Meer dan ooit Engelstalige boeken verkocht en minder dan ooit Nederlandstalige
Literatuur schrijven in de eigen taal wordt meer en meer iets voor kneusjes.
C.S. Lewis: ook vertaald in het Nederlands.
foto © pxhere.com
Het Engelstalige marktaandeel in de verkoop explodeert terwijl het Nederlandstalige bergaf gaat. Hoog tijd om de eigen literatuur te koesteren.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe jobstijdingen over de crisis in de Nederlandstalige boekensector zijn niet meer bij te houden. Zeker in de literaire branche gaat het in rotvaart achteruit. Uitgeverijen besparen massaal op hun personeel terwijl sommige schrijvers — bij gebrek aan verkoop of uitgever — dan maar de pen aan de wilgen hangen.
Boekensector in de verdrukking
In het jongste nummer van de lage landen komt Maarten Dessing met harde cijfers over de hoogconjunctuur van Engelstalige boeken die de Nederlandstalige boekensector in de verdrukking duwt. Terwijl in 2012 nog maar zeven procent van alle verkochte papieren boeken in Nederland anderstalig was — en daarbij vooral Engelstalig — liep dit in 2022 op tot twintig procent. In Vlaanderen is de trend analoog waar in 2022 het marktaandeel van Engelstalige boeken zestien procent bedroeg van de totale boekenomzet.
Het aantal verkochte Engelstalige kinderboeken, zo Dessing, steeg in Nederland sinds 2018 zelfs met zomaar eventjes 153 procent. Voor Vlaanderen geeft hij in deze lucratieve nichemarkt geen cijfers maar de tendens zal wel nagenoeg identiek zijn aan die in Nederland.
Massaal Engels
Slotsom: de inkomsten van uitgevers, schrijvers en vertalers dalen elk jaar gestaag. Nogal wiedes, als de Nederlandstalige boekenverkoop in vrije val zit vergeleken met de steile opgang van de Engelstalige, dus. Dessing geeft nog mee dat in 2022 in Vlaanderen 1 miljoen minder Nederlandstalige boeken werden verkocht dan een jaar daarvoor. In Nederland ging het om een daling van 1,2 miljoen Nederlandstalige exemplaren.
Die spectaculaire meerverkoop van Engelstalige boeken is voor een groot deel op het conto van de jongeren te schrijven. Tieners, en dan vooral meisjes, lezen nog wel degelijk boeken maar bij voorkeur in het Engels. Ze grijpen naar young adult– en fantasy-verhalen die in een Engelse paperback zoveel goedkoper zijn dan de Nederlandstalige versie, die meestal later verschijnt dan het goedkope origineel.
Hip versus knullig
Daarenboven lopen tieners hoog op met het Engels dat zulke ‘mooie’ woorden heeft terwijl het Nederlands nogal bot of ‘knullig’ bekt. Dessing merkt daarbij fijntjes op dat die jonge lezers hun Engelse taalbeheersing gruwelijk overschatten en daardoor veel nuances missen die ze in een Nederlandse versie allicht wel zouden meekrijgen.
Boekhandelaars spelen handig in op die Engelse hausse door in hun boekentoptienen zowel Nederlandstalige als Engelstalige waar op te nemen. Ze geven een prominente verkoopplaats aan de Engelse nieuwigheden waar de lezende jeugd op verzot is en een enkeling probeert het tij zelfs te kenteren: ‘Dat jongeren Engels lezen, prima. Maar als ze zeggen dat die taal mooier is, ga ik in discussie. Dát is onzin. Dat zeggen ze omdat Engels hip is, zoals mensen vroeger Frans praatten om andere redenen dan de taal zelf.’
Onverdraaglijke navelstaarderij
Maar het gaat niet alleen om de aantrekkingskracht van het ‘hippe’ of vlotte Engels maar ook om de inhoud die bij hun Engelse voorkeurliteratuur zoveel luchtiger, avontuurlijker en hedendaagser is: ‘Het hoeft niet altijd over de Tweede Wereldoorlog van lang geleden te gaan of onverdraaglijke navelstaarderij te zijn van een oude witte man (…).’ Trouwens, die Nederlandse en Vlaamse lezers van Engelstalige literatuur zal het eigenlijk worst wezen dat ze Engels en niet Nederlands lezen. Ze zoeken in eerste instantie naar een bepaalde titel en niet naar een expliciet Engels of Nederlands boek.
