Patrick Loobuyck pleit voor Euro-Islam
Vorige week stelde Patrick Loobuyck zijn boek ‘De lokroep van IS’ voor. John Dewit woonde de voorstelling bij en recenseert het boek.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWaarom vertrekken zoveel Belgen naar Syrië om daar samen met Islamitische Staat te gaan vechten? De Antwerpse moraalfilosoof Patrick Loobuyck schreef er samen met een reeks deskundigen (o.a. Johan Leman, Karin Heremans, Brice De Ruyver, Brahim Laytouss, Marion van San, Mohamed Achaibi) een boek over dat vorige week werd voorgesteld.
Iedere maand telt België zo’n 10 Syriëstrijders. Per 1.000 inwoners levert ons land de meeste Syriëstrijders van heel Europa. Er zijn er nu al een kleine 500 vertrokken en 116 teruggekeerd. Het gaat niet allemaal om jongeren: een derde is ouder dan dertig en 17% is vrouw. Zo’n 10% zijn bekeerlingen. De grootste groep is van Marokkaanse afkomst, maar ze hebben vaak de Belgische nationaliteit.
Democratie is niet erfelijk
‘Wat drijft hen?’, zo vraagt Loobuyck zich af. ‘Niét discriminatie of achterstelling, want er zijn hoogopgeleide Syriëstrijders bij met een goede baan. Er is wel een gevoel van achterstelling, maar de drijfveren zijn toch hoofdzakelijk de radicale islam en de internationale politiek.’ Loobuyck beklemtoonde dat ons land de jongste jaren wat te weinig moeite heeft gedaan om de democratische waarden te verdedigen. ‘We moeten niet lui in een zetel gaan liggen, democratie is niet erfelijk, niet evident, democratie moet telkens opnieuw aangeleerd worden en hier hebben we gefaald’, zo zegde hij bij de voorstelling. Hij wil vooral de wahhabitische en salafistische interpretatie van de islam weren.
In het boek stelt Ludo De Brabander dat de VS zelf Al Qaida en IS hebben gecreëerd door hun buitenlands beleid in het Midden-Oosten. De VS steunden telkens allerlei groepen – financieel én met wapens – die uiteindelijk radicale moslimfundamentalisten zijn geworden. Dat was al zo in Afghanistan, later in Irak en Libië.
Met de moslims
Alle auteurs zijn het erover eens dat je het probleem van de radicalisering moet aanpakken samen mét de moslimgemeenschap, niet zonder hen ‘want anders vergroot je het in het kwadraat’, zo stelde de Vilvoordse burgemeester Hans Bonte (sp.a). Het debat bij de voorstelling van het boek concentreerde zich vooral op de rol die de islam kan spelen bij het verminderen van radicalisering.
Moslimexecutieve
De vicevoorzitter van de Moslimexecutieve, Mohamed Achaibi, zegde dat onze moskeeën drie decennia lang onder invloed van Saoedi-Arabië hebben gestaan. Dat laat zijn sporen na. Er zijn nu nog maar 28 moskeeën erkend, – veel te weinig -, en die kunnen nog niet echt een tegengewicht bieden tegen het oerconservatieve wahhabisme van Saoedi-Arabië. Volgens Achaibi moeten de 735 islamleerkrachten die Vlaanderen telt ook bijscholing krijgen over de internationale politiek van het Midden-Oosten en over de waarden van onze democratie. Ook in de koranlessen moeten die waarden worden meegegeven. De Moslimexecutieve stelt sinds maart 2015 een team van zo’n 20 islamleraren ter beschikking van scholen met radicaliserende leerlingen.
Achaibi heeft wel vragen bij het LEF-vak dat Patrick Loobuyck overal in het onderwijs wil invoeren. Dat vak over Levensbeschouwing, Ethiek, burgerschap en Filosofie moet alle godsdiensten en levensbeschouwingen duiden, de godsdiensten historisch kaderen, de westerse democratische waarden promoten en de godsdienstlessen vervangen. Achaibi vindt dat er naast dit LEF-vak een behoefte blijft aan een vak godsdienst.
Verlichte islam
De Genste imam Brahim Laytouss en professor Loobuyck stellen dat de Syriëstrijders zich beroepen op een salafistische interpretatie van de islam. De salafisten nemen de boodschap van de Koran en de Haddith zeer letterlijk en ze willen leven zoals in de tijd van Mohammed. Laytouss en Loobuyck willen de invloed van die boodschap terugdringen en daar een andere interpretatie van de islam tegenover stellen. Een nieuwe website moet een tegendiscours leveren: een verlichte islam die past in onze westerse democratie.
