Vandaag 1302: De Brugse Metten en het Vlaams verzet tegen de Franse bezetting
De Brugse Metten afgebeeld op de Kist van Kortrijk
De Brugse Metten waren de opmaat voor de algehele Vlaamse opstand tegen Frankrijk, die culmineerde in de Guldensporenslag.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAlles begint met graaf Gwijde van Dampierre wiens dochter Filippa van Vlaanderen trouwt met koning Eduard II van Engeland. Zowel de Vlaamse graaf als zijn dochter worden gevangengenomen door koning Filips van Frankrijk, leenheer van de graaf. Als ze in 1297 worden vrijgelaten, zegt Gwijde zijn leenheerschap bij de Franse koning op. Die pikt dat niet en stuurt een Frans leger naar Vlaanderen.
Frankrijk neemt het feitelijk gezag over in de Vlaamse steden en zet belangrijke edelen gevangen, onder wie opnieuw graaf Gwijde van Dampierre en nu ook zijn zonen, Robrecht III van Vlaanderen en Willem van Dendermonde. Een belastingverhoging in maart 1302 veroorzaakt een volksopstand in Gent. De Fransgezinde leliaards worden de stad uitgezet en de Vlaamsgezinde klauwaards komen opnieuw aan de macht.
De Bruggelingen, onder leiding van de slager Jan Breydel en de wever Pieter de Coninck, komen in opstand tegen de dwingelandij van de Franse gouverneur, Jacques de Châtillon, die met een Frans garnizoen hun stad bezet. Om in de vroege ochtend de Franse soldaten en collaborerende Franssprekende leliaards te onderscheiden van de Vlaamse klauwaards doodt men 120 verdachte personen die niet ‘Schild en vriend’ kunnen uitspreken. De kroniekschrijver Gilles Li Muisit, abt van de Sint-Martinusabdij van Doornik, vermeldt in zijn Tractatus tertius, geschreven rond 1347, dat vanaf de Brugse Metten het Heilig Bloed nooit meer vloeibaar werd, zoals voordien elke vrijdag gebeurde.
Deze volksopstand breidt zich snel uit over het hele graafschap. Na de Brugse Metten snellen vele edellieden de opstandige volksklasse van Brugge te hulp. De kleinzoon en zoon van Gwijde van Dampierre, Willem van Gulik en Gwijde van Namen organiseren het Vlaams verzet. De kuststreek wordt bevrijd van de Franse bezetters. Nadat ze tevergeefs het kasteel van Kassel (Frans-Vlaanderen) hebben belegerd, trekken deze troepen naar Kortrijk waar alle Vlaamse strijders zich verzamelden om een groot Frans leger onder leiding van Robert II van Artesië tot staan te brengen: de Guldensporenslag.
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Frans Daels wordt Vlaamsgezind als militair arts aan het IJzerfront. Hij zet de IJzerbedevaarten mee op, daarnaast is hij een veelvuldig gelauwerd arts vanwege zijn medisch onderzoek.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.