JavaScript is required for this website to work.
GESCHIEDENIS

Vandaag 1989: roemloos einde van de Société Générale de Belgique.

VandaagLuc Pauwels17/12/2023Leestijd 2 minuten
Carlo de Benedetti (°1934)

Carlo de Benedetti (°1934)

foto © Wikimedia Commons/Niccolo Caranti

De Generale mag niet in Italiaanse handen komen, maar de Fransen zijn meer dan welkom. Zo werkt het Belgische systeem.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘De Generale’ wordt in 1822 opgericht door koning Willem I van de Verenigde Nederlanden als Algemene Nederlandse Maatschappij ter Begunstiging van de Volksvlijt. Doel is de welvaart in de Zuidelijke Nederlanden te stimuleren. Maar bij zijn troonsbestijging blijkt de schatkist door de Franse bezetter leeggeplunderd. Koning Willem I staat 10 000 ha Zoniënwoud af aan de maatschappij, die 60 procent ervan verkoopt voor ontginning. Bij de afscheiding van 1830 wordt het bedrijf omgedoopt tot ‘Société Générale de Belgique’ (SG).

Op haar toppunt, rond de Tweede Wereldoorlog, controleert de SG de 800 grootste Belgische ondernemingen, 40% van het industriële patrimonium. De invloed van SG op politiek en sociaal terrein is zo groot dat de SG ‘een staat binnen de Belgische staat’ wordt. Bij de dochterondernemingen van de SG vindt men vele grote namen van de toenmalige Belgische economie: Generale Bank, Union Minière, Compagnie Maritime Belge, Acec, Arbed, wapenfabriek FN Herstal, Glaverbel, Tractebel, Electrabel, Distrigas, enz.

Maar de SG verwaarloost zijn aandeelhouders. Minder dan 7% van de aandelen zijn in vaste handen, voorop de koninklijke familie. De managers zijn ingenieurs verbonden aan de Université Catholique de Louvain. De taaltoestanden bij de SG zijn erbarmelijk. Het dividendbeleid van de SG is mager en de koers van het aandeel ligt met €70 fors onder de intrinsieke waarde van €250.

Dat fascineert de Italiaanse zakenman Carlo de Benedetti. Hij koopt geruisloos 17% van de SG-aandelen. Op zondag 17 januari 1988 brengt de Benedetti een bezoek aan René Lamy, gouverneur van de SG. Hij heeft een doosje pralines mee, en kondigt zijn openbaar bod aan op alle SG-aandelen. Lamy valt van zijn stoel en belt naar de koning en premier Wilfried Martens. In paniek zoekt het Belgische establishment een bondgenoot om de aanval van de Italiaan te helpen afslaan. Zelfs de Libische dictator Moammar Kadhafi wordt benaderd.

Dan lanceert voorzitter Maurice Lippens van de Generale Bank (GB), dochteronderneming van de SG, zijn gifpil. SG schrijft een kapitaalverhoging van 100% uit, om zo het belang van de Benedetti te verwateren. De GB verstrekt een lening van drie miljard frank aan Sodecom, waarmee die alle aandelen van de kapitaalverhoging koopt. Zo ontstaat de absurde, vennootschapsrechtelijk incestueuze situatie dat Sodecom, dat 100% eigendom is van SG, zelf 50% eigenaar wordt van SG. Door de verdubbeling van het SG-kapitaal daalt het belang van de Benedetti van 17% naar 8,5%.

Ondertussen wordt druk gezocht naar een andere overnemer – in Frankrijk natuurlijk. Het wordt de Compagnie de Suez. Die kan in april 1988 de SG overnemen en zich van de Benedetti ontdoen. De Franse bankier Hervé de Carmoy wordt door Suez naar Brussel gestuurd om het werk af te maken.

Moraal van het verhaal: géén buitenlandse controle van ‘onze’ grootste holding! Tenzij door de Fransen natuurlijk.

Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.

Commentaren en reacties