Zoals gezegd hebben uitgeverijen en schrijvers al hun conclusies getrokken bij deze evolutie richting Engelstalige literatuur en proberen ze nog vóór de Engelse uitgave al een Nederlandse vertaling klaar te stomen, zoals in het geval van de nieuwe Bret Easton Ellis, J.M. Coetzee en Eleanor Catton.
Bucketlist-boekjes
Sterker nog: ze publiceren nu ook boeken die in het Engels geschreven zijn door niet-Nederlandstalige auteurs. Het Vlaamse Lannoo pakt tegenwoordig uit met zogenaamde bucketlist-boekjes, genre 150 vineyards you need to visit before you die — of ‘golf courses’ en nu ook ‘bookstores’ — uitsluitend in het Engels. Kwestie van de markt te verbreden, want die Engelstalige uitgaves zijn naar eigen zeggen additionele omzet. Kern van het verdienmodel blijft de Nederlandstalige boekenmarkt.
De Vlaamse kinderboekenuitgeverij Clavis heeft al een tijdje een kantoor in New York. En Nederlandstalige uitgevers die de grote Angelsaksische kanonnen naar hier halen, bedingen ondertussen dat de Amerikaanse of Britse uitgevers meebetalen aan het auteursbezoek in Vlaanderen of Nederland. Ook proberen ze via hun internationale contacten de agenten van die schrijvers te bewerken om minder geld te vragen voor eventuele vertalingen.
Op eieren lopen
Kind van de rekening is finaliter de Nederlandstalige schrijver en vertaler. Nog niet zo lang geleden vertelde Christophe Vekeman dat hij stopt met romans te schrijven want de kool is het sop niet meer waard. En je moet als auteur, die in deze woke-tijden vrijmoedig wil schrijven, ook nog eens op eieren lopen.
Vekeman verdient meer met zijn wekelijkse column en zijn radiopraatjes bij Klara dan met het vijlen aan een nieuwe onsterfelijke roman die maanden werk vraagt. Waarom dan nog ploeteren om een roman te verzinnen die uiteindelijk op een koude steen valt?
Achterafmarktjes
Doorzetters gaan meer en meer in eigen beheer uitgeven. Maar dat zijn meestal auteurs in nevenberoep die als leraar bijvoorbeeld de kost verdienen en op zogenaamde achterafmarktjes buiten het boekhandelscircuit hun literaire fijnkost proberen te slijten. Dessing vermoedt dat er in Nederland in de literair-culturele branche slechts vijfentwintig auteurs echt van hun pen kunnen leven. Naar Vlaamse verhoudingen omgerekend gaat het dan om hoop en al een tiental.
Vertalers die traditioneel vooral van Nederlandse signatuur waren, blijven met lege handen achter wanneer meer en meer lezers het Engelstalige origineel verkiezen. Om nog maar te zwijgen van het kwaliteitsverlies in de eigen Nederlandse en Vlaamse letteren zelf. Als er minder Nederlands wordt gelezen, zullen er zich ook minder nieuwe schrijvers met voldoende talent aandienen. Literatuur schrijven in de eigen taal wordt op die manier iets voor kneusjes. Waarom zou je ook, als het grote geld of avontuur in andere, buitenliteraire sectoren te vinden is?
Zieligheidsgehalte
Conclusie: hoog tijd om de dreigende neergang van de Nederlandstalige letteren te counteren. Besteed meer aandacht aan het Nederlands en de eigen literatuur op school. Wees op je hoede voor een overmatig gebruik van het Engels in het hoger onderwijs.
Kortom: koester je eigen taal, ook in de media. Want neen, alleen met promotiecampagnes voor het Nederlandstalige boek gaan we het tij niet keren. Die verhogen immers slechts het ‘zieligheidsgehalte’ van het Nederlandstalige boek, aldus nog een van de door Dessing geciteerde boekenvakkers. Reclame maken voor losers is inderdaad meestal weinig efficiënt.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.
Stefan Hertmans surft in zijn nieuwe roman ‘Dius’ handig mee op de huidige tijdsgeest waarin elk machismo wordt verketterd en het kwetsbare en feminiene het nieuwe normaal zijn.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.