JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Paulus voor dummies

Pieter Bauwens27/8/2018Leestijd 3 minuten
Geloven & wetenschap

Geloven & wetenschap

foto © Reporters

Een kleine hulp bij het lezen van de brief van de Apostel Paulus aan de christenen van Efeze. Ten behoeve van onwetende politici en met de ijdele hoop op enige nuance.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Stel u voor. Ik zit met mijn gezin onderweg in de auto. Op de radio speelt de eucharistieviering. De cd van Samson en Gert was net afgelopen. Na het nieuws luisteren we naar de mis. We kunnen die zondag niet aanwezig zijn in onze parochiekerk, dus dat is meegenomen.

Paulus

Bij de tweede lezing was er enige commotie in de auto. Ik veroorzaakte die een beetje door mijn gezin, vrouw, twee dochters en een zoon, op de tekst te wijzen. De dochters namen het onmiddellijk voor hun moeder op. Dochter 2 (de naam is fictief omwille van de privacy van de minderjarige) riep haar moeder op om de radio af te zetten. En dat voor een misdienaar… Maar moeder (ook godsdienstwetenschappen gestudeerd) wist dat er nog een stuk kwam.

De kinderen weten niet dat er in de brief van Paulus aan de christenen van Efeze nog een stuk komt over gehoorzaamheid van de kinderen aan hun ouders. En die schreeuwers in de media weten niet dat er daarna nog een stuk komt waarin de slaaf opgeroepen wordt zijn meester te gehoorzamen. Om te eindigen met een oproep aan de meesters om hun slaven goed te behandelen.

‘Bedenk dat jullie allemaal dezelfde Heer in de hemel hebben. Hij zal iedereen op dezelfde manier oordelen.’

Toen ik de passage op de radio hoorde kreeg ik flashbacks van vroeger toen ik als kind met mijn ouders ter kerke toog. Mijn vader kreeg bij deze lezing altijd een kleine kriebelhoest. Tot ieders jolijt. Hij herhaalde de lezing thuis nog regelmatig in de week die volgde. Mijn moeder – niet van de meest onderdanige soort – antwoordde dan met deel twee van de lezing, de oproep aan de man om de vrouw lief te hebben.

Enfin, u ziet dat in het christelijke gezin waarin ik ben opgegroeid Gods woord met eerbied werd behandeld. Vlaamse katholieken, vertel mij er wat van.

Aanstootgevend woord van God

Maar wat moeten we nu met zo’n stuk aanstootgevend goddelijk Woord? Ten eerste is die passage het beste bewijs dat die teksten door mensen geschreven zijn in een bepaalde context van tijd en plaats. De exegetische werken die ik in huis heb, wijzen mij erop dat deze tekst een christelijke aanpassing is van hellenistische teksten. De huiscode met haar regels is een christelijke aanpassing van ethisch onderricht, dat we vinden bij antieke filosofen en moraaldenkers van af de tijd van Aristoteles. Echte blanke androcentrische teksten die hele Bijbel. Die roeptoeters in de sociale media moeten maar eens op zoek naar de feministische theologie. Die weet ook wel raad met dergelijke teksten die menig wenkbrauw doen fronsen. Een beetje exegetisch geschoolde mens weet daarmee wel om te gaan.

De manier waarop deze teksten vandaag gelezen worden tonen aan hoe christenen met hun heilige teksten omgaan. Ze zijn niet het eeuwige onveranderde woord van God. Het zijn teksten die in een bepaalde tijd en op een bepaalde plaats ontstaan zijn. Die teksten zijn niet voor ons geschreven. Die teksten zijn geschreven voor een publiek toen en daar. Er gaapt een grote kloof tussen ons vandaag en die mensen toen. Maar in de kern heeft die tekst wel een boodschap: een gelovige moet zich richten op het leven en voorbeeld van Christus. Dat wordt hier verduidelijkt op een manier die in die cultuur gekend was, in een tekstgenre zoals filosofen dat deden: verwijzend naar de verhoudingen in een gezin.

Post-kritisch

Moesten de roeptoeters op de sociale media van dienst een beetje opgelet hebben in de les, dan zouden ze weten dat teksten verschillende niveaus hebben. Er is wat er staat en er is wat er bedoeld wordt. Deze tekst wil er ons vandaag niet op wijzen dat vrouwen onderdanig moeten zijn aan hun man. Ze illustreren dat het toen zo was.

De auteur gebruikt de man-vrouw verhouding van die tijd om de navolging van Christus aan te bevelen en om zoals Christus elkaar lief te hebben. Wie in de tekst een aansporing leest tot vrouwelijke onderdanigheid weet niet hoe om te gaan met bijbelse teksten. Iets wat wel vaker voorkomt. In discussies over religie op sociale media strekt het tot aanbeveling om niet gehinderd te worden door kennis.

Gelovigen geloven niet in sprookjes. Ze kunnen verder kijken dan de letterlijke lezing. Ze weten dat er een symbolische lezing is. Er is wat er staat en wat er bedoeld wordt. Dat laatste telt. Wie over sprookjes vertelt, zit in een letterlijke lezing van de Bijbel, geen aanbevelingswaardige positie.

Maar ach, in deze tijden waar religie verdacht maken altijd likes en retweets veroorzaakt én je er het ‘Nieuws van de dag!’ mee kan halen? Nog snel een vergelijking met de islam erbij en je bent zeker van alle aandacht. Geen journalist in de buurt die er zelf nog aan uitgeraakt. Wat baten dan nuance, als koketteren met onwetendheid hip is? Strovuren doen branden staat voor veel politici gelijk met het voeren van maatschappelijk debat. Dat maakt de verdeeldheid in de maatschappij enkel groter.

Misschien moeten we toch eens het debat durven voeren over de plaats van religie in onze maatschappij? Niet met slogans en niet over het hoofd van gelovigen heen. Maar met gelovigen. Dat zijn ook gewoon burgers uit onze samenleving.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties