JavaScript is required for this website to work.
GESCHIEDENIS

Vandaag 1944: Belgische regering in Londen bereidt repressie voor

VandaagLuc Pauwels26/5/2024Leestijd 2 minuten
Hubert Pierlot (1883-1965), premier van de Belgische regering in ballingschap
Pierlot V

Hubert Pierlot (1883-1965), premier van de Belgische regering in ballingschap Pierlot V

foto © ANEFO

De Belgische regering in ballingschap stelt wetten op die de naoorlogse repressie regelen. Bij gebrek aan parlement en koning regulariseert het Hof van Cassatie deze wetten uiteindelijk.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Belgische regering in Londen zet – buiten het parlement om – een beslissende stap in de opbouw van de repressiewetgeving. Een fatale stap. Op 26 mei 1944 legt zij de procedure vast voor de strafrechtelijke behandeling van de collaboratie. De regering kiest voor het militaire gerecht als plaats voor de berechting van vermeende collaborateurs.

Elke kamer van de krijgsraden en van het Krijgshof bestaat uit twee burgerlijke en drie militaire leden. De burgerlijke rechters worden door de regering benoemd, zonder tijdslimiet. De militaire leden worden bij loting (!) aangeduid voor een periode van drie maanden. Het zijn geen juristen.

Wie door de krijgsraad veroordeeld wordt, kan in beroep gaan bij het Krijgshof. Dat gebeurt in 28% van de gevallen. Bij procedurefouten is nog een laatste stap naar het Hof van Cassatie mogelijk. Iets meer dan 4% van de veroordeelden doet dat. Wie afwezig is op zijn of haar proces wordt bij verstek veroordeeld. Bijna 16% van alle uitspraken is bij verstek gevallen. Zo’n veroordeling brengt doorgaans een maximumstraf mee en bovendien verliest de betrokkene vaak de Belgische nationaliteit. Tegen een verstekvonnis kan men wel nog ‘in verzet’ gaan. De zaak wordt dan een tweede maal behandeld en nu op tegenspraak.

Het systeem dat de regering vanuit Londen oplegt, is niet berekend op tienduizenden beschuldigden en leidt onvermijdelijk tot ‘oververhitting’. In het beste geval loopt dat uit op aanzienlijke vertragingen, in het slechtste geval op tragische ontsporingen.

Een ander probleem ligt in de concentratie van bevoegdheden in handen van de krijgsauditeur. Deze vervult de functies van zowel officier van gerechtelijke politie, magistraat van het openbaar ministerie als van onderzoeksrechter. Dat opent de deur voor misbruiken. De keuze voor een soort supermagistraat brengt ook grote risico’s mee voor de materiële organisatie van de repressie. De regering in Londen heeft dat probleem schromelijk onderschat. Na een paar maanden is de reserve aan valabele kandidaten opgebruikt. De minister van Justitie moet noodgedwongen jonge, onervaren juristen met een voor hen veel te zware taak belasten.

Over de rechtsgeldigheid van de beslissingen die de Belgische politici in ballingschap namen, ontstaat een felle discussie. Parlement en koning zijn onbeschikbaar, een situatie die in de grondwet niet is voorzien. Onmiddellijk na de bevrijding sluit het Hof van Cassatie de discussie af: de Londense ‘besluitwetten’ worden met door het parlement goedgekeurde wetten gelijkgesteld en de besluiten van de vergaderde ministers met koninklijke (!) besluiten. Daarmee stelt het Hof dat de regering in Londen op een legale wijze de macht heeft uitgeoefend. Ook is het Hof van mening dat de uitgevaardigde wetten voldoende bij de bevolking bekend waren, omdat ze in het Belgisch Staatsblad in Londen verschenen. En dat terwijl dit uiteraard niet werd verspreid in het bezette België.

Luc Pauwels (1940) is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen