Vandaag 1944: autofabrikant Louis Renault beschuldigd van collaboratie, maar niet veroordeeld, sterft in verdachte omstandigheden
Louis Renault (1877-1944)
Louis Renault zorgde voor verschillende innovaties in de auto-industrie, maar hielp tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitse bezetter relatief ijverig. Frankrijk nam hem dat niet in dank af.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp 24 oktober 1944 sterft de Franse industrieel Louis Renault, stichter en eigenaar van de bekende autofabriek, na weken opsluiting in de beruchte gevangenis van Fresnes. Hij is dan 67.
Het is waar, hij leverde zoveel mogelijk auto’s aan de Duitsers als hij maar kon, inclusief pantserwagens en ander militair materiaal. Maar of hij dat vrijwillig of onder dwang deed, zullen we nooit weten. Bij de bevrijding wordt de zieke Renault opgesloten en mishandeld. Tot een proces is het nooit gekomen. Wel wordt zijn onderneming meteen in beslag genomen en onteigend (‘genationaliseerd’), zonder dat zijn erfgenamen één cent vergoeding krijgen.
Louis is al jong gefascineerd door technologie en mechanica. Als elfjarige vindt hij zijn eigen elektrische batterijsysteem uit, waarbij zinkstaven aan een touw in een zuurbad worden ondergedompeld. Als twaalfjarige verstopt hij zich in de tender van een stoomlocomotief om te ontdekken hoe die werkt. Hij hangt rond in werkplaatsen en treinstations in Parijs en wordt ingenieur.
Kerstavond 1898 krijgt Louis Renault bestellingen voor twaalf ‘Voiturettes’, het autootje dat hij zelf heeft ontworpen. In februari 1899 richt hij met zijn broers Marcel Renault en Fernand Renault de Société Renault Frères op. In 1901 lopen er al 347 bestellingen binnen en telt de fabriek in Billancourt 110 werknemers. Als Marcel in 1903 verongelukt tijdens de autorace Parijs-Madrid en Fernand ernstig ziek wordt en in 1909 overlijdt, neemt Louis de leiding van het bedrijf.
Louis Renault patenteert revolutionaire uitvindingen, zoals de aandrijving van de achterwielen via een cardanas, de inschroefbougie, de turbocompressor, de veiligheidsgordel, de eerste V8-motor voor een vliegtuig en de trommelrem. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog vervoeren 600 Renault taxi’s soldaten naar het front. Renault produceert voor het leger. Naast personen- en vrachtwagens, rollen er granaten, onderdelen voor kanonnen, vliegtuigmotoren en FT-17 tanks de fabrieken uit. In 1918 wordt hij benoemd tot officier in het Legioen van Eer.
In 1929 bouwt hij een nieuwe fabriek met een lopende band naar het model van Henry Ford. Als Duitse troepen in juni 1940 Parijs bezetten, repareert Renault buitgemaakte Franse tanks, tot ongenoegen van de collaborerende Vichy-regering. Hij levert meer vrachtwagens aan Duitsland dan Citroën en Peugeot. In 1943 en 1944 wordt ongeveer twee derde van de productiecapaciteit van Renault vernietigd door geallieerde bommenwerpers. Renault kan er de Duitsers van overtuigen geen Renault-werknemers naar Duitsland te deporteren.
Na de bevrijding van Parijs geeft Renault zich in september 1944 spontaan aan bij de autoriteiten. Hij is ziek, maar wordt toch opgesloten in de gevangenis van Fresnes. Pas half oktober wordt hij overgebracht naar een kliniek. Hij sterft daar op 24 oktober 1944. De doodsoorzaak blijft onduidelijk. Terwijl officiële verklaringen spreken van urinevergiftiging, wijzen sommige omstandigheden op dodelijke mishandelingen in de gevangeniscel. Louis Renault ligt begraven in de Normandische gemeente Herqueville.
Categorieën |
---|
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Schrijfster Henriëtte Roland Holst groeide op als notarisdochter en werd onder invloed van Herman Gorter marxiste. Ze evolueerde van sociaal-democrate tot overtuigd communiste.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.