Twee Franse films in onze bioscopen
foto © La nuit du 12.
Onze filmrubriek heeft het over Franse film én over het Filmfestival van Venetië.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTwee literatuuradaptaties weliswaar van ongelijke kwaliteit – made in Frankrijk – sieren momenteel de bioscoopaffiche. En ook het Filmfestival van Venetië is begonnen.
Angel in the night
De premisse voor de Franse regisseur Dominik Moll om een van de zovele onopgeloste moordzaken in Frankrijk (20% van de 800 moorden wordt nooit opgelost) is niet zozeer de moordzaak zelf, hoe gruwelijk ook. Wel dat elke politie-inspecteur een zaak heeft die hem zijn leven lang blijft kwellen, vaak zelfs obsessief.
Het enige houvast voor de politie in La nuit du 12 (***, vanaf deze week in de bioscoop), naar 18.3-Une Annee a la PJ van Pauline Guena, is dat er in de nacht van 12 oktober 2016 een jonge vrouw Clara levend is verbrand. Moll focust op de twee politiemannen op deze moord: Yohan en Marceau, de weinig spraakzame vrijgezel, nieuw in het vak en de impulsieve kerel met het hart op de tong. Als enig tijdverdrijf en om alle zorgen even weg te fietsen maalt Yohan vaak rondjes in een velodroom. Een metafoor voor zijn machteloosheid. Marceau daarentegen worstelt zowel met een relatiebreuk als met een existentiële crisis. ‘Een rare baan toch die we hebben!?’ Zo vraagt hij zichzelf bijvoorbeeld hardop af: ‘Het kwaad bestrijden met rapporten te schrijven?’ Veel liever was hij leraar Frans geweest.
Het is een niet geringe verdienste van Moll dat hij deze waargebeurde moordzaak intussen toch niet loslaat. Haar beste vriendin beweert tijdens een confrontatie met de enquêteurs stellig: ‘Ken je de reden waarom Clara is vermoord? Omdat het een meisje is!’
Nog zo’n nadenkertje dat terloops wordt geopperd: ‘Bijna alle moorden worden door mannen gepleegd. En alle politiemannen die verondersteld worden die zaken op te lossen zijn ook nog eens mannen!’
Aan het slot zijn het uitgerekend twee vrouwen – een pas aangeworven inspecteur en een onderzoeksrechter – die een nieuw licht op de zaak laten schijnen. Een moordzaak die dan al drie jaar oud is en al die tijd onopgelost is gebleven. Yohan: ‘Iedereen die we ondervraagd hebben, kan de moordenaar zijn geweest!’ Het is eveneens indirect aan hen te danken dat Clara – ‘ze viel altijd op foute mannen’ – wordt omschreven als ‘een engel in de nacht’ (naar een song uit de jaren ‘80).
La nuit du 12 heeft een psychologische diepgang die weinige thrillers etaleren en die je als toeschouwer even doen nadenken. Reden wellicht waarom de film na een gewone publieksvoorstelling in Brussel spontaan applaus kreeg. Opvallend!
Simenon-Depardieu
Mogen we ervan uitgaan dat monstre sacre Gerard Depardieu zichzelf speelt in Les volets verts/ de groene luiken (**, momenteel in de bioscoop), in een regie van Jean Becker, naar de weinig bekende, van 1950 daterende gelijknamige roman van Georges Simenon. Depardieu: iemand met een imposant maar fragiel lijf die op alle vlakken aan het einde van zijn latijn lijkt.
De bekende theater- en filmacteur Jules Maugin (Depardieu) krijgt van zijn cardioloog te horen dat hij, hoewel nog maar 65, het hart heeft van iemand van 75 jaar. En dat hij best het drinken zou laten. Waarop monsieur Jules gretig naar de volgende fles wodka grijpt. Nors, koppig en (op een filmset) quasi onhandelbaar als hij is, kan hij het drinken niet laten. Want Maugin is moe, doodmoe en vooral is hij het moe. Hij wil naar zee, naar Antibes, naar de villa met de groene luiken. Met moeite hijst hij zich op de planken van het theater om L’Illusionniste van Sacha Guitry te spelen. Maar eenmaal op de scène knettert het wel tussen hem en zijn tegenspeelster Jeanne (Fanny Ardant) op wie hij nog altijd een oogje heeft.
Les volets verts is zowel gespeeld als geregisseerd op automatische piloot, op cruise control zeg maar. Dat belet niet dat er toch enkele mooie momenten te beleven zijn. Wanneer Maugin op scène een plotse black out krijgt (‘Dat is me nog nooit overkomen’) en gered wordt door zijn souffleur leert hij even later prompt de hele menukaart van zijn favoriete bistro uit het hoofd om ze dan voor het hele restaurantbezoek te declameren. Tot verbijstering van de ober vooral. En wat te denken van het door Depardieu zelf zeer ingetogen gezongen chanson Une petite cantate als afsluiter. Zo schoon! Het redt de film, een om de eigen as draaiende liefdescarrousel – Depardieu’s zelfportret? – uiteraard niet maar het is wel mooi meegenomen. Soms is men met weinig al tevreden.
La Mostra
Op het Lido in Venetië is deze week het Filmfestival van Venetië begonnen, ook wel kortweg La Mostra geheten.
Het is het oudste nog bestaande filmfestival dat in de jaren ‘30 in het leven werd geroepen door il Duce Benito Mussolini als tegenzet om het overaanbod aan Amerikaanse films in Europa tegen te gaan. Als steun in de rug ook voor de Europese film in het algemeen en de Italiaanse film in het bijzonder.
Was de Belgische link in Cannes op het filmfestival (over)vertegenwoordigd in een twintigtal films, in Venetië zal het speuren met het vergrootglas worden om ergens een Belgische of Vlaamse link te kunnen ontwaren. Na de euforie van Cannes de grote leegte van Venetië?
Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.
Het psychologisch drama ‘Milano’ schetst de problematische relatie van een afwezige, alleenstaande vader met zijn dove puberzoon.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.