Vandaag 1822: de strijd van koning Willem I tegen staatsschuld
Standbeeld van Willem I aan de Bisdomkaai in Gent
Willem I strijdt fel tegen de staatsschuld die de Nederlanden van de Franse bezetter hebben geërfd. Toch wordt die staatsschuld tegen hem gebruikt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp 27 december 1822 stichtte koning Willem I van de Verenigde Nederlanden het zogeheten Amortisatiesyndicaat.Dat speelde een belangrijke rol bij de financiering van talloze publieke werken.
De Nederlanden worden vanaf 1794 bezet door de Fransen. Het Zuiden (België) wordt in 1795 door Frankrijk aangehecht, in het Noorden (Nederland) zetten de Fransen een vazalstaat op, de ‘Bataafse Republiek’.
De Franse bezetter richt in 1798 voor Nederland een Ministerie van Financiën op, niet om de schatkist te beheren, maar om ze leeg te roven. Bovendien wordt door de Bataafse Republiek een desastreus financieel beleid gevoerd. En daar bovenop moeten ook de kosten voor het Franse bezettingsleger worden betaald. Dat leger groeit snel: van 25 000 tot 200 000 militairen.
Dit en andere lasten die de bezetter oplegt doen de Nederlandse staatsschuld snel toenemen. In 1809 bedraagt de rentelast 39 miljoen gulden, terwijl de belastingen maar 33 miljoen opbrengen. In 1813 is de staatsschuld opgelopen tot 1,25 miljard gulden – dacht men.
Als Willem I koning wordt van de Verenigde Nederlanden (1815) wil hij de economie en de staatsfinanciën saneren. Maar vooraf wil hij weten waar hij aan toe is. Na inventarisatie worden de vele uitstaande schulden en staatsleningen tot één Nieuwe Werkelijke Schuld (NWS) hervormd. Die blijkt 1726 miljoen gulden te bedragen.
Willem I beseft dat dit niet kan worden opgelost door belastingverhogingen, maar wel door het bevorderen van handel en nijverheid. Hij richt de Nederlandse Bank op en de Algemene Maatschappij ter Begunstiging van de Volksvlijt (die na 1830 de ‘Société Générale’ zal worden).
Daarnaast sticht hij het Amortisatiesyndicaat, een financiële instelling belast met het afwikkelen van de staatsschuld en het financieren van de aanleg van wegen en kanalen, de inpolderingen van land en ontginningen in de duinen. De kas wordt gevuld met bijdragen van de overheid, de opbrengsten uit beheer en verkoop van domeinen, de tolgelden van kanalen en het aangaan van een goedkopere lening van 68 miljoen gulden.
De kapitaalmarkt reageert positief op die nieuw uitgeschreven lening, maar tegelijk neemt de beurswaarde van de oude staatsleningen weer toe; vermoedelijk door grote speculatieve aankopen vanuit Frankrijk. Daardoor wordt het voor het Amortisatiesyndicaat almaar moeilijker die oude leningen in te kopen.
In de Zuidelijke Nederlanden ondermijnen belgicistische, Fransgezinde groepen het financiële beleid van Willem I. Dat de Nederlandse schulden van Franse oorsprong waren wordt niet vermeld. Daarmee bereiden ze de geesten voor op de Belgische afscheiding van 1830.
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Frans Daels wordt Vlaamsgezind als militair arts aan het IJzerfront. Hij zet de IJzerbedevaarten mee op, daarnaast is hij een veelvuldig gelauwerd arts vanwege zijn medisch onderzoek.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.