Vandaag 1884: de Wetten van Mendel, ja, maar wie was Mendel?…
Gregor Mendel (1822-1884)
Gregor Mendel voert jarenlang kruisingsexperimenten uit volgens een nieuwe, kwantitatieve benadering. Ze vormen de basis voor de erfelijkheidsleer.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOverlijden in Brünn (Oostenrijk-Hongarije), tegenwoordig Brno in Tsjechië, van Gregor Mendel, hij is 61. Deze Oostenrijkse monnik en wetenschapper wordt terecht de vader van de genetica genoemd.
In 1843 treedt de toen 21-jarige Mendel toe tot de augustijnerorde in Brünn en studeert in Wenen natuurwetenschappen. Vanaf 1856 zet hij in de kloostertuin plantkundige experimenten op die de basis leggen voor de moderne evolutiebiologie.
Hij formuleert de eerste erfelijkheidswetten, die naar hem worden genoemd: de Wetten van Mendel. Die beschrijven het doorgeven van erfelijke eigenschappen aan het nageslacht. Al onze erfelijke informatie ligt vast in ons DNA, ons complete genenpakket dat weer verdeeld is over onze chromosomen.
Vooral het verschil tussen genotype en fenotype is baanbrekend. Het genotype is hoe een bepaalde eigenschap in het DNA staat. Het fenotype is dus het genotype plus de invloeden van de omgeving. Alles wat je ziet wordt daarom niet overgeërfd, en alles wat wordt overgeërfd is daarom niet zichtbaar. Om dit moeilijk gegeven te bestuderen, kweekt Mendel vele jaren erwten op de binnenplaats van het klooster, waarbij hij nauwkeurig bijhoudt welke plant welke is, door ze te nummeren. Bovendien houdt hij bij welke plant welke andere bestuift.
Voor de zekerheid bestuift hij persoonlijk de stampers met een penseel. De meeldraden knipt hij weg. Op die manier verkrijgt hij statistische zekerheid. Zijn abt is gefascineerd door Mendels onderzoek en belast hem maar weinig met zielzorg. Wel wordt Mendel docent in een plaatselijke middelbare school.
Zijn kruisingsexperimenten, die hij jarenlang in de kloostertuin uitvoert, volgen een geheel nieuwe, kwantitatieve benadering en vormden de basis voor de erfelijkheidsleer. De wetmatigheden die Mendel ontdekt bij de bestudering van de overerving, worden nu nog de Wetten van Mendel genoemd. Wanneer iets wordt overgeërfd op een manier zoals Mendel dat beschreef, wordt dat een ‘Mendeliaanse overerving’ genoemd.
Toch trok de publicatie van zijn ontdekkingen in 1866 weinig aandacht. De resultaten van Mendel werden lange tijd niet begrepen door experts. Deze werden pas in 1900 bevestigd door wetenschappers die consistente resultaten hadden verkregen. Rond 1900 werd zijn werk herontdekt door Hugo de Vries, Carl Correns en Erich von Tschermak, en sinds die tijd is Mendels naam een begrip geworden in de genetica en de biologie.
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Frans Daels wordt Vlaamsgezind als militair arts aan het IJzerfront. Hij zet de IJzerbedevaarten mee op, daarnaast is hij een veelvuldig gelauwerd arts vanwege zijn medisch onderzoek.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.