JavaScript is required for this website to work.
post

Een slanke overheid is beter, ook in crisistijd!

Buffers en overcapaciteit in crisistijden

John Croughs30/3/2020Leestijd 4 minuten
Een euro die je uitgeeft aan inefficiëntie, kan je niet nog eens investeren in
duurzame ontwikkeling

Een euro die je uitgeeft aan inefficiëntie, kan je niet nog eens investeren in duurzame ontwikkeling

foto © Nattanan Kanchanaprat (Pixabay)

Een slanke overheid is de beste buffer tegen élke crisis. De coronacrisis wordt door links gebruikt om inefficiëntie aan te prijzen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Marc Reynebeau was één van de eerste notabelen die de toon zette met een artikel in De Standaard en zijn begeleidende succestweet. Daarin stelt hij dat een slanke overheid geen goede keuze is om een crisis te voorkomen noch aan te pakken.

Wat de coronacrisis nu al aantoont: dat een "slanke" staat of een onderbetaalde zorgsector niet de beste ideologische keuzen zijn om zo'n crisis te voorkomen of aan te pakken. https://t.co/JMrRqw82Nm via @destandaard

— Marc Reynebeau (@ReynebeauM) March 19, 2020

Wat later verscheen in De Morgen, van de verwachte hand van Bart Eeckhout, een gelijkaardige opinie. Daarin stelt Eeckhout de besparingen in de gezondheidszorg in vraag. Hij looft het dure Belgische systeem voor de merites in crisistijden. Ook Joël De Ceulaer tweette iets in die trend. Hij stelde de vraag waar het liefste te wonen tijdens deze crisis, in Nederland of in België? Hij alludeert op de uitslag van het World Happiness Report van de VN. Daarin scoort Nederland een pak beter dan België, maar tegelijk is in Nederland vandaag minder intensive care-capaciteit om de coronazieken te verzorgen.

Inefficiëntie loont…als het eens een crisis is

Het is toch vreemd en zelfs ronduit absurd om de toevallige voordelen van een inefficiënt beleid te prijzen tijdens een sporadische crisis. Datzelfde beleid zorgt de andere 99% van de tijd voor slechte dienstverlening, verouderde infrastructuur. Daardoor torsen we torenhoge belastingen en een massieve staatsschuld. Door inefficiënt beleid zitten we met lage en onzekere pensioenen, een onleefbaar leefloon, wachtlijsten in de zorg. Om het niet te hebben over de medailleplaats in aantal burn-outs en zelfdodingen.

Een geldverkwistend systeem met een erg grote overheidscapaciteit lijkt beter tegen een crisis bestand dan een slanke structuur. Zeker tijdens deze gezondheidscrisis, wanneer die overbodige capaciteit plots levens kan redden, is dit een logische maar simplistische reflex.

Bij toeval zal een inefficiënte maar dure structuur een eventueel crisismoment beter het hoofd kunnen bieden, dat klopt. Maar dan moet wel juist dat soort crisis voorkomen dat in het kraam van de overcapaciteit past. Een land als België staat alleszins op vele fronten klaar. Dat bewijst onze schuldgraad in combinatie met onze belastinggraad en infrastructuur.

Het koopkrachtexcuus van 2008

Eenzelfde onzinnige redenering, die ook nu opnieuw wordt opgerakeld, koppelde men destijds aan de weerstand die ons uitkerings- en indexatiesysteem bood tegen de economische malaise als gevolg van de financiële crisis. Dit systeem van uitkeringen zorgde voor een stabielere koopkracht. Daardoor was de economische recessie minder significant dan in economische gidslanden als Nederland en Duitsland.

En dat klopt ook deels. Onze binnenlandse economie werd via de uitkeringen meer gesubsidieerd door de overheid tijdens de economische terugval. Maar dat is maar een deel van de uitleg. Onze economie was minder stijgende vóór de crisis. Dus viel ze ook minder terug tijdens de crisis. Na de crisis is de Belgische investeringsruimte heel pover tegen de achtergrond van een structureel begrotingstekort en een structureel hoge overheidsschuld. De Nederlandse en Duitse recessie is enkele jaren later reeds veel beter verteerd.

Een slanke maar fitte overheid

Elke euro overheidssteun, of die nu via subsidie of via uitkering verstrekt wordt, is een euro die niet kan geïnvesteerd worden in duurzame ontwikkeling en zal dus geen structurele return on investment opleveren. Hoe minder geïnvesteerd wordt, hoe inefficiënter en duurder de bestaande, verouderde structuren worden. Daardoor wordt een noodzakelijke investering veel kostelijker. Een vicieuze cirkel.

