op 18 mei 2017 schreef VRT journalist Lucas Vanclooster over het verhaal van Johan Swinnen dat Doorbraak publiceerde: ‘Alle respect en medeleven voor iemand die beide ouders verloor tijdens de grote brand van de Innovation in Brussel, het is ook begrijpelijk dat je dan op zoek gaat naar de oorzaak. Maar het besluit dat er een terroristische aanslag was, kan auteur Johan Swinnen niet hard maken in zijn nieuwe boek over dit inferno’.
In het artikel gaat Lucas Vanclooster verder in op deze stelling: ‘… Dit jaar zijn er, alleen al in het Nederlands, drie erg boeiende, bijzonder leesbare en breed gedocumenteerde boeken verschenen. Ze focussen vooral op de oorzaak, en ze doen dat na ampel onderzoek door de auteurs van gerechtelijke dossiers, en nieuwe gesprekken met getuigen. Geert De Vriese en Frank Van Laeken houden het in Inferno, de brand in de Innovation bij de algemeen aanvaarde stelling dat een kortsluiting in een voorraadkamertje de ramp veroorzaakte. In zijn De brand in de Innovation komt Siegfried Evens met een nieuwe goed onderbouwde theorie: vonken uit een kaduke tl-Lamp zouden opgehoopt gas uit een lekke leiding in datzelfde voorraadkamertje hebben doen ontbranden. Die 3 auteurs verwerpen de these van een aanslag’.
Terrorisme?
Maar in zijn roman Happening, de aanslag in de Innovation bouwt Johan Swinnen heel het verhaal wel rond de stelling dat de ramp het gevolg is van een terroristische daad, door drie extreemlinkse bommenleggers… tijdens een opvallende Amerikaanse veertiendaagse, in volle Vietnam-contestatie.
De thesis van de 3 bommenleggers wordt weerlegd door een simpele vaststelling: er was geen bom! Lucas Vanclooster: ‘Na de ramp heeft de politie ruim 2 jaar lang alle mogelijke getuigen, aanwezigen, voorbijgangers, overlevenden en nabestaanden grondig aan de tand gevoeld. Sommige “getuigen” kwamen met verregaande verhalen over verdachte sujetten die raar of nerveus deden, of vreemde zaken scandeerden. Dat heeft nergens heen geleid. Niemand, ik herhaal werkelijk niemand van die getuigen, geen één, had het over een explosie, een knal, een ontploffing. Ook een brandbom, of om in het juiste taalgebruik te blijven, een molotovcocktail, heeft niemand opgemerkt. Of waren de daders genieën die een stille bom hadden ontwikkeld?’ Toch hield dhr. Swinnen het bij ‘docenten scheikunde van de ULB die de bom mee hadden gefabriceerd’. Dat is te knotsgek voor woorden, aldus dhr. Van Clooster.
Dan maar een terreurdaad door brandstichting? Ook dat lijkt weinig waarschijnlijk. Het vuur is het eerst opgemerkt om 20 minuten over 13.00u in een opslagplaatsje van strand- en communiekledij. Dat magazijntje zat goed verborgen achter de rekken en stands, totaal onzichtbaar voor wie niet vertrouwd was met die afdeling van het enorme warenhuis.
Ongeloofwaardig
Ook de hypothese dat er een communistische medeplichtige was bij het personeel duidt dhr. Van Clooster als ongeloofwaardig. ‘Uit alle gesprekken blijkt dat het personeel van de Innovation daar erg graag werkte… Uit het onderzoek blijkt ook dat er in de weken voor de ramp geen persoonlijke conflicten vermeld werden.’
De werkelijkheid is dat linkse activisten wekenlang van hun bed gelicht en terdege op de rooster werden gelegd, zonder resultaat. Overigens, er kwam ook nooit een ernstige opeising van de ‘aanslag’.
De overgrote meerderheid van de onderzoekers en experts komen tot de conclusie dat de brand ontstaan is door een kortsluiting of vonkende tl-lamp in een voorraadhokje en uiterst snel een enorme uitbreiding nam. Ik begrijp de woede en het verdriet van dhr. Swinnen, als zoon van twee slachtoffers van het inferno, maar vind het spijtig dat hij de oorzaak van de brand legt bij een aanslag die nooit plaatsvond en die dan in de schoenen schuift van een inmiddels overleden man die op het moment van de feiten 21 jaar was en volop zoekende naar zijn politieke identiteit in de context van de schandelijke Vietnam oorlog en de ontluikende revoltes overal in de wereld. Maar laat mij ook nog even ingaan op wie Ludo Martens was in het jaar 1967, het jaar voor Mei 68.
