The new political deal
foto © radio 1
De vorige verkiezingen noopten linkse en rechtse partijen tot een koerswijziging, maar ze kwamen niet verder dan een verschuiving op de achterhaalde links-rechts-as.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp de dag van de Arbeid, waarop de socialisten zich van hun meest socialistische kant laten zien, gaf Conner Rousseau zijn 1 meitoespraak. In de stijl van een koninklijke kerstboodschap lanceerde de jonge sp.a-voorzitter, in de meest besproken politieke speech van de voorbije maanden, een ‘new social deal’.
Het moet gezegd, de toespraak was sterk. Heldere stem, positieve sfeer en verbindend taalgebruik. King Connah deed zijn roepnaam alle eer aan. Maar hoe helder de stem ook was, zo onduidelijk was de boodschap. Al wil de voorzitter af van de verouderde politiek, de politieke taboes, de veto’s en het eigen(partij)belang. Hij wil samenwerken. Samen vooruitgaan.
Anderzijds
In diezelfde inleiding kwam hij onbedoeld al meteen tot de essentie, maar door de overdaad aan wolligheid werd die niet opgepikt door de luisteraars die hem stuk voor stuk bloemen toewierpen. Hij zei letterlijk: ‘Als we straks vooruit willen, zullen we het eerst en vooral eens moeten zijn over wat vooruitgang is.’
Tja… is dat nu niet juist de kern van politiek en dus van debat en polarisering? Vooruitgang is nooit voor iedereen hetzelfde geweest en zal dat ook nooit zijn.
De socialistische vooruitgang aka ’the new social deal’
Volgens Conner Rousseau is elke politieke stroming dus gediend en bediend met zijn nieuwe sociaal akkoord. Even kijken. De nieuwe deal steunt op drie pijlers. Ten eerste op een sterke en efficiënte overheid die investeert. Over het investeringsluik gaf hij de alom gekende voorbeelden mobiliteit en klimaat. Over de efficiëntieregel geen woord. De tweede pijler wordt gevormd door een overheid die het rendement van de investeringen in één of andere vorm teruggeeft aan de burgers die mee bouwen aan de samenleving. Als laatste steunt de nieuwe sociale deal op een rechtvaardige fiscaliteit, waarbij iedereen een deel betaalt naar eigen vermogen. Drie pijlers die mijn inziens evengoed de ruïnes van de oude rode tempel ondersteunen.
In het slotstuk van de boodschap wordt de geïnstitutionaliseerde versie van solidariteit, de sociale zekerheid, bejubeld en geprezen omwille van haar verdiensten sinds de Tweede Wereldoorlog. Een slimme zet om de ene crisis aan de andere te koppelen. En om het socialistische stokpaardje de kar te laten trekken! Wie solidariteit als unique selling proposition bezit, zou politiek flateren door dit nu niet uit te spelen. Een crisis en haar nasleep is één van de weinige momenten waarin dat riedeltje nog kans maakt om aan te slaan… totdat opportunisme en profitariaat de solidariteit overvleugelen.
Hoewel hij na de toespraak staatsmanschap werd toegedicht door vriend en vijand, zag en hoorde ik enkel en alleen een socialist die een socialistische 1 meiboodschap bracht. De taboes en veto’s die moeten sneuvelen bevinden zich blijkbaar bij de andere partijen.
Frontale botsing
Rousseau heeft weliswaar gelijk. Om vooruit te gaan moet eerst bepaald worden wat vooruitgang is. In tegenstelling tot wat zijn speech doet uitschijnen is dat geen algemene oefening, maar een proces dat zich afspeelt binnen de schoot van een coalitievorming. En zelfs binnen die coalitie zullen er partijen zijn die vinden dat ze aan een slakkengang vooruit kruipen terwijl de partners het als een hazenspurt ervaren.
Als elke ideologische strekking tezelfdertijd vooruitgaat, botsen ze frontaal. Daarom bestaat er een regering en een oppositie. Wiens voortgang de ander zijn achteruitgang betekent, kan daar maar best geen politiek akkoord mee sluiten want dan sta je na de legislatuur op exact dezelfde vertrekplaats.
Ideologie gewurgd door marketing
Voor de bestaande politieke partijen is het te laat om ideologisch van koers te wijzigen. De sp.a doet bij monde van de nieuwe voorzitter een goede poging. Maar buiten wat impliciete of subtiele verwijzingen naar flinksheid is er van een duurzame, voldragen verandering geen sprake. Ook bij N-VA en Vlaams Belang, die een meer solidaire uitstraling willen krijgen, lukt dat niet. Vlaams Belang is al langer bekend om zijn linkse sociale profilering, maar dat is zelden een uitgangspunt van de kiesintentie van zijn kiezers. Voor N-VA ,die groot geworden is dankzij een streng sociaaleconomische visie, is een omslag al helemaal ongeloofwaardig en op termijn zelfs nefast.
De dogmatische politieke concurrentiestrijd heeft mee de ideologische partijcontouren bepaald. En dat is ook vaak contraproductief. Wie links is, is op alle thema’s uitgesproken links. En voor de anderen geldt het omgekeerde. Verschillende thema’s waren bij het ideologische ontspruiten van de politieke partijen nog onbestaande. Denk maar aan hernieuwbare energie of islamitisch terrorisme. Wanneer ze op de politieke agenda belandden, werden ze ideologisch ingekleurd naargelang de strekkingen die als eerste een claim konden leggen.