Een overheid moet niet slank zijn louter omwille van het figuur, maar juist omwille van een streven naar een maximale welvaart voor haar burgers. Slank wil niet zeggen mager of gierig, maar fit en gezond!

Buffer versus overcapaciteit

Een gezonde staatsstructuur heeft geen al te grote schuld en beschikt over een moderne infrastructuur. Ze biedt kwaliteitsvolle overheidsdiensten aan, verzekert een sociaal vangnet voor behoeftigen, heft faire en competitieve belastingen bij het volk. En ze verspilt geen overheidsgeld aan onnodige of inefficiënte zaken. Een slanke overheid heeft alvast het voordeel van transparantie en eenvoud. Daardoor kan controle en bijsturing veel flexibeler, makkelijker en goedkoper gebeuren.

Elke crisis leert ons dat er best ook een buffer is tegen mogelijk onheil. Niet elke crisis kan blijkbaar makkelijk worden voorspeld. Daarom is het niet mogelijk om tegen elke mogelijke tegenslag een voorziening aan te leggen. Nederland had bijvoorbeeld middelen genoeg om 5000 intensieve zorgplaatsen te voorzien op strategische locaties die enkel bij een crisis als diegene die we nu doormaken worden benut. Net zoals datzelfde land letterlijk buffers voorziet tegen een mogelijke stijging van de zeespiegel. Of buffers tegen de uitfasering van fossiele brandstoffen door reeds 30% van haar energievoorziening hernieuwbaar te maken.

Dit zijn strategische, tactische of veiligheidsbuffers die enkel geld kosten en slechts renderen wanneer de crisis zich voordoet. Deze capaciteit is niet het toevallige resultaat van een overheid met overgewicht, maar van bedachtzame voorzichtigheid gebaseerd op een intelligente risico-analyse.

Buffer tegen welvaartskrimp

De gezondste en veiligste plekken op aarde zijn nog steeds deze waar de welvaart het hoogste is. Ja, België hoort daar ook bij, toch nog steeds. Griekenland en straks ook Italië tonen ons dat welvaart vernietigd kan worden wanneer het schuldensysteem niet meer eindeloos gedekt wordt door intergouvernementele solidariteit.

Stel je voor dat de pensioenen niet meer kunnen betaald worden op hetzelfde niveau. Dat de infrastructuur niet meer veilig gebruikt kan worden, de dienstverlening afkalft, enzovoort. Dan zal het welvarende gevoel minder sterk zijn. Voor ons land is dat geen overroepen doembeeld.

Met de welvaart krimpt tegelijk ook de algemene gezondheid en veiligheid. Welvaartsvernietiging vindt plaats in een langdurige vicieuze beweging. Het maakt geen rechtstreekse dodelijke slachtoffers. Maar wat zo’n crisis onrechtstreeks aanricht is van minstens dezelfde grootorde als de coronacrisis… en nu ben ik heel erg voorzichtig.

Zorgzaam zuinig zijn

Ons land heeft niet de luxe om vanaf nu zuinig om te springen met de bestaande structuren, want die structuren zijn op zich niet spaarzaam. Dat wil zeggen dat er bespaard moet worden om tot zuinige en efficiënte structuren te komen. Die besparingen moeten natuurlijk gericht zijn op het efficiënt maken van het volledige systeem. Een algemene besparing van 6% op alle diensten is allerminst een verstandige bezuinigingsoperatie.

De peilers waarop het hele sociale systeem steunt, moeten overeind blijven. Dit betekent dat alle zieken verzorgd moeten worden. Dat alle gepensioneerden een leefbaar pensioen krijgen. Dat alle onfortuinlijke werklozen een periode financieel moeten kunnen overbruggen. Enzovoort. Wie het echt nodig heeft, moet ruimschoots geholpen worden. Dat kan alleen met een eenvoudig, transparant en streng rechten- en plichtenkader. Een systeem gebaseerd op individuele én gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Streng maar rechtvaardig. Slank maar fit!

Londerzelenaar, vader van twee, projectontwikkelaar en vooral erg begaan met alles wat de samenleving vorm geeft.

Meer van John Croughs

‘Uw plezante buurman is niet per se de beste bestuurder’, bedenkt John Croughs zich bij de stemmentrekkers voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Commentaren en reacties