JavaScript is required for this website to work.
GESCHIEDENIS

Vandaag 1642: Galileo Galilei overleden – De aarde draait rond de zon, niet omgekeerd!

VandaagLuc Pauwels8/1/2024Leestijd 2 minuten
Galileo Galilei (1564-1642)

Galileo Galilei (1564-1642)

Galileo Galilei levert het bewijs dat niet de zon rond de aarde draait, maar omgekeerd. Het wordt hem niet in dank afgenomen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Galileo Galilei overlijdt op 8 januari 1642 in Firenze; hij is 77. Hij had naam gemaakt als Italiaans natuurkundige, astronoom, wiskundige en filosoof. Deze hoogleraar in Pisa (1589-1592) en Padua (1592-1610) levert het bewijs voor Nicolaas Copernicus’ heliocentrisch systeem: niet de aarde, maar de zon staat in het centrum van ons zonnestelsel.

In 1615 publiceert de karmelietenmonnik Paolo Antonio Foscarini (1565-1616) een boek om te bewijzen dat de Copernicaanse astronomie niet in tegenspraak is met de Bijbel. De Romeinse inquisitie opent meteen een onderzoek. Het voorbereidend werk en de formulering van de aanklacht worden uitgevoerd door kardinaal Robert Bellarmine, een centrale figuur in de Inquisitie. In 1616 wordt het boek van pater Foscarini verboden. Tegelijk worden enkele niet-theologische geschriften over de Copernicaanse astronomie, waaronder een werk van Johannes Kepler, op de Index Librorum Prohibitorum geplaatst.

Copernicus’ belangrijkste werk, De revolutionibus orbium coelestium, uitgegeven in 1543, het jaar van zijn overlijden, wordt niet verboden, maar ‘gesuspendeerd’, opgeschort. Vanaf dan, tot in 1822, mag het alleen verschijnen binnen de invloedssfeer van de Romeinse inquisitie en met aanpassingen die benadrukken dat het heliocentrische systeem alleen maar een wiskundig model is en geen werkelijkheid.

Galileo is officieel niet betrokken bij dit proces. Maar iedereen weet wat hij denkt. Een paar dagen na het formele indexbesluit schrijft Bellarmine een brief aan Galileo met de verzekering dat hij geen enkele doctrine hoeft af te zweren. Maar tegelijk  is er ook een krachtige waarschuwing om het Copernicaanse systeem op geen enkele manier als feit te verdedigen, maar hoogstens als hypothese. Deze brief wordt tijdens het proces van 1632 aangehaald als bewijs van de ongehoorzaamheid van Galileo.

Al zaten er van die brief twee verschillende versies in de archieven: maar één ervan was correct ondertekend en afgeleverd. Daarom gaan de meeste historici ervan uit dat de inquisitie-autoriteiten in 1632 bewijsmateriaal hebben vervalst, in het nadeel van Galileo.

Van nu af aan onthoudt Galileo zich van publieke uitspraken over het Copernicaanse systeem. Hij werkt intensief aan de mogelijkheid om de bewegingen van de manen van Jupiter als uurwerken te gebruiken en zo het lengtegraadprobleem op te lossen.

Pas in 1992 biedt het Vaticaan excuus aan, waarmee Galilei in eer wordt hersteld.

Luc Pauwels (1940) is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.

Commentaren en reacties