Internationaal wetenschappelijk onderzoek van Ruud Koopmans leert echter dat 82,2% van de Belgische moslims vindt dat slechts één interpretatie van de Koran en de Hadith mogelijk is en 69,6% vindt de goddelijke wetten (de sharia dus) belangrijker dan de wetten van de staat. Onderzoek van Mark Elchardus toonde dan weer aan hoe de joden- en homohaat in het middelbaar onderwijs enorm toeneemt bij moslimjongens.
Verwarring
Laytouss en Loobuyck vermelden deze onderzoeken wel (p. 229), maar ze gaan er nogal lichtjes over heen. Ze zien er een bewijs in van de ‘verwarring’ die in moslimkringen heerst. Ze steunen de idee van de Duitse politicoloog Bassam Tibi, die pleit voor een Euro-islam. Ze geven toe dat het niet makkelijk zal zijn om zo’n Euro-islam ingang te doen vinden, want in tegenstelling tot de Bijbel, die het werk is van vier journalisten, is de Koran letterlijk het woord van God. Dat is een groot verschil ‘en toch moet interpretatie mogelijk gemaakt worden’, zo stellen beide auteurs.
‘Meer concreet is vernieuwing noodzakelijk in het denken over teksthermeneutiek, over het statuut van de Koran en de Hadith, over de noodzaak van een kalifaat, over het statuut van democratie, vrijheid van meningsuiting en artistieke vrijheid, godsdienstvrijheid en afvalligheid, over sharia en rechtsstaat, over gelijkheid tussen man en vrouw, over holebi’s, bio-ethiek en leveneinde, over fysieke jihad en activisme, over de relatie moslims en niet-moslims, polygamie, gemengde huwelijken enzovoort’ (p.231).
Tja, dat is een hele mond vol! Niet makkelijk te realiseren als je ziet hoe groot het verzet blijft tegen bv. onverdoofd ritueel slachten van schapen bij het Offerfeest, terwijl dit toch geen essentieel element van de islam is en zelfs niet verplicht is volgens de islam, want een moslim kan ook geld geven aan de behoeftigen. Niet makkelijk te realiseren als je bovendien de dagelijkse perceptie van aanslagen tegen hebt. Maar het is een zeer lovenswaardig initiatief.
Para’s
Het boek bevat bovendien een kritische analyse van het federale deradicaliseringbeleid. De Gentse criminologen Lieven Pauwels en Brice De Ruyver uiten hun twijfels bij de meeste maatregelen:
– het nut van de inzet van de para’s bij het verhinderen van aanslagen is niet bewezen;
– afreizen naar het buitenland met terroristische doeleinden mag dan al een nieuw misdrijf worden, maar hoe zal je dit ooit kunnen bewijzen;
– er is een Nationale Veiligheidsraad opgericht, maar die bestond vroeger ook al onder een andere naam en het is niet verstandig om de beslissing over hoe groot een terroristische dreiging is bij politici te leggen;
– bijzondere opsporingsmethoden (telefoontap, infiltratie e.d.) worden nu letterlijk mogelijk bij aanzetten tot terrorisme, rekrutering van terroristen en het volgen van een opleiding, maar eigenlijk kon dat vroeger ook al;
– het afnemen van de Belgische nationaliteit is misschien wel tegen de mensenrechten en zal wellicht weinig aanslagen voorkomen omdat de daders zich hiervan weinig van aantrekken.
Steekvlampolitiek
Pauwels en De Ruyver vinden vooral dat de inlichtingendiensten meer middelen moeten krijgen en ze zijn blij dat hierop alvast niet bezuinigd wordt. Bij de voorstelling van het boek noemde Hans Bonte de federale regeringsmaatregelen ‘een duidelijk voorbeeld van steekvlampolitiek’: ‘Twee en een half jaar geleden trok ik al aan de alarmbel, maar het was wachten op Charlie Hebdo om gehoord te worden. Dan kwamen er maatregelen, waarvan er nu amper drie in uitvoering zijn. Maar meer politie- en sociaal personeel om radicalisering te voorkomen, krijgen we niet. In de voorbije twee jaar kreeg Vilvoorde wel geteld één deradicaliseringsambtenaar (voor 80%) en dat is het dan. De integrale aanpak in de strijd tegen radicalisering, die overal wordt bepleit, komt niet van de grond’.
LOOBUYCK, PATRICK, E.A., ‘De lokroep van IS. Syriëstrijders en (de)radicalisering’, 2015, Uitgeverij Pelckmans, 284 p., 21,50. ***
Hoe u dit boek kan bestellen leest u hier.
Categorieën |
---|
John De Wit was journalist van Gazet van Antwerpen, waar hij vooral Justitie volgde.
Tentoonstelling in Trier laat in drie musea, op informatieve wijze en zonder populaire versimpeling, de val van het Romeinse wereldrijk zien.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.