Stilzwijgend voortschrijdend inzicht toonde voor menig partij aan dat sommige van die claims niet of niet helemaal passen in het grote ideologische partijplaatje, maar de marketingmachine heeft het beeld bestendigd. Elke partij werd zo de slaaf van de door zichzelf gebrainwashte achterban.
De nieuwe politieke deal
In plaats van de allesbehalve nieuwe socialistische sociale deal, stel ik voor dat politieke partijen het op een eerlijker akkoordje gooien. Een deal die voor elke partij even riskant dan wel interessant is. Ze organiseren tegelijk, maar niet tezamen, een intern partijdebat over het grote fundament van de strekking waartoe ze behoren. Eens dat bepaald is, passen ze alle actueel gekende thema’s daarop toe en komen ze tot een standpunt dat losstaat van dat van de politieke concurrentie én van de verwachtingen van de achterban.
Op eenzelfde tijdstip, presenteren of publiceren ze elk hun nieuwe politieke gelaat. Zowel de ideologische stroming die de partij richting geeft als de onderwerpen die in hun respectievelijke stroom te water werden gelaten. Ik vermoed dat het u niet zal verrassen, mij althans niet, maar veel standpunten zullen in min of meer dezelfde richting varen. Eerlijkheid, empathie, verantwoordelijkheid, solidariteit, gemeenschapszin… Het zijn maar enkele begrippen die bijna elke mens en dus ook elke uit mensen bestaande partij hoog in het vaandel draagt.
Empathisch rationalisme
Uit deze politiek verbindende oefening zal aan het licht komen dat de ideologische polarisering zich niet meer tot het klassieke links-rechtsdenken verhoudt. De maatschappelijke breuklijn verplaatst zich al vele jaren richting rationaliteit. Alle belangrijke hedendaagse debatten kennen irrationele tegengestelden die elk irrealistische oplossingen of ideeën nastreven. Daartussenin is een grote groep die los van enig dogma of vooroordeel elk afzonderlijk probleem rationeel benadert.
De eigen emoties opzijzetten om een objectieve kijk over het vraagstuk te verkrijgen, betekent geenszins dat empathie geen rol kan spelen in de oplossing. Integendeel, het is juist erg rationeel om te beseffen dat empathie in een maatschappelijk dilemma noodzakelijk is om tot een realistisch vergelijk te komen.
Rechtvaardige verantwoordelijkheid
Vooroordelen, afkeer of haat, dogma’s, adoratie, enzovoort zijn eigen aan politieke partijen. Elk van deze eigenschappen leidt tot irrationalisme en belemmert een evenwichtige langetermijnpolitiek. Meer en meer hebben we nood aan een politiek vertaalde stroming die zich niét ent op de bestaande links-rechtsas.
In een rationeel denkkader zijn twee samenlevingsbegrippen onontbeerlijk. Verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid. Elk individu en elke instantie heeft impliciete en expliciete verantwoordelijkheden binnen een gemeenschap. Die verantwoordelijkheden moeten rechtvaardig verdeeld en opgenomen worden, wil er sociale rust heersen binnen de gemeenschap. Emmanuel Macron voerde in 2017 al een gelijkaardige verkiezingscampagne en werd met een grote meerderheid verkozen. Achteraf bleken het meer woorden dan daden.
De verticale as
Een tweede breuklijn wordt gevormd door de tegenstelling tussen individualisme en gemeenschapszin. Elk lid van een samenleving zal zich op verschillende thema’s ofwel meer individualistisch dan wel publiek verantwoordelijk positioneren. De achterliggende redenen kunnen legio zijn. Egoïstische motivering, principiële overtuiging of ergens daartussen kunnen het individu, dossier per dossier, ergens op die as indelen.
Au fond voelt elk burger zich in meer of mindere mate betrokken tot de gemeenschap waarin hij leeft. Tegelijk is elkeen in de eerste plaats een individu. Dit wederzijds begrip betekent dat een politiek rationele benadering van deze breuklijn niet tot algemene polarisering hoeft te leiden.
Maar zoals ik hoger zei, de bestaande politieke formaties kunnen zich niet meer geloofwaardig herpositioneren. In plaats van een ‘new political deal’ is een nieuwe politieke stroming misschien iets realistischer om naar uit te kijken? Mijn stem heeft ze!
_____
In het nieuwe boek Het DNA van Vlaanderen evalueren Jan Callebaut en Ivan De Vadder de bestaande partijen en de politiek-maatschappelijke wensen van de Vlamingen. Zij onderzoeken eveneens de toekomst van de bestaande ideologische stromingen. Het boek is te koop in de Doorbraak online boekhandel.
Categorieën |
---|
Londerzelenaar, vader van twee, projectontwikkelaar en vooral erg begaan met alles wat de samenleving vorm geeft.
‘Uw plezante buurman is niet per se de beste bestuurder’, bedenkt John Croughs zich bij de stemmentrekkers voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.