Tussen nep en echt, de toeristenval
Een vermakelijke passage uit Grand Hotel Europa
foto © Pxfuel
Toeristen gaan op zoek naar een unieke ervaring of de charme van het verleden. En de markt bootst die graag na – echt en nep vervloeien aldus.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn het onovertroffen boek Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer – wat ten dele ook een kritische blik is op massatoerisme – lees ik een passage over slum toerisme: ‘toeristen gaan naar sloppenwijken en favela’s om de authentieke sensatie van extreme armoede te ervaren.’ (pg. 117)
Op de duur krijg je dan situaties waarbij achterbuurtbewoners extra hun best gaan doen om zo authentiek mogelijk te zijn en te beantwoorden aan het clichébeeld van de argeloze toerist. Pfeijffer doet het bekend verhaal van een Amerikaan die rondleidingen organiseerde door Chinatown en acteurs inhuurde die waarlijk vervaarlijk uitziende vechtpartijen ensceneerden, tot achtervolgingen en schietpartijen aan toe. Die touroperator werd er schatrijk mee. Ook in de achterbuurten van Manilla, Rio de Janeiro en Johannesburg worden rondleidingen georganiseerd.
De grap
Trendy is ook de unieke ervaring die het geeft om enkele weken te gaan werken in een weeshuis in – bijvoorbeeld – Mozambique. Daar kan je een keer mee thuis komen: je vakantie opofferen voor een goed doel!
Ondertussen, schrijft Pfeijffer, ‘kunnen ze in Afrika de vraag van vrijwilligers niet meer aan.’ Want wat willen we allemaal goed zijn! Dus – for the sake of mr & mrs tourist – ‘worden er nepweeshuizen opgericht en huren ze kindjes van arme families in, die zich voordoen als ongelukkige weesjes. En na het toeristenseizoen gewoon terug naar hun familie gaan. Zo kunnen westerlingen hun geweten opschonen en een unieke ervaring opdoen — vlak in de buurt van een idyllisch zandstrand uiteraard.’
Fake
Ergens in China – Tianducheng in de provincie Zhejiang – hebben ze een stukje Parijs nagebouwd, met Eiffeltoren, Arc de Triomphe, een plein met de naam Champs Elysées, een fontein die zo uit de Jardin de Luxembourg zou komen en al. Het Parijs van het Oosten. ‘Een postapocalytisch Parijs in een grauwe Chinese stofwoestenij.’ Een spookstad. Helaas, niemand gaat er naar toe, behalve Chinese trouwkoppels die een mooie achtergrond zoeken voor hun huwelijksfoto.
In een buitenwijk van Beijing zijn cowboys en een Route 66 te vinden, in Fuyang werd het Amerikaanse Capitool nagebouwd en in Guangdong valt het Oostenrijks stadje Hallstatt (op de werelderfgoedlijst van Unesco) te bewonderen. Bianca Bosker, auteur van Original Copies: Architectural Mimicry in Contemporary China noemt dit architecturaal overhevelen van hele stadswijken naar een ander land ‘duplitectuur’.
Het is niet enkel een Chinese ambitie om architectonische kunstjes ten toon te spreiden, het fenomeen vindt ook plaats in andere landen. Een hotel in Las Vegas bouwde ergens op één van de verdiepingen Canal Grande van Venetië na: compleet met gondels en verlichting die de Italiaanse zon nabootst. De bekende Rialtobrug is er voor het gemak van de toerist uitgerust met roltrappen. En als je genoeg hebt van Venetië, ga je naar het hotel ernaast. Daar hebben ze het oude Egypte nagebouwd.
De nostalgische charme
Wat Europa te bieden heeft, schrijft Pfeijffer, is zijn verleden. ‘Terwijl het oude continent op alle fronten aan inhoud inboet op het wereldtoneel, hebben we weinig andere keuze dan ons verleden te verkopen.’ Landen die ooit de bakermat waren van de Europese beschaving – Griekenland, Italië – vervallen zonder toerisme tot derdewereldlanden. De vraag dringt zich op’, volgens Pfeijffer, ‘of dat de bestemming wordt van Europa als geheel’.
Oh ja, ‘we kunnen Europa tegenwoordig bekijken als een groot recreatiepark: het Zwarte Woud is een bewegwijzerd wandelgebied, wie de Mont Blanc wil beklimmen moet eerst een kaartje kopen en de ‘belachelijk blauwe Middellandse Zee’ is gevrijwaard van golven’ en, God bescherme ons, haaien, aldus Pfeijffer. Toeristen kunnen in beate bewondering staan voor onze monumenten en de voorbeeldig gerestaureerde kathedralen uit een reeds ver verleden.
‘Al onze dagelijkse voorwerpen worden gemaakt in China’, concludeert de auteur, ‘onze kleding komt uit Bangladesh of India, onze dromen uit Hollywood. Vakbonden en wanhoop houden de laatste kwijnende fabrieken uit misplaatste nostalgie tegen beter weten in nog even open, tot ook die industrieel erfgoed worden. We hebben niets meer te verkopen buiten ons verleden. Er is zoveel verleden, dat er voor toekomst geen plek meer is… Het enige reële toekomstperspectief is de exploitatie van dat verleden in de vorm van toerisme’.
Toerisme vernietigt wat het aantrekkelijk maakt
Daaruit volgt de persoonlijke obsessie van de auteur, met name de ‘schimmige en immer vervagende scheidslijn tussen echt en nep, feit en fictie, realiteit en fantasie. (…) ‘Het verschijnsel toerisme is de ultieme problematisering van het op zich al steeds problematisch wordende concept van authenticiteit’, aldus Pfeijffer.
‘Terwijl toeristen bovenal op zoek gaan naar die ultieme unieke, authentieke ervaring, veroorzaakt hun massale aanwezigheid in een wereldstad een teloorgaan van de authenticiteit waar ze naar op zoek gaan en die ze begeren’.
Kretenzer
Maar ach, het is als de Kretenzerparadox. Die zegt namelijk dit: ‘Alle Kretenzers liegen, zegt de Kretenzer.’ Dat is een onoplosbare paradox, wanneer het een Kretenzer is die het zelf zegt. ‘Precies zo zeggen wij, wanneer we zelf op reis zijn in het buitenland, dat alle toeristen vreselijk zijn.’
(Voor de duidelijkheid, beste lezer, dit boek Grand Hotel Europa gaat over veel meer: het is vooral een liefdesgeschiedenis, een spannende zoektocht naar het laatste schilderij van Caravaggio en de mysteries van het in verval geraakte Grand Hotel. Een symbool voor Europa.
Ik mag het iedereen aanbevelen.)
Opgeleid in de beste tradities van de Frankfurter Schule en aanverwanten, voorbestemd voor een journalistieke boerenstiel. Eieren voor zijn geld, echter.
Van de winnaar van de Nobelprijs Literatuur 2023 Jon Fosse verscheen na zijn bekroning deze intrigerende novelle. Een kleinood.