Niet alleen populisten voor ‘Brexit’
maandag - Europadag
De Britse Eurosceptische politici zijn populistisch en hun argumenten onredelijk. Britten die hun land uit de EU willen, denken karikaturaal en laten zich opzwepen door de vermaledijde tabloids. De Britse ondernemers daarentegen zijn rationeel en willen dus in de EU blijven… Dat cliché domineert in onze media. Klopt deze voorstelling van zaken?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn een open brief aan de krant The Independent beschuldigen 19 vooraanstaanden uit bedrijven als British Telecom, Shell en Deloitte de eurosceptische politici ervan in hun pleidooi voor een vertrek uit de EU het nationaal belang totaal uit het oog te verliezen. ‘Het economisch argument om in de EU te blijven, is verpletterend groot’, schrijven zij. Ze schatten de economische voordelen van het EU-lidmaatschap op een bedrag tussen £ 31 miljard en £ 92 miljard per jaar (36 à 108 miljard euro).
Terzake maakte op 22 mei een reportage over die open brief. Onder andere zakenman Paul Buysse en life coach Peter Sioen mochten komen uitleggen dat de eurocritici inderdaad voorbij gaan aan de vele voordelen van de EU. Baron Buysse herleidde de afkeer van de EU bij de Brit in de straat – ‘Union Jack op de borst, vasthoudend aan pond, pub en het koningshuis’ – tot onwetendheid. ‘Bovendien,’ voegde hij daar aan toe, ‘mist de sloganeske en bijwijlen onaangename taal van de eurosceptici diepgang en als je doorvraagt dan kan de stemming snel evolueren.’ Met andere woorden, hun argumenten houden geen steek.
De industrie en de EU
De verslaggeving over de open brief doet vermoeden dat de Britse industrie resoluut tegen een uitstap uit de EU is. Daniel Hannan, een EU-kritisch conservatief Europarlementariër, concludeerde uit de open brief echter – met enig gevoel voor overdrijving – dat er nog maar weinig pro-EU industriëlen overblijven in het VK. Hij ziet in de twintig zakenmensen die de brief ondertekenden ‘verklede Eurocraten’. Het zijn een ‘aantal grijzende Europese coryfeeën, hilarisch beschreven door The Independent als ‘eminente zakenlieden’’.
Veel van de ondertekenaars, legt Hannan uit, zijn in feite ex-ambtenaren en ex-eurocraten die, eens met pensioen, enkele bestuursmandaten hebben opgepikt. Sir Andrew Cahn bijvoorbeeld was kabinetschef voor de socialistische Europese commissaris Neil Kinnock. Ondertekenaars Lord Kerr en Sir Nigel Sheinwald zijn beide diplomaten die nog voor de Britse ambassade bij de EU hebben gewerkt.
De pro-EU open brief kwam er bovendien na een eerste open brief die in Vlaanderen veel minder aandacht kreeg. Meer dan vijfhonderd Britse ondernemers organiseerden zich vorige maand in ‘Business for Britain’. De groep staat achter het initiatief van David Cameron om een betere deal met de EU te trachten uitwerken. BfB wil een flexibele, competitieve EU, met minder bevoegdheden voor ‘Brussel’. Ze roepen dan ook alle politieke partijen op om de voorwaarden van het Britse lidmaatschap tot de EU te heronderhandelen.
Wat hen vooral stoort zijn de ontelbare Europese regel die vooral KMO’s opzadelen met kopzorgen. Indien het Cameron niet lukt om een flexibele en lossere relatie met de EU te onderhandelen dan zal covoorzitter Alan Halsall, bij een eventueel referendum, de leden van BfB aanraden om voor een EU-exit te stemmen. Er heerst dus bij een deel van de bedrijfsleiders ergernis over de invloed van de EU op de Britse economie.
De coming out van Nigel Lawson
Maar ook binnen de traditionele politieke partijen zijn er toppolitici die oproepen om de Unie te verlaten. Twee conservatieve en één socialistische voormalige minister van financiën vroegen de Britse premier om het VK uit de EU te leiden. De bekentenis vanNigel Lawson, minister onder Margaret Thatcher, deed het meeste stof opwaaien. Hij zei (ook al in een open brief) dat de economische kosten veel hoger zijn dan de voordelen. Hij is het ‘bureaucratische monster’ dat de EU geworden is beu en vindt de poging van Cameron om de deal te heronderhandelen zinloos.
‘Degenen die beweren dat het vertrek uit de EU de City, het financiële centrum van Londen, zou beschadigingen zijn dezelfde als degenen die in het verleden vol vertrouwen voorspelden dat de City ernstig aan economisch belang zou verliezen indienen het Verenigd Koninkrijk niet tot de eurozone toetrad,’ schreef Lawson op 9 mei. (Een bewering die steek houdt: de pro-EU open brief is opgesteld door Roland Rudd, die aan het hoofd van ‘Groot-Brittannië in Europa’ stond, een lobbygroep die een decennium lang campagne heeft gevoerd om het VK in de eurozone te krijgen.)
Veel steun voor een referendum
Het probleem van de Britten is vooral dat ze in 1973, toen ze in de Europese Economische Gemeenschap zijn gestapt, dachten toe te treden tot een economische unie. Politici en media spraken over de Common Market, de gedeelde markt, wat de op handel ingestelde Britten als muziek in de oren klonk. Wisten zij veel dat de voorzitter van de Commissieveertig jaar later zou verklaren dat een volwaardig federaal Europa er binnenkort zit aan te komen.
De Unie is in de jaren negentig fundamenteel van gedaante veranderd. Het economisch project is een politiek project gebleken en het stoort vele Britten dat ze met deze evolutie niet democratisch hebben ingestemd. Nog los van de groeiende steun van de bevolking voor een effectieve ‘Brexit’, wil volgens opiniepeilingen tussen de 70 en de 85% van de Britten een referendum over het Britse lidmaatschap in de EU.
De discussie over de economische voor- en nadelen van de EU voor het V.K. is trouwens maar één element in het debat. De anti-EU-partij UKIP wil bijvoorbeeld ook terug een eigen immigratiebeleid kunnen voeren. Het vrij verkeer van personen in de EU belet lidstaten namelijk om immigratie van EU-burgers te beperken of te omkaderen met een verplicht integratieparcours. Dat eind 2013 de werk-restricties voor Bulgaren en Roemenen beëindigd worden, maakt de link tussen migratiebeleid en de EU nog acuter.
Het debat in het VK houdt aan en beide zijden hebben argumenten. We mogen echter niet de fout maken om het ‘Brexit’-kamp af te schilderen als onwetende en onredelijke populisten, zoals in onze pers te vaak het geval is. De vragen bij het bureaucratische micromanagement, het democratisch deficit en de invloed van de EU op het immigratiebeleid zijn legitiem en indien de Unie de Britten hierin niet tegemoet komt, kan het VK wel eens het eerste land worden dat de EU verlaat.
<Een goed artikel? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Categorieën |
---|
Sander Roelandt (1989) is medewerker in het Europees Parlement en volgt er verschillende economische commissies.
Marianne Thyssen is het slachtoffer geworden van een Tjevenstreek: de haar toegekende Europese portefeuille is niet zo dik als verwacht.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.