Over Ludo Martens en Berlijn
In het artikel stelt dhr. Swinnen dat het bewijs dat Ludo Martens zou betrokken zijn bij ‘de aanslag’ op de Innovation voortkomt uit het feit dat hij de maanden na ‘de aanslag’ in Berlijn was en zou gezien zijn bij een solidariteitsactie voor een Duits radicaal militant dhr. Teufel. Ludo Martens is in 1967 in Berlijn geweest. Ik was daar niet bij. Hij schrijft daarover in het boek Dat was 1968 (EPO, 1978, Ludo Martens en Kris Merckx): ‘Tijdens de vakantieperiode van ‘67 trokken we met een groep SVB’ers naar een internationale studentenbijeenkomst in Berlijn. Daar was de student Benno Ohnesorg net door de politie neergeknald tijdens een anti-sjah-demonstratie. De studentenrevolte keerde zich dan ook met geweld tegen de reactionaire politie. Allerlei ingewikkelde linkse discussies donderden over ons heen. We slaagden er amper in hier en daar wat flarden te begrijpen’.
Als die foto’s van de politie van Berlijn echt zijn — wat al twijfelachtig is — dan kunnen ze ook gemaakt zijn bij één van de vele acties en betogingen. Die ‘polizeihistorische Sammlung’ waaruit die foto’s komen is trouwens een publieke tentoonstelling die al vele jaren loopt.
Hoe dan ook, dat alles was na de brand in de Innovation. Daarvoor hadden noch Ludo Martens, noch één van de andere Belgische studentenleiders contact met anarchisten in Berlijn. Daarna ook niemand trouwens. Iedereen die Ludo Martens toen gekend heeft kan getuigen dat hij nooit sympathie heeft gehad voor de Baader groep en dat hij nooit banden heeft gehad met de Kommune I van Berlijn.
Niet voor Che
Eddy Daniels, redacteur bij Doorbraak, schrijft in een reactie onder het artikel: ‘Dat Ludo Martens in 1967 een tijdje in linkse middens in Berlijn vertoefde en daar zijn marxistisch-leninistische inspiratie opdeed is al lang en breed geweten. Dat hij een vurig tegenstander was van Che Guevara, die hij van ‘focisme’ beschuldigde, dat wil zeggen ‘haardenpolitiek’, individuele heroïek los en tegen de massa, kan elke militant uit die periode zich ook herinneren. Het is dus hoogst onwaarschijnlijk dat hij actief was in een groep die zich Che noemde, maar los daarvan: ik heb nog nooit gehoord dat de brand in de Inno aangestoken was, laat staan door een bom. Het is niet omdat een fantast in Berlijn zoiets verzon, dat je iemands nagedachtenis moet besmeuren op basis van een foto in een archief dat met de zaak niet eens iets te maken had. Foei!’ Hij heeft grotendeels gelijk.
Van de progressieve en revolutionaire denkers die Ludo Martens in die periode leerde kennen en van zijn ontmoetingen met studenten uit de derde wereld, leerde hij dat er voor een maatschappelijke omwenteling langdurig en geduldig werk nodig is aan de basis. Daarom richtte hij Amada op, de voorganger van de PVDA en stimuleerde hij initiatieven als Geneeskunde voor het Volk die tot op heden bestaan. Toen de eerste bommen van de Baader-Meinhof groep ontploften in Duitsland, hebben we daar eensgezind vlammende artikels tegen geschreven. Dat kan allemaal nagetrokken worden. Net als jaren later onze onmiddellijke veroordeling van de CCC.
Het is het goed recht van dhr. Swinnen om te blijven graven naar elementen om zijn hypothese van een ‘aanslag’ kracht bij te zetten. En zoals gezegd, alle respect en medeleven voor hem na het verlies van zijn ouders, maar zijn ideologische bril mag er niet toe leiden dat hij historische onwaarheden verkondigt en wijlen Ludo Martens beschuldigt van feiten en politieke standpunten waar hij niets mee te maken heeft. Het is spijtig dat hij zich door extreem-rechts voor de kar laat spannen van een PVDA-vernietigingscampagne.
Categorieën |
---|
De auteur was een medestander en goede vriend van Ludo Martens en actief in de beweging van Mei 68
Karianne Boer: ‘De lockdowns hebben bijgedragen aan bijna 200 maal meer kindermisbruikmateriaal.’
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.