Vandaag 1066: Willem de Veroveraar vertrekt naar Engeland met een flink contingent Vlaamse troepen

Op 28 september 1066 vertrekt Willem de Veroveraar, hertog van Normandië, vanuit Ponteland (Ponthieu) en St-Valéry-sur-Somme met een vloot van meer dan 700 schepen volgeladen met manschappen, waaronder vele Vlaamse boogschutters. Aanvankelijk was hij met zijn vloot vertrokken van de rivier de Dives in Normandië, maar door tegenwind en herfststormen op het Kanaal, moest hij schuilen in de Baai van de Somme (Picardië) en beter weer afwachten.

Hij steekt uiteindelijk het kanaal over en meert aan in Pevensey bij Hastings. Hij struikelt, valt op de grond en roept uit: ‘Bij de pracht van God, dit land, ik heb het met beide handen gegrepen, het is allemaal van ons!’ Met deze overtocht wil hij zijn rechten op de Engelse troon doen gelden. Enkele weken later, op 14 oktober, verslaat hij in de Slag bij Hastings koning Harald van Engeland, die sneuvelt in de strijd. De Zuid-Vlaamse ridder Eustaas II van Bonen, vader van Godfried van Bonen (Boulogne), was erbij. Op kerstmis 1066 wordt Willem van Normandië gekroond tot koning van Engeland. Eustaas was blijkbaar een groot leverancier van (Vlaamse) manschappen, want hij wordt door Willem de Veroveraar dadelijk beloond met grote bezittingen in Engeland, vooral in Essex.

Willem de Veroveraar (1027-1087), vóór de verovering van Engeland Willem de Bastaard genoemd, was hertog van Normandië vanaf 1035 en regeerde ook over Engeland als Willem (later Willem I) van 1066 tot 1087. Deze geromaniseerde Noorman was de stamvader van de kortstondige Normandische dynastie in Engeland, die in 1135 in mannelijke lijn uitstierf met zijn zoon Hendrik I van Engeland (genaamd ‘Beauclerc’). Het door hem uitgegeven kadaster, het Domesday Book, dient vandaag de dag nog altijd deels als juridische bron, en bovenal is het een uitstekende bron voor de economische en sociale geschiedenis.

Het hele verhaal van de verovering van Engeland is afgebeeld op het Tapijt van Bayeux (Normandië), een borduurwerk van 50 centimeter hoog en zo maar eventjes 70 meter lang, vermoedelijk vervaardigd in 1068. Volgens de legende werd het beroemde wandtapijt door Mathilde van Vlaanderen, de echtgenote van Willem de Veroveraar, geborduurd.