JavaScript is required for this website to work.
post

Om de schone ziel van ’t kind

Quo vadis, CD&V?

Daniël Walraeve29/4/2014Leestijd 3 minuten

Ondanks de aanzet van N-VA kwam het onderwijsdebat inhoudelijk niet echt van de grond. Nochtans is de beslissing over onderwijs zowat de belangrijkste die de volgende Vlaamse regering moet nemen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De N-VA gaat in tegen het akkoord dat ze mee sloot over het masterplan secundair onderwijs in de regering-Peeters’, schreef Bart Eeckhout maandag in De Morgen, één dag nadat Bart De Wever op een verkiezingscongres in Brugge sterk beklemtoond had dat het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) niet zou worden afgeschaft met N-VA in de volgende Vlaamse regering. De groot uitgesmeerde titel van het stuk: ‘De Wever keert onderwijskar’.

Dat is vreemd, want toen de regering Peeters een akkoord sloot over het zogenaamde Masterplan Onderwijs, zong De Morgen een heel ander liedje. Op 5 juni 2013 luidde het officiële Standpunt van de krant nog zo: ‘De Vlaamse regering is geland op de beslissing om de volgende drie jaar niet te beslissen, waardoor de hele problematiek wordt overgedragen naar de volgende regering en de volgende coalitie’. Het lijkt moeilijk voor N-VA om terug te keren op een beslissing die nog niet genomen is. Als er dus iemand zijn kar heeft gekeerd, dan lijkt het De Morgen zelf.

Niet alleen bij De Morgen heeft men last van een kort geheugen. Heel wat mensen lijken vergeten te zijn dat de hete hangijzers uit het onderwijsdebat door de regering Peeters werden doorgeschoven naar de volgende Vlaamse regering. Enkele belangrijke knopen moeten volgens het masterplan pas worden doorgehakt in 2016. Zo besloot de Vlaamse regering een matrix te ontwerpen: een complex onderzoeksmodel dat het nieuwe onderwijslandschap moet voorbereiden. Volgens het Masterplan zal de matrix midden 2016 voltooid zijn, waarna hij geëvalueerd en afgetoetst moet worden. Pas dan worden de knopen doorgehakt.

Modellenstrijd

Een deel van de media zal tot aan de verkiezingen van 25 mei altijd negatief schrijven over de N-VA. De ene keer zal N-VA zogezegd een akkoord blokkeren, de andere keer zal N-VA datzelfde (blijkbaar toch gesloten?) akkoord ‘verraden’. Maar waarom stapt ook CD&V mee in retoriek zoals ‘N-VA is een onbetrouwbare partner’? De verklaring is wellicht eenvoudig: als zogenaamd daadkrachtige bestuurspartij kan CD&V moeilijk toegeven dat het Masterplan Onderwijs – naast enkele onmiddelijke ingrepen – belangrijke beslissingen heeft uitgesteld. Maar omdat de christendemocraten zich nu verplicht voelen om te doen alsof alles al geregeld is, laten ze wel na om duidelijk te maken welke houding CD&V in 2016 zal aannemen, als het echt om de knikkers gaat en er beslist wordt over het voortbestaan van het ASO. 

Op Vlaams niveau tekent zich een scherpe tegenstelling tussen het N-VA-model en het sp.a-model. Vorig weekend liet sp.a-voorzitter Bruno Tobback een opvallend citaat over Onderwijs optekenen in De Morgen: ‘De toegang is gelijk, maar de uitgang niet’. Met andere woorden: er zijn gelijke kansen, maar geen gelijke uitkomsten. Voor N-VA stopt het echter bij gelijke kansen. Elke recht(s)geaarde N-VA’er steigert bij de gedachte dat het secundair onderwijs moet nivelleren tot iedere puber afstudeert met hetzelfde (waardeloos geworden) diploma. De Vlaams-Nationalisten willen ieder kind best toegang geven tot toponderwijs, maar als daarna niet iedereen op elk gebied hetzelfde niveau haalt, dan is dat maar zo.

Liever dan zich gewoon te verstoppen achter het (valse) argument dat de onderwijshervorming al in kannen en kruiken zou zijn, zou CD&V klare wijn moeten schenken over de eigen positie in het onderwijsdebat. Wil CD&V in 2016 beslissen om de schotten tussen ASO en TSO volledig op te heffen? Dan moeten ze dat nu luidop verkondigen. Als de christendemocraten daarentegen het ASO als schooltype zouden willen behouden, dan kunnen ze het N-VA-voornemen onderschrijven. Maar het is geen optie om te doen alsof de belangrijkste beslissing van de volgende Vlaamse regering zich niet aandient.

In het verleden hebben de christendemocraten, of hun vooroorlogse voorlopers, ‘de ziel van het kind’ herhaaldelijk én met succes centraal in de verkiezingsstrijd geplaatst. Toen ging het echter telkens over structuren, zuilbelangen en subsidies. Nu staat er iets veel belangrijkers op het spel: het behoud van inhoudelijk onderscheiden onderwijs, waar de eigenheid van de verschillende onderwijstypes voluit gerespecteerd wordt. Dat verdient een stevig en inhoudelijk verkiezingsdebat. Hopelijk komt dat nog een beetje van de grond voor 25 mei. 

Daniël Walraeve (1988)  is het pseudoniem van een brave historicus die eigenlijk maar één onhebbelijk trekje heeft: hij is een onverbeterlijke consument van traditionele media. Elke dag leest hij zowat alle kranten en elke dag wordt hij dan weer vreselijk boos om een of ander editoriaal of ander naïef opiniestuk. Hij kan er zelf echt niets aan doen, tenzij er af en toe een stukje over plegen voor Doorbraak. Stokpaardjes zijn ideologie, identiteit en samenleven. 

Commentaren en reacties