Vandaag 1831: Franse Vreemdelingenlegioen opgericht, maar de Belgen…
vandaag
foto © wikimedia commons/David Monniaux
Hat Franse Vreemdelingenlegioen, trekt vele Belgen aan. Maar tot in de hymne van het Legioen haalt men de neus voor hen op…
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementKoning Louis-Philippe van Frankrijk (1773-1850) beslist op 9 maart 1831 het Franse Vreemdelingenlegioen op te richten. Personen van 18 tot 40 jaar kunnen er dienst nemen. Alle officieren zijn Fransen, terwijl de rest van het legioen uit mannen van allerlei nationaliteiten bestaat. Niet-Franse legionairs kunnen dus geen officier worden, maar wel opklimmen tot de rang van adjudant.
De beslissing van Louis-Philippe wordt meteen concreet door de wet van 10 maart 1831. Deze geeft toestemming tot de vorming van het Vreemdelingenlegioen: ‘Er kan een legioen van buitenlanders worden gevormd in het binnenland van het Koninkrijk; maar het kan alleen worden ingezet buiten het continentale grondgebied van het Koninkrijk’. Oorspronkelijk kan het Vreemdelingenlegioen dus alleen ‘optreden’ buiten het continentale grondgebied van Frankrijk. Uitzonderingen worden gemaakt voor de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) en de Eerste Wereldoorlog. Duitse legionairs worden niet ingezet.
De legionairs, ook wel de ‘witte kepies’ genoemd, vanwege de kleur van hun hoofddeksel, verwerven hun bekendheid op de slagvelden over de hele wereld, vooral dan tijdens de Franse koloniale veroveringen en de oorlogen in Indochina en Algerije. Hun discipline en hun doodsverachting worden legendarisch.
Le Boudin is het officiële marslied van het Vreemdelingenlegioen in Frankrijk. Het ritme zorgt ervoor dat de troepen marcheren met een snelheid van 88 stappen per minuut, terwijl de marsen van andere regimenten over het algemeen gebaseerd zijn op een snelheid van 120 stappen per minuut. De ‘Legioenstap’, langzamer dan die van andere korpsen, maakt dat het Legioen bij parades altijd als laatste te zien is.
In de 20ste eeuw bestaat het Vreemdelingenlegioen voornamelijk uit Duitse vrijwilligers, gevolgd door Italiaanse en Belgische. Merkwaardig als men de grootte van die drie landen vergelijkt. In het Legionairslied wordt gezongen dat er boudin (worst) is voor iedereen, maar ‘voor de Belgen is er geen meer over’, want ‘ce sont des tireurs au cul’, lijntrekkers, mannen die het zich makkelijk maken. Reden daarvoor is dat Belgen, zelfs Vlamingen, de legionairs zijn met de beste kennis van het Frans. Daarom krijgen ze vaker dan andere buitenlanders een administratieve job bij het Legioen.
Vrouwen worden wettelijk niet geweerd uit het Vreemdelingenlegioen, maar de toelatingsproeven zijn dezelfde als voor mannen en zo zwaar dat haast geen enkele vrouw ze haalt. De enige uitzondering is de Britse Susan Travers (1909-2003) in de Tweede Wereldoorlog. Wel komen in het Legioen vrouwelijke officieren en onderofficieren voor, gedetacheerd door het reguliere Franse leger.
Het hoofdkwartier van het Vreemdelingenlegioen en het bijhorende museum kan je bezoeken in Aubagne, nabij Marseille. De moeite waard.
Tags |
---|
Personen |
---|
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Frans Daels wordt Vlaamsgezind als militair arts aan het IJzerfront. Hij zet de IJzerbedevaarten mee op, daarnaast is hij een veelvuldig gelauwerd arts vanwege zijn medisch onderzoek.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.