Vandaag 1803: Johann Gottfried Herder overleden, vader van het volksnationalisme
Johann Gottfried von Herder (1744-1803)
Herder stelt vast dat staten en regeringsvormen elkaar opvolgen, soms zelfs zeer snel. Volkeren leven eeuwenlang, soms zelfs duizenden jaren.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn Weimar (Thüringen) overlijdt Johann Gottfried Herder; hij is 59. Herder is de grondlegger van een nieuwe filosofische antropologie en van politieke inzichten gebaseerd op de diversiteit van talen, culturen en volkeren.
Hij studeert geneeskunde, filosofie en theologie aan de universiteit van Königsberg (Pruisen), nu Kaliningrad. Hij reist jarenlang kriskras door Duitsland, de Baltische staten, Frankrijk en de Nederlanden. In Weimar, toen het culturele centrum van Duitsland, wordt hij een van de ‘vier sterren’, naast Christoph Wieland, Friedrich Schiller en Johann Wolfgang von Goethe. Weimar bezorgt Herder een prachtbaan: vanaf 1776 tot zijn dood leidt Herder het departement onderwijs in het hertogdom Saksen-Weimar.
Herder wordt vaak de ‘vader van het nationalisme’ genoemd, wat moet worden genuanceerd. Herder kant zich tegen iedere vorm van chauvinisme en staatsnationalisme. Hij is een hartstochtelijke verdediger van de verscheidenheid en eigenheid van volkeren en culturen ‘die de rijkdom van de wereld uitmaken’. Als eerste introduceert Herder de begrippen ‘verwantschap’ en ‘verworteling’ als grondslagen van het menselijke leven. Deze benadering maakt van hem meteen een openlijke tegenstander van het abstracte kosmopolitisme van de Verlichting. Hij trekt naar Frankrijk om er met de encyclopedisten Denis Diderot en Jean d’Alembert te discussiëren.
Herders politieke ideologie is helder en empirisch. Hij stelt vast dat staten en regeringsvormen elkaar opvolgen, soms zelfs zeer snel. Maar volkeren leven eeuwenlang, soms zelfs duizenden jaren. Het zijn ‘antropologische constanten’. Voor Herder is een volk een taalkundige, culturele, geografische en historische gemeenschap die voorafgaat aan elke vorm van staatkundige organisatie. Volkeren leiden een reëel vaststelbaar bestaan, zelfs als ze zich daar nauwelijks van bewust zijn. De natie is niets anders dan het volk dat tot bewustzijn is gekomen van zijn identiteit. De enige aanvaardbare en legitieme staat, zegt Herder, is dus degene die uit de natie voortkomt en ‘vormgeeft’ aan het volk.
Herder gruwt van het imperialisme van de vorsten van zijn tijd die almaar meer land willen veroveren, zonder rekening te houden met de taal, de nationaliteit en de wil van de bewoners. Hij noemt dat ‘de tegennatuurlijke vergroting van de staten, de wilde vermenging van menselijke soorten en naties onder de heerschappij van één scepter’. Met verbijstering stelt hij vast dat de Franse Revolutie deze praktijken niet afzweert, maar ze integendeel nog radicaliseert en theoretiseert in het jakobinisme. Herder verwerpt het concept van een ‘superieur volk’ (waarmee de Fransen worden bedoeld) dat het recht zou hebben zijn ideologie voor ‘universeel’ te verklaren en vervolgens op te dringen aan andere volkeren.
Een Vlaming die zich intens met Herder heeft beziggehouden is Frans Van der Elst (1920-1997), de langjarige voorzitter van de Volksunie (VU).
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Frans Daels wordt Vlaamsgezind als militair arts aan het IJzerfront. Hij zet de IJzerbedevaarten mee op, daarnaast is hij een veelvuldig gelauwerd arts vanwege zijn medisch onderzoek.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.